Stedelijke schutter.
Bij gelegenheid dat Hein Dapper en zijn Meester over de Schutters gesproken hebben, is het U, lieve lezertjes, gebleken, dat er tweederlei soort van Schutters zijn, die uit de Steden en van het Platte land; dat is, uit de vlekken, dorpen en gehuchten.
In het wezen der zaak bestaat er echter geen onderscheid; want zij zijn alle Schutters , dat wil zeggen, burgerlijke verdedigers van het Vaderland, tegen den algemeenen vijand. Van zulke Schutters vindt men al in de oude tijden gewag gemaakt, dus moeten de Schutterijen al vroeg, onder de volken der wereld, bestaan hebben.
De Joodsche Stamvader Jakob, die meer dan drieduizend jaren voor ons geleefd heeft, kende reeds al Schutters; van zijnen geliefden zoon Jozef zeide hij: dat de Schutters hem bitterheid aangedaan en beschoten hadden. Ook de Filistijnen, een oud volk aan de boorden van de Middellandsche zee, hadden hunne Schutters-legerbenden, die zeer geoe-