De Republiek Stellaland.
De dood van Commissaris G.J. Van Niekerk († Pretoria, 23, 10, 96) brengt een bladz. uit de geschiedenis van Zuid-Afrika in herinnering, die we onze lezers willen mededeelen, omdat we denken, dat de meesten niet op de hoogte van die geschiedenis zijn. Het ligt op den weg van Neerlandia Nederlanders over de wereld bekend te maken met de lotgevallen van onzen stam en ze op de hoogte te houden van wederzijdsch leven en streven. Uit deze blz. blijkt dat verdrukking van onzen stam in Zuid-Afrika altijd schering en inslag geweest is van de Engelsche politiek. Het stuk is overgenomen in vereenvoudigde spelling van de Volksstem (Pretoria).
‘De overleden Hoofdcommissaris van politie, heeft ongeveer een twaalftal jaren geleden Zuidafrikaanse befaamdheid gekend in verband met hetgeen de Stellaland-kwestie genoemd pleegt te worden. De door de heer van Niekerk in die moeilike dagen aangenomen houding verdient tans enigszins uitvoerig te worden herdacht.
Ten westen der Z.A. Republiek woonden kort na het sluiten van de vrede tussen Transvalers en Engeland verscheiden stammen van inboorlingen, die als gewoonlik in onderlinge onmin en krijg verkeerden. In hun kwesties, die vaak op bloedige wijze beslecht werden, vonden zij vaak hulp van blanken, voornamelik van de Kimberley-diamantvelden afkomstig, die voor hun gewapende bijstand beloning in verschillende vorm plachten te bedingen. De Batlapin, de Koranna, de Barolong en andere kaffers genoten toenmaals een welverdiende naam van onrustige en vechtlustige naburen der Z.A. Republiek.
De heer Van Niekerk was door zijn jarenlang verblijf op zijn plaats Kromelleboog geheel vertrouwd geraakt met de plaatselike omstandigheden en had ruimschoots de gelegenheid om overtuigd te worden van de onmogelikheid om rust en orde te scheppen onder de verschillende kapteintjes, die nauweliks van roverhoofdmannen zich onderscheidden.
Toen dan ook Mankoroane, kapitein der Batlapins in aansluiting met Montsioa - dezer dagen overleden - in zijn verzet tegen Gasibone, bijgestaan door Massouw, gevaarlik werd voor de belangen der blanken, deed van Niekerk aan het hoofd van een vrijwilliger kommando, hetgeen volgens eeuwenoude Afrikaner gewoonte op zijn weg lag.
In het eind van 1881 had Mankoroane door Britse invloed gesteund een onverwachte en ongemotiveerde aanval op Massouw gedaan, die Transvaalse sympatiën heette te bezitten. Bij die aanval werden de grenzen der Z.A.R. door Mankoroane overschreden door het uitzenden van een ruiterkommando, ter omsingeling van Massouws hoofdstad. Dit gaf aanleiding dat de blanken een bestuur vormden waarvan zij den heer van Niekerk voorzitter maakten.
Intussen had Massouw in Januari '82 blanke vrijwilligers opgeroepen. ten einde zich tegen Mankoroane, die zelf door 2 bezoldigde agenten van de Kaapse Regering werd bijgestaan, te verdedigen.
De oorlog die toen ontstond, liep uit ten voordele van Massouw, doch de vrijwilligers aan weerszijden behielden de hun als beloning toegezegde grondrechten voor verleende hulp.
Op 26 Juli '82 werd de vrede tussen Mankoroane en Massouw, ten overstaan van de heer van Niekerk en anderen, in geschrifte gesloten, terwijl de Regering der Z.A.R. als bemiddelaar werd aangewezen en beide oorlogvoerende partijen zich verbonden nooit de bescherming van een ander Goevernement te zullen inroepen.
Tans echter kwam Engeland tussenbeide. De Britse staatslieden konden niet verdragen, dat de Afrikaners over de inboorlingen overwicht kregen en ofschoon zowel Massouw als Mankoroane bij plechtige akte van 19 September 1882 hun grond plaatsten onder bescherming der Z.A. Rep., belette de Imperiale Britse Regering het Tranvaalse Goevernement om dit protectoraat te aanvaarden.
Evenals in land Gosen geschied was, sloten de vroeger tegenover elkaar staande blanken zich nader bij elkander aan en vormden de Republiek van Stellaland. Op 18 Jan. 1883 werd de heer Van Niekerk door het opperhoofd Massouw aangesteld tot administrateur van het aan de blanken toegekende grondgebied en bij proklamatie van 6 Aug. 1883 proklameerde hij plechtig de “Republiek van Stellaland” met Vrijburg als hoofdzetel. De volgende dag werden bij proklamatie no 2 de grenzen der niewe Boeren-republiek bepaald. Het bestuur was als volgt samengesteld:
Administrator: G.J. Van Niekerk. |
Kommandant: Adriaan de la Rey Sr. |
Sekretaris: H. van Boeschoten. |
Uitvoerend Raadslid: Adriaan de la Rey Jr. |
Staatsprokureur: F. Ludorf. |
Auditeur-Generaal: J.P. Minnaar. |
Registrateur van Akten: C. Genis. |
De niewe regering, welke sterke Transvaalse sympatiën had, doch een protektoraat der Z.A.R. niet kon verwezenliken, nam een afwachtende houding aan, totdat de Londen Konventie van 1884 een gedeelte der Republiek van Stellaland bij de Z.A.R. voegde en een ander gedeelte onder Brits protektoraat verklaarde.
Onder deze omstandigheden poogden de burgers van Stellaland, die het Britse protektoraat verfoeiden, onder de Kaapkolonie te komen, doch deze poging faalde. De Eerw. Mackenzie was intussen op het toneel der moeilikheden verschenen en maakte aanstalten om de bepalingen der Londense Konventie in zoverre deze Stellaland betroffen uit te voeren. Hij hees de Britse vlag te Vrijburg, stelde daar Britse ambtenaren aan en lokte dientengevolge, dd. 31 Juli 1884, een herhaald protest van den Administrateur van Stellaland uit. Dit protest vernietigde tegelijkertijd de uitgestrooide berichten als zoude van