Briefwisseling.
Ieperen, 27 Mei 1897.
Waarde Heer,
In het laatste nummer van Neerlandia wordt de klacht meegedeeld van een heer uit Rotterdam, omtrent het uitgeven van Nederlandsche rondreisbiljetten in het Duitsch.
Eene erger klacht is deze: geheel Vlaamsch België dóór zijn aankondigingsbrieven in de stations aangeplakt voor de Nederlandsche spoorwegen, alleen in het Fransch opgesteld.
Alle Hollandsche firma's, die aankondigingen doen in Vlaamsch België, doen het in het Fransch.
Kan de Vlaming, die zijne taal genegen is en die er naar streeft dat alles hier in zijne taal zou geschieden, zich anders dan erg gekwetst voelen bij het zien dat zijne Noorderbroeders zóó weinig aan diczelfde taal vasthouden en aldus koren op den molen van onze franskiljons brongen?
Uw
H.V.
N.v.d.R. - Het feit, aangehaald door ons lid uit Ieperen, heeft ons ook getroffen, wat de advertentiën betreft. Wellicht spruit dat voort uit onbekendheid met taaltoestanden in België bij de adverteerende firma's. Die beschouwen België misschien als een Franschsprekend land. Nu, die firma's verkeeren in een groote twaling, wanneer ze meenen, dat hun Fransche advertenties in Vlaanderen doelmatig zijn. Wij hebben er dergelijke aangetroffen te Aalst b.v. In deze stad van 27,000 zielen, wonen zeker geen 100 personen, die alleen Fransch spreken. Het aantal personen, die Fransch kennen, mag groot zijn, het is maar een klein per cent op de gansche bevolking, die in haar geheel, Nederlandsch leest. Zullen Fransche advertenties hier doelmatig zijn?
Ondertusschen verzoeken we onze lezers ons de Hollandsche advert nties in 't Fransch, die ze opmerken, te doen kennen met naam en voorwerp. Er is wellicht middel om dat te keer te gaan.