Humpata (Portugeesch Angola).
Uit het leven van voortrekkers.
Ds. J. Vorster van de Boeren-Kolonie te Humpata, die in de Kolonie op bezoek is, deelt een en ander mede over den toestand zijner gemeente in het verre Humpata. De menschen wonen ver uit elkander en dat zulks veel ongerief meêbrengt spreekt van zelf. Het volgende zal hen, die onze boerenbevolking zoo gaarne beschimpen, toonen van wat stof ze gemaakt zijn: ‘De menschen te Humpata wonen op het dorp en in de nabijheid van Humpata, maar van Humpata zijn eenigen verwijderd en wonen aan de oorsprongen van de rivier Kee. Om bij die menschen te komen, moet men 10 dagen met de ossen rijden; vandaar weder 3 dagen, dan komt men te Hanja weder bij een ander klomp menschen; van Hanja weder 2 dagen rijdens dan komt men te Catumbella bij het andere deel van de gemeente. Verleden jaar was ik 2 maanden op pad om die menschen te bezoeken en kon maar 2 zondagen daar te Kee, Hanja en Catumbella vertoeven. Op die reis heb ik een zeer treurige ontmoeting gehad. Ik kan zeggen de treurigste ontmoeting in mijn geheele leven. Ik kwam op Woensdagmorgend op de plaats van diaken P. Steyn, vond 9 kinderen, waarvan het oudste 14 jaren oud is (een meisje) geheel alleen, de naaste menschen vandaar zijn 3 dagen rijdens met de ossen. Broeder P. Steyn liet zijne vrouw met die 9 kinderen te huis. In zijne afwezigheid stierf de moeder. De moeder stierf Dinsdagmorgen; ik kwam Woensdagmorgen daar en vond die kinderen daar geheel alleen. De kinderen hebben hunne moeder Dinsdagavond begraven. Van hen vernam ik dat zij het lijk in vellen hadden toegerold en zoo in het graf gelogd. Ik en de 2 broeders J. Potgieter en L. Pretorius besloten toen om een kist te maken van kasten, die wij op de wagens hadden, en het lijk op te graven en het behoorlijk ter aarde te brengen. Donderdagmorgen hebben wij het lijk opgegraven en vonden het in goede orde in een laken gespeld, en buitenom gemsboksvellen. Hoe die kinderen het lijk in het gat, dat zij
gemaakt hebben, gekregen hebben, is mij een raadsel. Tot lof kan ik van de kinderen zeggen, dat zij wijsheid van boven hebben ontvangen om alles zoo wijselijk en met verstand te doen. Wij hebben toen de kinderen met ons meêgenomen.
Onze menschen leven eenvoudig, doch net en schoon en zijn over het algemeen innige christenen. Zij leven afzonderlijk van de Portugeesche natie, spreken wel wat Portugeesch, doch op godsdienstig gebied hebben zij niet de minste gemeenschap. Verder zijn er de kolonisten van Wodeir (of Thodeir). Die zijn zeer verachterd; zij zijn over het algemeen arm, en houden zich meestal met landbouw bezig. Het dorp Humpata kon een mooi dorp worden, als het goed opgebouwd wordt; het ligt zeer uitgestrekt en heeft een mooi uitzicht. De erven zijn groot - 150 treden lang en 100 breed. Het klimaat is gezond; wij waren er nooit eigenlijk ziek. Te Humpata is het zeer vruchtbaar; men heeft er het geheele jaar groente. Boomen groeien er zeer spoedig. Humpata is in vele opzichten een aangename plek om te wonen. Als men van Humpata gaat, krijgt men spoedig lage veld. In de richting van Kee, Hanya en Katumbella, vindt men groote houtbosschen en groote stroomen waters. Aan de oorsprongen van Kee is het kaal veld, omtrent hetzelfde veld als bij Winburg en Ventersburg, in de Oranje Vrijstaat. Daar schijnt het veld zeer goed te zijn voor groot vee, ook misschien voor klein vee. Ik was in Juni daar; toen was er een klein stukje koorn dat begon rijp te worden. De aren waren bijzonder mooi groot. Het schijnt mij een goed stuk te wezen. Hanya en Katumbella schijnen mij met zoo goed te wezen voor vee en gezaaide. Het land Angola is in vele opzichten een aangenaam land om in te wonen; men krijgt er bijna alle soorten van wild en ongedierte, zooals elanden, soms honderden in een troep, buffels, wilde beesten, kwaagas, kameelen, olifanten, zeekoeien, leeuwen, tijgers en wilde honden. Sommige menschen blijven zes maanden weg om de olifanten te schieten. Zooals men weet, is het voor een Afrikaner zeer aangenaam met zijn geweer in het veld te zijn, vooral als hij voel wild kan krijgen. Laatste winter was ik in het jachtveld, om eenige menschen daar te bezoeken. Het was mij zeer aangenaam het gebrul der
leeuwen te hooren.
Op zulk een reis kan men veel nut doen door elken avond godsdienst te houden, wat ik dan ook geregeld gedaan heb. Elke Zondag werden ook de gewone diensten door mij waargenomen.
Daar is zeker voor een 20,000 menschen plaats om te wonen, en als er zooveel menschen zouden zijn, zou het land goed kunnen bearbeid worden, en zou het veel opbrengen.
Express (Bloemfontein).