Bibliographie.
N.J. Hofmeyr. De Afrikaner Boer en de Jamesoninval. Uitg. Jacques Dusseau. Kaapstad en Amsterdam; fr. 4,85.
Dit handig, zeer net gedrukt, ingebonden boek van 504 blz., geschreven door den oud-opsteller van den Express van Bloemfontein, is niet maar een verhaal van den Jameson-inval. Het begint met een historische inleiding, die de dapperheid van de Boeren bezingt, van den tijd dat nog de zeekoeien in een moeras in 't midden van de tegenwoordige Kaapstad speelden en de leeuwen de morgenwandeling van Van Riebeeck in zijn tuin stoorden tot aan Jameson's verraderlijken sluiptocht. Deze wordt natuurlijk breedvoerig behandeld, maar is voorafgegaan door een hoofdstuk over Cecil J. Rhodes, waarin de schrijver licht laat stralen op dezes behendige politiek, zijn verhouding tot den Afrikaner-Bond en zijn vroegeren vriend Jan Hofmeyr. Voor den schrijver, had Rhodes niet alleen schuld aan den aanslag tegen de Transvaalsche onafhankelijkheid als medeplichtige, maar was hij de inrichter, de ziel van de samenzwering. Dat hij juist had gezien heeft Rhodes bekentenis thans volkomen bewaarheid. Van den aanslag van Jameson wordt breedvoerig, naar documenten, het broeien, de voorbereiding, de ten uitvoerlegging en de jammerlijke mislukking nagegaan. Het boek is opgeluisterd door tal van platen, portretten van Kruger, Pretorius, generaals Joubent en Smit, Rhodes, Jameson, Lord Loch, Commandant. Cronjé, Hoofdrechter Kotzé, Luitenant Eloff, Ex-Pres. Reitz, Pres. Steyn, Chamberlain, Sir Hercules Robinson, enz., monumenten als het monumentgebouw te Pretoria, het standbeeld van Jan Brand, landschappen, enz., en bevat twee kaartjes betrekkelijk den Jameson-inval. Het is een boek dat door den Vlaming moet gelezen worden, die bij die lectuur zijn bewonderende sympathie voor zijn dappere stamgenooten nog zal voelen toenemen. Het is een boek dat voedsel zal geven aan den Afrikaner geest, zaad strooiend voor de toekomst.
‘Hebt goeden moed, mannen! broeders! mederepublikeinen en mede-Afrikaners,’ zegt de schrijver aan 't einde. ‘De twee Z.A. Republieken zullen den grondslag van 't gebouw der “Vereenigde Staten van Zuid-Afrika onder eigen vlag” op Gods tijd leggen, en, indien de Imperialist ons met geweld in dat werk wil hinderen, dan zal 't gebouw, evenals de tempel van Nehemia, onder den tegenstand van Sanballat en Tobia, des te sneller verrijzen.’
Moge 't zoo zijn!
H.M.
***
Het Leven in Zuid-Afrika door J.H. Junius, Amsterdam, Campagne en Zoon.
Dit boek is de geschiedenis van de lotgevallen van twee jonge Hollanders, Verburg en Van Turnhout, die, de een wegens een ongelukkige liefde, de ander wegens den last dien hij had van zijn beren, hun geluk in Z.-A. komen beproeven. Den flinken Verburg valt het mee, den karakterloozen Van Turnhout niet, en terwijl de eerste, in den echt getreden met de jonge, schoone weduw van zijn ouden patroon Bindeman, zich opwerkt tot welgesteld en invloedrijk man, komt alleen de tijding van 't afsterved van zijn rijken peetoom den tweeden redden van het loafers leven, in Z.A., 't voorland, dat hem wachtte.
Evenwijdig worden de avonturen van beide helden van 't verhaal ontwikkeld. Het is den schrijver blijkbaar meer te doen om den lezer door die avonturen een aanschouwelijk beeld van 't leven in Z.A. (althans in 't jaar 1871) te geven, dan om een zeer boeiend verhaal te schrijven. In 't eerste is hij goed geslaagd.
***
Door onvoorziene omstandigheden (het overlijden van den etser Sterck en het ziek worden van den drukker), werd het verschijnen van den Gentschen Studentenalmanak voor 1897 vertraagd. Doch daar die moeilijkheden grootendeels te boven zijn gekomen, denkt de Redactie dat het jaarboekje nog in April zal verschijnen.
Men teekent nog steeds in bij den secretaris, H. Smout, 68, Keizer Karelstraat, Gent. De prijs van het jaarboekje (260 blz. plus 2 gegraveerde portretten) is slechts fr. 1,65 voor België, fl. 1,10 voor Noord-Nederland, fr. 2,50 voor de landen van de Postvereeniging.