Neerlandia. Jaargang 1
(1896-1897)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederlandsch Zuidafrikaansche Vereeniging.De N.Z.A.V. heeft het verslag over 1896/1897 aan haar leden gezonden. Het bestuur bestond in 1896 uit de Heeren Mr. J.E. Henny, Voorzitter, Mr. J.B. Loman, Penningmeester, Prof. Dr. C.B. Spruyt, Secretaris; Mr. H.P.G. Quack, Mr. H.A.L. Hamelberg, Mr. E.J. Everwein Lange jr, Dr. L. de Geer, Prof. M.J. de Louter, Dr. M.A. Perk. E.S. Labouchere, Mr. A. van Naamen van Eemnes, Dr. W.H. van de Sande Bakhuyzen en Mr. G. van Tienhoven. - Als adjunct-secretarissen zijn werkzaam de HH. Mr. W.A. van Woudenberg Hamstra, Jhr. J.A. van Kretschmar van Veen. Prof. Spruyt gaf te kennen dat hij tegen het einde van het boekjaar wenscht te bedanken en was niet te bewegen om op zijn beslissing terug te keeren. Op 1 Mei 1897 beliep het aantal leden van de Vereeniging 1797. Onder dit getal zijn er 44 in den Oranje-Vrijstaat, 312 in de Zuidafrikaansche Republiek, 68 in de Kaap-Kolonie. Het kapitaal van de Vereeniging vermeerderde door twee schenkingen, bestaande uit vijf aandeelen van de Voorschotbank voor Z.A. elk nominaal van f. 100, de andere van 30 aandeelen van de Volksstemmaatschappij te Pretoria, elk nominaal van f. 300. Ze genoot een toelage van £ 100 van den Volksraad van de Z.A.R., een van £ 50 van den Oranje-Vrijstaat. Ze betaalde f. 2000 als renteloos voorschoot aan de firma De Bussy voor de vestiging van een Nederlandschen boekhandel te Pretoria, f. 4000 als bijdrage in het grondkapitaal van de Voorschotbank voor Z.A.; stelde een bijdrage van £ 100 ter beschikking van de commissie voor de oprichting van een nationaal monument | |||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||
te Doornkop; betaalde aan boekverzendingen bestemd voor de bibliotheken te Philippolis (O. Vr.), Vlakfontein en Vrijheid (Z.A.R.) een som van f. 921,87. Het taalfonds gevestigd bij acte van 19 Mei 1896 bedroeg op 1 Mei f. 60,514,88. Het Taalfonds ‘is bestemd om te worden besteed voor al wat strekken kan ter bevordering van het gebruik van de Nederlandsche taal als voertuig van gedachten in Z.A.’ en heeft een Bestuur bestaande uit de HH. Mr. Willem Baron Röell, Voorzitter, M. Frank Karel van Lennep, Secretaris, Adriaan Deodatus de Marez Oyens, Penningmeester, Dr. Willem Hendrik Gispen, Prof. Dr. Cornelius Bellaar Spruyt, allen te Amsterdam; Prof. Dr. Robert Jacobus Fruin te Leiden, Mr. Jacobus Pieter Moltzer, te 's Gravenhage, Abraham Siewertz, te Rotterdam, Dr. Johannes Hermanus Gunning. Willemszoon te Zwolle. Het Taalfonds besteedde f 4000 aan aandeelen in het kapitaal van de Voorschotbank van Zuid. Afrika. De voorschotbank van Z.A. werd opgericht in September 1896 met een aanvankelijk kapitaal van f 10,000, waarin, bebalve de f 8000 door het Taalfonds en de N.A.V.Z. f 2000 werd genomen door de Commissarissen en Directeuren. Thans bedraagt het kapitaal f 24,100, wat onvoldoende blijkt, zoodat het Restuur het grondkapitaal wil trachten uit te breiden tot f 35,000 of f 40,000. Aandeelen van f 100, uitsluitend op naam, kunnen genomen worden, waarop, indien de winst van het bedrijf het toelaat, een rente van 4% 's jaars zal betaald worden. Commissarissen zijn: de HH. Mr. W.H. de Beaufort, J.L. Cluysenaar, G. Mesdag Jacobszoon, A.S. Van Reesema, Mr. H.C.J. van Tienen, Bestuurders de HH. Mr. J.E. Henny, Mr. J.B. Loman, Mr. H.P.G. Quack. De Voorschotbank schiet, tegen matige rente, geld voor aan personen die naar Z.A. willen verhuizen en die persoonlijke of zakelijke zekerheid kunnen aanwijzen voor de betaling van de annuïteiten. De Voorschotbank stelde dozijnen Nederlanders in staat om in Z.A. een nuttigen werkkring te aanvaarden. Ten aanzien van een klasse van landverhuizers werd niet aan de verwachting van de Commissie beantwoord. Er bestaat in Transvaal groote behoefte aan eenvoudige en degelijke Hollandsche dienstmeisjes. Deze emigratie verdient in 't belang van de taal krachtigen steun, omdat de verhuizende dienstboden in den regel na eenigen tijd een huwelijk sluiten en moeders worden van Nederlandsch-sprekende huisgezinnen. Ongelukkig kunnen deze dienstmeisjes in den regel geen borg vinden zoodat er maar weinig zijn die van de voorschotten van de Bank kunnen gebruik maken. Het Informatie-bureau, gevestigd Rokin 60, staande onder D.R. van Urk als Chef, open des Dinsdags en Vrijdags van 3 tot 5 uur, verstrekte van 1 Mei 1896 tot 30 April 1897 aan 2482 personen inlichtingen over + 70 ambachten en bedrijven verdeeld. Door rechtstreeksche tusschenkomst van het informatie-bureau, in verbinding met zijn vertegenwoordiger te Pretoria, den Hr A.D. Roosegaarde-Bisschop, werden 21 personen aan een betrekking of aan werk geholpen. Door tusschenkomst van den Heer E.J. Van Gorkom, procureur en notaris te Jhbg werden 18 Nederlanders, met introductie en aanbeveling van 't bureau vertrokken, in verschillende betrekkingen geplaatst. Met betrekking tot verbreiding van 't gebruik van onze taal is deze mededeeling van 't informatiebureau van belang: ‘Opmerking verdient dat door de uitbreiding van de gegoede Hollandsche bevolking te Pretoria, zelfs in Engelsche winkelzaken behoefte is ontstaan aan Nederlandsche bedienden. Indien wij er slechts in mogen slagen steeds eerste krachten van onbesproken levenswandel uit te zenden, zijn wij er van overtuigd, dat op dit gebied voor vele Nederlandsche jongelieden nog een goede toekomst is weggelegd.’ Van de uitgaven van de Vereeniging is het Leesboek over Geschiedenis van D. Aitton moeten herdrukt worden en verscheen in Februari 1897, uitgebreid en met enkele kaarten onder den titel van Geschiedenis van Zuid-Afrika. De Commissie van het Studiefonds van de Vereeniging heeft onder haar toezicht de Zuidafrikaansche leerlingen J. Schoeman, H. Bodenstein, C. Weilbach, M. Malherbe, E. de Souza, N.J. Smit, C. Pistorius, J.J.P. Klein; de laatste studeert voor civiel-ingenieur te Delft; de anderen zijn nog leerlingen aan verschillende inrichtingen van onderwijs. Buitendien oefent de commissie eenig toezicht op de studie van vijf andere Transv. jongelieden, die voor eigen rekening studeeren. Het studiefonds verleende studiebeurzen aan M. Malherbe en N.J. Smit, ieder van f 720. Het Studiefonds bezit:
De Nedl. Z.A.V. is altijd bij de hand wanneer er kans op is nauwer betrekking tusschen Nederland en Z.A. te doen ontstaan; toen in Dec 1896 de Volksraad v.d.Z.A.R. besloten had een toelage te verleenen, aan een nieuwe stoomvaartlijn, werd onmiddellijk aan den Consul-Generaal te Pretoria getelegrafeerd, om te weten hoe groot de toelage zou zijn en of de Nederlanders eenige kans hadden in aanmerking te komen. Het ontvangen antwoord werd door het Bestuur aan verschillende deskundigen van invloed en gezag medegedeeld. De handen waaraan die zaak is toevertrouwd waarborgen de zekerheid dat Nederland niet achter zal blijven als er eenige kans is die stoomvaartverbinding te vestigen zonder te groote waarschijnlijkheid van een treurige mislukking. In een vorig nr van Neerlandia drukten we een opstel over uit Hoymans Schuurmans Exportblad, waarin aangedrongen werd op 't scheppen van eigen stoomvaartverbinding met Z.A. en drukten de gedachte uit, dat er wellicht meer kans tot slagen was, wanneer Noord- en Zuid-Nederland hiervoor hun krachten vereenigden. Ten slotte behelst het verslag nog een paragraaf over het Nederlandsch in de Kaap- Kolonie en naar aanleiding van den strijd tusschen Afrikaansch (er zijn er in de Kolonie, die 't gesproken Kaapsch-Nederlandsch tot een geschreven taal willen verheffen) en grammaticaal Nederlandsch, eenige woorden over de voorstellen tot vereenvoudiging van spelling en verbuiging van Kollewijn c.s. De vereenvo diging is een vraagstuk van overwegend belang in den Zuidafrikaanschen Taalstrijd. Niet alleen voor Z.A. is dat vraagstuk van belang; doch hier is 't de plaats niet om daar over uit te weiden. Tot voorlichting van belangstellenden, neemt het verslag een propagandablaadje op van de Vereeniging tot vereenvoudiging van onze schrijftaal. Dat doen we thans op onze beurt omdat het vraagstuk van de vereenvoudiging een vraagstuk van belang is voor den heelen Nederlandschen stam. Men kan voor of tegen zijn; maar 't komt er op aan, zich met kennis van zaken een oordeel te vormenGa naar voetnoot(1). |
|