De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 98. De roover-kapitein. In het duisterste der bosschen, In een hol door loof bedekt, bis. Rust de dapperste aller Roovers, bis. Tot hem zijne Rosa wekt. bis. Rinaldini! wil ontwaken, Roept zij, minzaam welgemoed, Uw gezellen zijn reeds wakker, En de zon verspreidt haar gloed. Hij, hij opent flaauw zijne oogen, Lonkt haar vriendlijk in 't gezigt, Zij zinkt zachtkens in zijne armen, Sluit zijn mond met kusjes digt. Thans hoort men de honden keffen, Ieder haast zich evenzeer, Ieder rust zich toe ten strijde, En laadt dubbel zijn geweer. Ridnaldini, ras gewapend, Treedt in 't midden van den hoop, Goeden morgen, kameraden! Wat is hier zoo vroeg te koop? [pagina 113] [p. 113] Onze vijand is gewapend, Nadert ons met alle man, Doch zij zullen ondervinden, Hoe de Boschzoon strijden kan. Dat men valle, of zegeprale, - Roepen allen - dat zij 't woord, En zoo berg als bosschen daav'ren, Van 't gedruisch rondom dit oord. Zie hen vechten, zie hen strijden, Daar verdubbelt zelfs hun moed: 't is vergeefs, zij moeten wijken, Spillen vruchteloos hun bloed. Rinaldini ingesloten, Slaat zich dapper door het rot, Vindeud langs de steile rotsen, Schuilplaats op een aadlijk slot. Tusschen oude donkre muren, Smaakt hij weêr het mingeluk; Daar komt Dianoor hem troosten, Door haar zachten handendruk. Rinaldini, lieve Roover, Gij rooft vrouwen rust en hart, Gij zijt hevig in uw strijden, Teeder in uw liefdesmart. Vorige Volgende