is een eerste Luitenant, beschouwt hem met belangstelling, zoowel om den aanzienlijken rang die hij onder zijne gewapende medeburgers bekleedt, als om de gewigtige werkzaamheden die door hem moeten verrigt worden.
Het zal zeker mijne jonge vriendjes aangenaam zijn, ook met een enkel woordje iets te hooren van eenen oudvaderlandschen Luitenant, die in den oorlog een uitstekend voorbeeld van dapperheid gegeven heeft.
In het jaar 1672 en dus honderd en negen en vijftig jaren verleden, was ons kleine Vaderland in oorlog met Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen, deze magtige vijanden hadden besloten om ons land onder elkander te verdeelen, doch hun voornemen mislukte; want ons Vaderland bleef behouden.
In dien tijd nu gebeurde het dat een Luitenant met vierentwintig man van ons krijgsvolk op eene buitenwacht stond, om optepassen dat de Franschen niet onverwachts kwamen opzetten; dan ziet tegen den middernacht kwamen er honderd en twintig gewapende vijanden, om in stilte deze wacht te overrompelen en dan verder voorttetrekken. Maar de dappere Luitenant ontdekte den vijand nog bij tijds, streedt een geheel uur, dreef hem op