Neerlandia. Jaargang 1
(1896-1897)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Knickerbockers.Deze Vereeniging in de stad New-York stelt zich ten doel eene verzameling aan te leggen over de geschiedenis van de nederzetting der Hollanders in den Staat New-York, met inbegrip van al de verschillende geslachten. Leden kunnen alleen zij zijn die uit Nederland afstammen. De entreeprijs is 300 dollar, de jaarlijksche contributie 100 op den eersten April te betalen. Op den eersten April! Heerlijke datum uit ens geschiedboek, en onwillekeurig als wij de verslagen van deze Vereeniging lezen, roepen wij met Hofdyk uit: Ik vraag naar uw belijdenis niet.
Ik vraag u niet van waar ze komen:
Van Augsburg, of Geneve, of Rome,
Of uit wat ander Staatsgebied,
Of langs wat andere wereldorder
- Gewijd in hoogere natuur,
Door Sinaf of Pinkstervuur -
Zij u en de uwen is geworden.
Ik vraag alleen in dezen tijd,
- Waarin de blind gehitste driften
Gevoel en rede saâm vergiften! -
Of gij een Nederlander zijt?
'k Vraag: Is er plaats nog in uw harte
Voor de onvervalschte herinnering
Aan daden van een mannenkring
Die eens een halve wereld tartte,
Om in Gods vrije zonneschijn
Het recht te hebben vrij te zijn;
Vrij zóó, als naar 't besef dier tijden
Wier worstelstrijd nooit weêrga had,
't Recht van gelooven en belijden
Door weinigen - d'eêlsten schat
Van gansch een volk - werd opgevat
Ik vraag, of ge, ondanks schaduwstreepen,
Ondanks zoo menig donker plek,
Zelfs hier en daar een donker vlek,
Een oog hebt - verre nog van dwepen
Met alles wat het voorgeslacht,
Steeds worstelend, u ten bate bracht -
Voor die zoo vruchtbre zegeningen,
Die, onder drupplen bloed gezaaid,
Ons, 't nakroost, weeldrig thans omringen,
Een hand slechts vergend, die ze maait;
'k Vraag, of gij uw aandeel in die schoven
Bij armenvol u aangeboôn,
Meê plukken wilt, en dankbaar loven
De zaaiers, 't ware werk ten loon. -
Want deze New-Yorker Vereeniging heeft ja en amen op dit vers gezegd. De jaarlijksche vergadering wordt gehouden op den 6 April ter herdenking aan den dag, toen in 1566 het Compromis tegen Spanje door de Nederlanders gesloten werd. Valt deze datum op een Zatur- of een Zondag, dan heeft de bijeenkomst den volgenden Maandag plaats. Op den 30 Maart 1887 namen de leden der Vereeniging als herkenningsteeken een medaille, en wel dezelfde die bekend staat als de ‘Geuzenpen ning’ eenmaal gekozen op het feestmaal te Brussel 6 April 1566 door Hendrik van Brederode. Zij stelt voor de buste van Philips IIIGa naar voetnoot(1) met de eerste helft van het motto: ‘En tout fidelles au Roi,’ terwijl aan de andere zijde twee handen zich inééngestrengeld bevinden met ‘Jusqu'a porter la besace’ en den datum: 1566. Pleister modellen van verschillende afmetingen in het Koninklijk Oudheidskundig Genootschap te Amsterdam waren hiervoor aangeboden aan deze Vereeniging door Ds P.H. Blom Coster, geneesheer van wijlen de onvergetelijke koningin Sophia der Nederlanden. Hiernaar heeft de firma Tiffany et Co te New-York | |
[pagina 11]
| |
verscheidene gemaakt die het eigendom zijn der Vereoniging. De medaille in zilver kost 6 dollar, in goud 28. De reglementen der Vereeniging zijn gedrukt op oranje gekleurd papier, en de liefde voor dat stamhuis zit de leden in het bloed Zeer veel geld besteden zij voor hun bibliotheek, en doen al het mogelijke om de de band nauwer toe te halen die hun met de Nederlandsche traditiën verbindt. Het beste werk dat zij ooit hebben uitgegeven is: ‘Knickebockers Historie of New-York’, geillustreerd door E.W. Kemble en geschreven door Washington Irding, is dit boek eene eenige plaats verzekerd in de de uitgaven der 19e eeuw. Het is in verscheidene editiën. Men kan het krijgen voor 5 Amerikaansche centen, maar de zoogenaamde Stuivesantuitgave, waarvan alleen 281 exemplaren gedrukt zijn, kost een 90 hollandsche guldens (antiquarisch). Het gebouw der vereeniging is 319 5th avenue; dan bezit zij een Knickerbocker Canoe Club, West, 132e straat, en een Yacht Club, Oost, 132e straat. Vanwaar de naam Knickerbocker? Die vraag heb ik mij dikwerf gesteld. Heeft Washington Irding gelijk' als hij ons mededoelt, dat de naam Knickebocker behoord heeft aan een oud Nederlandsche familie, met wie hij was vermaagschapt, en die hij wereldbekend maakt in zijn boekt? Of moet men gelooven dat het woord afkomt van de eerste nederzetters te Albany aan den Hudson die algemeen knikkerbakker, bakker van knikkers (marbles) genoemd werden? Die naam zou dan oorspronkelijk afkomen van de oud Hollandsche bakkerijen der eerste nederzettingen. Hoe dit ook zij, het woord Knickerbocker heeft burgerrecht gekregen en bestaat in de historie der Vereenigde Staten en die van NewiYork City in het bijzonder. Deze vereeniging voelt iets voor de historie van de houw en trouw Nederlanders. Waarom haar jaarlijksche vergadering gehouden op den 6n April? Omdat de leden willen herdenken het verzet der Nederlanders tegen den gewetenloozen tyran, die met zijn merglooze hand het rollende rad der ontwikkeling meende te kunnen stuiten en de ontwaakte vrijheidszucht van den menschelijken geest te kunnen smoren. Op 6 April 1566 kreeg dat verzet een vaste gestalte te Brussel, en vandaar dat de leden der Knickerbockers Society te New-York dien datum te zamen komen. De leden hebben door Motley - voor zoover zij de Hollandsche werken niet lezen - grondige studie gemaakt van onze historie. Wel weten zij dat ‘het Verbond der Edelen’ te niet ging, maar zij weten tevens dat het den volke van de gezindheid der Edelen deed blijken; het had een stoute gedachte tot een daad gemaakt; het had het eerste feit gewrocht in den edelsten en heiligsten opstand, die ooit door eenig deel der menschheid is aangegrepen tot verkrijging zijner rechten, tot vernietiging van onredelijke en onzedelijke, en daarom onchristelijke wetten. De Knickerbockers Vereeniging stelt steeds zich ten doel, de draad die door de Nederlandsche geschiedenis loopt ter hand te nemen en verder te voeren, denkende aan de woorden des dichters: ‘Wee 't volk, wien zijn geschiedenis
Alleen een boek in prachtband is,
Waarvan het wel de prenten ziet,
Maar leest de bladen niet!’
New-York.
C.J.B.v.d. Duys.
|
|