Tentoonstelling van Nederlandsche dag- en weekbladen, die buiten Europa verschijnen.
Het is een jaar geleden dat we in Neerlandia onderstaande oproeping drukten:
‘Het volgende stuk werd gezonden aan Nederlandsche bladen en tijdschriften over de wereld, voor zoover die aan het comité bekend waren:
‘Gent, den 31 Maart 1896.
‘Hooggeachte Heer,
‘Het Taalminnend Studentengenootschap 't Zal wel gaan (Hoogeschool, Gent, België) wenscht een openbare tentoonstelling te houden van Nederlandsche dag- en weekbladen en tijdschriften, die buiten Europa verschijnen; van Nederlandsche boeken, brochures, vlugschriften, verslagen of jaarboeken van Genootschappen buiten Europa uitgegeven; van officiëele publicaties, berichten, enz, uitgaande van het Staatsbestuur in die landen, waar Nederlandsch de officiëele taal is (Zafr. Rep., Oranje-Vrijstaat, Nederlandsche Koloniën); kort van gedrukte stukken van welken aard ook. De bedoeling van het Genootschap is het bewijs te leveren, dat ook buiten Europa Nederlandsch geestesleven bestaat en een denkbeeld te geven van de uitgebreidheid van het Nederlandsch taalgebied buiten ons werelddeel. Onze verwachting is, dat een dergelijke tentoonstelling in België op een publiek, dat van die uitgebreidheid geen flauw vermoeden heeft, een weldadigen invloed zal oefenen en leiden moet tot grooter waardeering van de Nederlandsche taal.
‘Opdat ons het ten uitvoer leggen van dat plan zou mogelijk worden, verzoeken we dringend de HH. uitgevers van Nedl. dag- en weekbladen of tijdschriften ons enkele (b.v. een tiental) ex., de HH. boekdrukkers ons, zoo mogelijk, een volledig stel te willen zenden van de door hen uitgegeven werken; schoolboeken, kaarten, enz. worden mede verlangd. Uit Zuid-Afrika zullen we ook uitgaven in Kaapsch-Hollandsch in dank ontvangen. De HH. Voorzitters van Genootschappen zullen ons door toezending van verslagen, jaarboeken, feestprogramma's enz., ten zeerste verplichten.
‘Photographieën, gravures van monumenten, landschappen, mannen van beteekenis, tooneelen uit het leven van inboorlingen (naturellen), zouden onze tentoonstelling luister bijzetten.
Een verzameling van penningen, geslagen bij een of ander gelegenheid (Delagoabaai-spoorweg b.v.), met Nederl. opschrift, zullen we gaarne aanleggen, alsook een collectie, zoo volledig mogelijk, van postkaarten, enveloppen, postzegels met Nedl. opschriften (dus Noord-Nederland, België, Nedl. Koloniën, Transvaal, Oranje-Vrijstaat, Stellaland, enz.).
‘We durven hopen, dat de vrienden van onze Nederlandsche of Hollandsche taal over de wereld ons zullen helpen om ons plan te verwezenlijken.
Daar niet alle buiten Europa verschijnende Nederlandsche kranten en tijdschriften ons bekend zijn, zoo verzoeken we die HH. redacteurs, die deze uitnoodiging zullen ontvangen, ze in hun blad over te nemen, opdat ook zij, wien we geen uitnoodiging kunnen sturen, aan onze roepstem zouden kunnen gehoor geven.
We danken, bij voorhaat, hartelijk die vrienden van onze gemeenschappelijke moedertaal, die voor onze tentoonstelling, wat ze beschikbaar hebben, zullen zenden aan den heer H. MEERT, Leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, Villa Jan Frans Willems, Scheidelaan, GENT, Belgie.
Ze zullen het algemeen belang van onzen stam helpen bevorderen.
Het Bestuur van het Studentengenootschap
'T ZAL WEL GAAN.’
Die oproeping is beantwoord geworden uit Noord-Amerika, Suriname, Oost-Indië, Zuidafr. Republiek, Oranje-Vrijstaat, Natal, Kaap-Kolonie. Enkele boekhandelaars hebben onze oproeping beantwoord. Onder hen verdient de firma Dutoit aan de Paarl (Kaap-Kolonie), die ons heele pakken deed toekomen, zeer bijzonderlijk onzen dank. Een Rederijkersgenootschap, Harmonie, te Paterson, Vereenigde Staten, Noord-Amerika, zond ons zeer eigenaardige stukken, de Vereeniging betreffende. Van den Heer Middelberg, bestuurder van de Nederlandsch Zuidafr. Spoorwegmaatschappij Pretoria, ontvingen we een prachtig album, uitgegeven bij gelegenheid van de Delagoabaaispoorwegfeesten.
De firma Dusseau, Kaapstad, heeft ons ook een mooie bezending van haar uitgaven gestuurd. Nog enkele uitgevers uit de Vereenigde Staten en uit Nederl. Indië hebben onze oproeping beantwoord. De firma's van Ingen, te Soerabaia, en G. Kolff en Co, te Batavia. zonden ons afleveringen van de tijdschriften, die zij uitgeven. Uit Curaçao ontvingen wij een flinke bezending van den Heer Hamelberg met een collectie Postzegels. Van den Postmeester generaal van Alphen, Z.A.R., ontvingen wij ook een stel Postzegels. Prof. Treub, bestuurder van den Plantentuin te Buitenzorg (Java), zond ons eene verzameling postzegels van Nederlandsch-Indië. Aan allen, die zoo vriendelijk waren ons te helpen, betuigen wij onzen hartelijken dank.
Toch scheelt het nog zooveel, dat onze Tentoonstelling ook maar bij benadering zou volledig zijn. Er verschijnen over de wereld Nederl. bladen en tijdschriften genoeg om een zeer mooie Tentoonstelling te houden. Alleen in de Vereenigde Staten, verschijnen 59 stuks. Konden wij nu alle of nagenoeg alle periodieken in onze taal bijeen krijgen, dan zou onze Tentoonstelling een bezoek meer dan onverwaard zijn en zou niet nalaten indruk te maken.
Het plan van onze Tentoonstelling hebben we nu nog breeder opgevat. De Gentsche Tak v.h.A.N.V. zou in samenwerking met 't Zal wel gaan een Tentoonstelling houden van alle Nederl. periodieken, dus ook Vlaamsche en Hollandsche. De laatste krijgen we zelf wel bijeen. Reeds hebben de meeste Noord-Nederlandsche uitgevers onze oproeping beantwoord, en ons afleveringen of volledige jaargangen van de door hen uitgegeven tijdschriften gezonden. Wij zijn aldus reeds in het bezit van ongeveer 100 tijdschriften, die gezamenlijk een hoogst leerrijk denkbeeld geven van het geestesleven van onze Noorderbroeders. Maar voor de buiten-europeesche hebben we de hulp van onze stamgenooten noodig. We zullen daarom, nog eens deze oproepingzenden aan alle uitgevers van Nedl. periodieken en boeken buiten Europa. Hen, die ons reeds zonden, wat ze konden beschikbaar stellen, vallen we geen tweede maal lastig. Doch, daar we niet alle Nederl. periodieken buiten Europa kennen, verzoeken we nog eens de Nederl. kranten deze oproeping in hun kolonnen te willen opnemen opdat allen, die onze collectie kunnen helpen volledigen, er kennis zouden van krijgen.
Ook onze leden buiten Europa, noodigen we dringend uit ons alle Nederl. bladen en tijdschriften te zenden, die ze kunnen machtig woorden. Het geeft niet, dat we op die wijze wellicht verschillende ex. van ieder krant ontvangen. Want, valt onze Tentoonstelling mee, dan worden ook dergelijke tentoonstellingen in ander Vlaamsche steden gehouden en dan zullen talrijke ex. welkom zijn. Trouwens, wij kunnen altijd van die bladen zeer goed gebruik maken. We nemen die b.v. mee naar onze meetings en geven enkele onder de toehoorders rond. De indruk daardoor gemaakt op menschen, die niet eens vermoeden, dat er bladen in hun taal buiten Europa verschijnen, is weldadig; hij brengt tot grooter waardeering van de eigen taal.
We hopen, dat we met déze oproeping beter zullen slagen en dat we eindelijk ons doel zullen bereiken. Onze betrekkingen zijn nu oneindig meer uitgebreid dan verleden jaar. De gedachte van onze stamsolidariteit heeft stellig een zeer flinken stap vooruitgedaan blijkens de zeer ruime toetreding, waarin we ons in zoovele landen mogen verheugen. Zoodat het thans onze vaste hoop is, dat velen onder onze leden over de wereld, zich aangespoord zullen gevoelen om ons ons plan te helpen verwezenlijken. Wie bezorgt ons een volledige verzameling postzegels van Suriname, Nederlandsch Indië, Holland, België, deze laatste met tweetalig opschrift? Men kan ons in zoo velerlei opzicht krachtig helpen. Deze hulp zal door ons, als een blijk van stamsolidariteitsgevoel ten zeerste op prijs gesteld worden. Onze tentoonstelling zal veel bijdragen om in België, waar meer dan drie millioen Vlamingen wonen, de reeds aanzienlijke uitbreiding van onze taal en de hooge waarde van onze wetenschappelijke literatuur zonder mogelijke tegenspraak te bewijzen.