Wat dient er gedaan in 1902 op het Groeningerveld?
Prof. Paul Fredericq zou dat onderwerp behandeld hebben op het Nederlandsch Congres. Een smartelijke familierouw belette hem evenwel op 't Congres aanwezig te zijn. Toch heeft die vraag de belangstelling gewekt en verschillende bladen hebben de vraag herhaald: wat zullen we doen in 1902 op den Groeningerkouter?
Indertijd was te Kortrijk een comité tot stand gekomen, dat de viering van den Sporenslag in 1902 op den Kouter zou voorbereid hebben. Herinneren we 't ons wel, dan bestond het plan om een monument op den Kouter op te richten als blijvende herinnering aan de grootste gebeurtenis uit onze geschiedenis. Maar dat comité laat niets meer van zich hooren.
Toch dient er iets gedaan te worden en de tijd om het voorstel, dat de algemeene goedkeuring zal wegdragen, ten uitvoer te leggen, is zoo lang niet.
Te Gent is een bestendig comité tot stand gekomen, bestaande uit afgevaardigden van verschillende Vlaamsche Maatschappijen, dat ieder jaar de viering van het 11e Juli-feest zal voorbereiden. Dat comité heeft besloten, indien nergens het initiatief genomen wordt voor de plechtige herdenking van den Guldensporenslag in 1902, zelf een beweging uit te lokken opdat de Vlamingen het weldra eens geraken omtrent hetgeen in 1902 dient gedaan te worden.
Voor zoover we weten, werd de Sporenslag herdacht, behalve te Gent, te Brussel, te Antwerpen, te Thienen, te Aalst, te Brugge, te Oostende. De personen, die in deze verschillende steden, de viering van het feest ingericht bebben, worden uitgenoodigd met het Gentsch comité in betrekking te treden. Laten ze een secretaris benoemen en dat deze kennis geve van zijn aanstelling aan de Redactie van Neerlandia en zijn medecomitéleden opgeve. Hebben de verschillende groepen eenig voorstel te doen, dat ze het inzenden. Er kan dan later een vergadering belegd worden, waar de verschillende voorstellen zullen besproken worden. In ieder geval, geen talmen meer. De tijd die ons overblijft is niet te lang. Indien het 11e Julifeest nog elders dan in genoemde steden gevierd is geworden, zullen onze leden ons verplichten met ons daaromtrent in te lichten.