Neerlandia. Jaargang 1
(1896-1897)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBrief uit Curaçao.Curaçao, 30 Januari 1897.
Aan den Heer J.J.B. VAN DER CHYS Jr. Secretaris van het Genootschap tot verbreiding der Nederlandsche Taal, te Delft.
Weledelgeb. Heer!
De inhoud der circulaire, welke het Genootschap tot Verbreiding der Nederlandsche Taal verspreidde, werd mij bekend door ‘de Telegraaf’ - Ook op Curaçao o.a. is een vruchtbaar veld te vinden voor de werkzaamheden van genoemde vereeniging, want het is in deze Nederlandsche kolonie met de Nederlandsche Taal treurig gesteld. - Zie: N. Rotterd Courant 8 Mei 96, 2e bl. A. In gesprekken neem ik, zoo nu en dan, den handschoen voor het goede recht der Ned. Taal op; maar wat kan de éénling uitwerken, die bovendien den naam mist van man van gezag? Dat gevoel van onmacht doet mij met te meer vreugde het streven van het Genootschap begroeten en bovendien tot het verzoek komen, mij in staat te stellen de harten op te wekken toe te treden tot een' bond van mannen, die het: ‘Bataven! kent uwe taal’ zoo overtuigend zullen weten te verkondigen. Ik ben onbekend met de leest, waarop de inrichting van het Genootschap geschoeid is; doch, zou het der Redactie van Neerlandia ongevallig zijn, wanneer een stuk van mijne hand over het Nederlandsch op Curaçao haar ter plaatsing toegezonden werd?Ga naar voetnoot(1) Hoogachtend, heb ik de eer te zijn,
Uw dienstwillige, G.J. Van Grol, W.-I. Ambtenaar. - Hoofdonderwijzer. |
|