dat de ontvanger te raden heeft naar den geseinden tekst.
***
In verband met de Taalbond-Vergadering te Paarl geeft Ons Land een inleidingsartikel waaraan het volgende ontleend wordt:
De Paarl heeft andermaal getoond, dat ze nog is de bakermat van onze nationaliteit. Een der sprekers, advokaat Smuts, heeft in een welsprekende en ernstige rede aangehaald, dat er een gerucht is uitgegaan, dat de Paarl thans minder nationaal is geworden, dat het plantje van vrijheidszin onder de statige eiken aan den voet der schone bergen, aan het kwijnen is. Hij meende echter terecht in de grote opkomst, in de hartelijke geestdrift, die de vergaderden bezielde, in de levendige belangstelling in de taal onzer voorvaderen een afdoend bewijs te zien, dat het gerucht onwaar is. Neen, het hart der Paarlieten klopt nog warm op de rechte plaats, hoewel hij gereed was toe te geven dat er een paar uitzonderingen mogen zijn. Dit is ongetwijfeld een verblijdend teken, een teken waarop geheel Zuid-Afrika behoort te letten.
De weemoedigen kunnen aan deze bron levend water komen drinken, dat hunne harten warm zal doen kloppen voor de taal en de gedachtenis hunner roemrijke vaderen, dat hen bezielen zal met niewe moed en ijver voor het grootse werk: het beste te zoeken voor het Afrikanerdom, voor onze stam- en geestverwanten.
Professor Viljoen trachtte de vraag te beantwoorden: ‘Wat moeten allen die belang stellen in den bloei en de welvaart van de Nederlandse taal in Zuid-Afrika tans aandurven in 't belang van die taal? In ene goed doordachte rede legde hij de vinger op twee der voornaamste zwakken van vele Afrikaners: onkunde en onwil. Men hoort soms zeggen: Nederlands komt vanzelf. doch hij vreesde dat het Nederlands bij die lieden en hunne kinderen vanzelf gaat.
Zij die de bron van het kwaad bij ons stelsel van onderwijs zoeken, raken ongetwijfeld de kiem der gehele zaak aan. Een bekwame Afrikaanse schrijver haalde onlangs een toneel aan uit zijne schooljaren. Daar stond hij op de bank met een groot bord voor de borst waarop geschreven stond in zwarte letters: DUTCH. En wat was dan eigenlijk het kwaad dat hij gedaan had? Wel, niet anders dan dat hij het gewaagd had zijne makkers in zijne moedertaal aan te spreken. Hij zegt dat hij heden nog niet de vernedering, de grieve kan vergeten.
Onze regering erkent officieel dat wij in een tweetalig land wonen, in een land waarin Engels en Nederlands gelijke rechten hebben.
En toch is ons stelsel van onderwijs enkel op een Engelse basis gegrond! Het medium van onderwijs is bijna uitsluitend Engels. Meer dan een der school-inspecteurs kent geen woord Nederlands, zodat zij de vordering die de kinderen in hun moedertaal gemaakt hebben, niet kunnen onderzoeken en hun rapport van de werkzaamheden ener school moeten opmaken zonder rekening te houden met het onderwijs in het Nederlands. Is dit billik? is dit recht? behoort het zoo te blijven? Wij stellen deze vragen in ernst en niet onder de opgewondenheid van het ogenblik. Onze voormannen moeten beslist uitspreken en onze rechtmatige en redelike rechten eisen.
Teveel te gelijk te vragen kan de goede zaak bederven, doch de tijd is gekomen om beslist, vol mannenmoed op te treden. De Nederlandse taal heeft reeds hare rechten in ons Parlement herwonnen en zal de tijd nog lang duren voor zij hare ereplaats in de scholen waarin Afrikaanse kinderen geleerd worden, weder heeft ingenomen? Het volk dat geen eerbied toont voor zijne moeders is niet waard geëerbiedigd te worden. En hoe kan men de moeder zonder hare taal eerbiedigen? De gedachte is een onmogelike, een onding.
De centralisatie in ons stelsel van onderwijs moet komen, moet spoedig komen.
De bill van den Heer Theron LWV, bij de laatste parlementszitting ingediend, ter oprichting van schoolraden, is wegens tijgdgebrek verongelukt, doch het beginsel mag niet uit het oog worden verloren. De Koloniale Sekretaris heeft te Graaff-Reinet beloofd dat hij aanstaande jaar een omvattende bill omtrent onderwijszaken zal gaan indienen.
Nu is het tijd voor het volk om beslist te zeggen wat men verlangt. Blijft men nu voortslapen, wel de kans gaat voorbij, en of zij spoedig zal terugkomen is zeer te betwijfelen.
Nederlands-sprekende Afrikaners, houdt uw moedertaal in ere! Dan zal men te vergeefs trachten u uw zelfstandigheid, uw volksidealen, uw godsdienst te ontnemen.