No. 110. Bruilofts-feestdronk.
Wijze: Schept vreugde in 't leven.
Juicht op het Bruiloftsfeest,
Ja, dat elk, opgeruimd van geest,
Nu op het heuglijk Bruiloftsfeest,
Zich ferm, vrolijk, prettig, blij
Juicht, Feestgenooten! enz.
Want zuchten, treuren en verdriet.
Dat tuig der aarde, hoort hier niet;
Wij allen zetten dan te zaam,
Juicht, Feestgenooten! enz.
Elks harte slaat nu ook verheugd,
Wij allen deelen in de vreugd,
In 't heil van Bruidegom en Bruid,
Zoo welgemeend, zoo innig.
Juicht, Feestgenooten! enz.
Welaan, dat elk dan lustig klink',
En eens een frisschen beker drink',
Ter eere van een Echtverbond,
Zoo schoon, zoo uitgelezen!
Juicht, Feestgenooten! enz.
En nu nog eens tot Bruigoms eer,
Gedronken, Vrienden! minst drie keer,
En wenschen wij dat hem deez' dag
De meeste vreugd moog baren!
Juicht, Feestgenooten! enz.
Maar nu ter eere van de Bruid,
Drinke elk zes volle bekers uit,
En 't driewerf heil klink' daarbij luid
En welgemeend haar tegen!
| |