Op reis naar Holland.
Ontleend aan de ‘Chicago Daily News’ van Donderdag, 6 Augustus, 1896.
‘Peter van Schaack, aanvoerder der burgers, stond op het dek van het goede yacht de Sentinel en wuifde zijn hand. Daarop klonken van het dek des yachts en van een ander yacht, dat juist terzijde van de Sentinel voor anker lag, luid gejuich en onverstaanbare vreugdekreten. De loopplanken werden ingehaald, de yachts stoomden uit in het blauwe meer en de Hollandsche Vereeniging van Chicago (waarvan geen drie leden drie woorden Hollandsch kunnen spreken) was op reis naar Holland, Mich.
Holland, Mich is eene Hollandsche kolonie. Alles is daar Hollandsch, van af den burgemeester tot de pijpen die de raadsleden rooken bij hunne beraadslagingen. De burgemeester van Holland kwam eenige maanden geleden naar hier en verzocht de Hollandsche vereeniging en wel bijzonder Mr. van Schaack, hem een bezoek te brengen. Het verzoek werd aangenomen en de Hollandsche vereeniging, met Mr. van Schaack aan 't hoofd, ging heden morgen om zeven uur aan boord van de Sentinel en de Pathfinder.
Bijna ieder, die hedenmorgen aan boord des yachts ging, had een Van in zijn naam. Zij spraken allen Engelsch en de meesten hunner spraken nooit een andere taal, tenzij het School Latijn moge geweest zijn. Eens op een tijd, ver, ver terug in de middeleeuwen, droegen hunne voorouders houten schoenen (klompen) en spraken Hollandsch en vestigden zich in Nieuw Amsterdam. Hunne nakomelingen zijn in geenen deele van hetzelfde allooi. Indien een lid van de tegenwoordige Hollandsche vereeniging van Chicago overgeplaats werd in de straten van Amsterdam, hij zou een toeval krijgen en niet willen spreken tot de stevige, blonde, stijfkopige burgers, die hij ontmoette. Het is niet zeker wat de burgers met het lid der Hollandsche vereeniging zouden doen. De kans bestaat, dat zij hem de stad zouden uitwerpen.
In Roseland, een voorstad aan 't zuideinde van Chicago, wonen nog Hollanders van 't echte soort. Die dragen klompen, rooken lange pijpen en eten oliekoeken en andere Hollandsche dingen. Geen hunner was heden morgen bij de inscheping tegenwoordig, totdat juist de loopplanken ingehaald werden Toen waggelde een vet man, in een overbroek, die een wagen, geladen met aardappels, naar de markt had gereden, naar de rand van het water en riep iets in 't Hollandsch dat klonk als “Ho matjes tropjen!” De menigte aan boord werd eenigszins beneveld door dezen groet, maar wist dat eenig antwoord moest worden gegeven. Dies riep O.C. van Zandt “Tararum!” de Hollandsche vereeniging liet een zwakke zenuwachtige kreet hooren en de Hollander ging naar zijn wagen terug, terwij I hij zijn hoofd op een twijfelachtige, afkeerige wijze schudde.
Twee heeren, ongetwijfeld aristokraten, als tegenzin in werk als kenmerk daarvan mag worden beschouwd, verschenen aan het dok om 7,30 uur en verklaarden dat zij echte, onvervalschte Hollanders waren. Mr. van Schaack betwijfelde hunne verklaring en werd gezegd dat de eene Mr. Van Rag en de ander Mr. Van Jagg heette en dat zij zeer dankbaar zouden zijn voor een vrije overtocht naar de fruit farms van Michigan. Maar de Hollandsche vereeniging van Chicago wilde geene broederen in nood helpen en de expeditie begon zonder de nieuw aangekomenen.
De excursionisten trachtten een lied te zingen toen zij de haven uitzeilden - een wangeluid waarin het woord “van” zoo dikwijls herhaald werd, dat een huurkoetsier aan den oever verklaarde aan elk die het vroeg, dat dit de jaarlijksche excursie van de “Furniture Movers” vereeniging was. Een heerschap, dat de excursie zag vertrekken, maar terwille van zijne zaken dien dag niet weg kon, scheen in gepeins verzonken toen hij van het dok terugkwam.
“Hollandsche vereeniging!” zei hij. “En daar is er niemand bij die in Holland geboren is. Niemand wiens vader in Holland geboren is. Niemand wiens voorgeslacht voor 150 jaar Holland gezien heeft. Daar is niemand in de heele