Het Nederlandsch in Denemarken.
De belangstelling voor Nederland en zijn bewoners is in Denemarken grooter dan men hier vermoedt. Onze politiek wordt er gevolgd, onze oude kunst met liefde bestudeerd, onze geschiedenis in hoofdzaken op de scholen onderwezen, onze landbouw nagegaan. De Deensche kunstenaars reizen gaarne naar ‘Holland’ en ‘Ik ben Hollander,’ is vrij wel een introductie.
Onze letterkunde en nieuwe schilderkunst daarentegen is bij de groote menigte nog weinig bekend. In 't laatste zal, hoop ik, de internationale kunsttentoonstelling te Kopenhagen van dezen zomer eenige veranderingen brengen. Toch beginnen ook onze taal en letterkunde, langzamerhand door te dringen in 't Noorden. Zij trekken reeds de aandacht van de meer ontwikkelden. Een der jongere Deensche schrijvers: Alfred Ipsen, schreef een goed boek over Holland, waarin hij ook onze letterkunde vrij uitvoerig behandelde, en met groot talent eenige gedichten van Frederick Van Eeden vertaalde.
Ik heb in de laatste jaren te Kopenhagen verscheidene personen aangetroffen, die Nederlandsch lazen. De bekende Deensche philoloog Dr Otto Jespersen, professor aan de Universiteit te Kopenhagen interresseert zich zeer voor onze taal. Een dame onder mijne kennissen te Koponhagen is goed thuis in de nieuwere letterkunde van Noord en Zuid Nederland, en enkele anderen, die ik ken lezen Nederlandsch.
De beroemde criticus Georges Brandes schreef met veel warmte over zijn reizen in Holland en België. En Karl Madsen een uitnemende Deensche kuustkenner, schreef veel over onze oude kunst.
Dit alles te samen bracht mij er toe te beproeven of een cursus in 't Nederlandsch te Kopenhagen kans van slagen had. Om zeker te zijn van de wijze, waarop dit onderwijs moest worden aangepakt, gaf ik voor 2 jaar een proefcursus van 13 lessen in 6 1/2 weken aan 9 leerlingen, meest bekenden, die daaraan op mijn verzoek deelnamen. Verleden jaar adverteerde ik en zeven leerlingen meldden zich. In de laatste 5 à 6 lessen sprak ik Nederlandsch en werd goed verstaan.
Uit het Nederlandsch werden de volgende boeken in 't Deensch vertaald:
Van Mevrouw Bosboom Toussaint: Majoor Frans.
Hendrik Conscience: Jacob van Artevelde; Het Goudland, De Strandlooper; Batavia; Aureliaan.
L. Couperus: Majesteit.
Cremer: Hanna de Freule.
Ising: Wilhelm van Oranje en zijn Page.
Van Lennep: De Friezen in Rome.
Limburg Brouwer: Akbar.
Melatti van Java: Mejonkvrouw van Groenenrode.
C. Van Rees: Een middag bij Beethoven.
Ritter: Pedagogische fragmenten.
Smits: Nieuwjaarwensch van den ouden Heer Smits.
Multatuli: Saïdjah en Adindah.
Prof. Thiele: Geschiedenis der Godsdiensten.
Onlangs werd er te Kopenhagen een voordracht gehouden over het leven in de steden van Nederland Dis alles is nog maar een klein begin.
Maar de belangstelling is eenmaal gewekt en zal nu wel wakker blijven.
Margaretha Meyboom.
Haag, Maart 1897.