De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 41. Zeemans-hoop. Wijze: Wat wordt het laat, de klok enz. Hoerah! hoerah! ik druk den grond Van 't lieve Vaderland. De hoop des zeemans is vervuld, Nu zorgen aan een kant, En voort naar vrouw en kind, Die God geev' dat ik vind, Zoo vrolijk en zoo opgeruimd Als ik, hun trouwste vrind. Maar hoe, ach ja, bij weêr en wind! Daar komt reeds 't hartlijk wijf, Met mars en top en bramzeil bij Vliegt zij mij al op 't lijf. [pagina 54] [p. 54] Dag, allerbeste Mie! God dank, dat ik u zie, Nu is mijn hoop geheel vervuld, 'k Heb Wim ook op mijn' knie. Kom bottelier, tap nu eens in, Een oorlam kan geen kwaad, Maar meer ook niet, want bij Neptuin, 'k Weet niet waar 't hoofd mij staat. Aan boord noemt elk me een vent, Maar hier deug ik geen cent, Voort, waterlanders, pakt u voort, Zulk tuig ben 'k niet gewend. Wel Mie! wel allerbeste Mie! Dat had je niet gedacht; Gewis had niemand ons zoo gaauw In 't vaderland verwacht; Maar 't ging ook flink van top, Door 't ruime noorder sop, Toen was 't op eens: 'k zie land vooruit! En al het volk sprong op. Want van elk zeeman is de hoop Altoos naar 't vaderland; En weg is 't uitgestane leed, Daagt voor zijn oog het strand. Dan, tusschen bank en klip, Stuurt hij met zorg het schip, Opdat de rijk geladen kiel Den koopman niet ontglipp'. Zoo deden wij ook, hartlijk wijf! En nu ben ik reeds hier, En blijf, is alles goed en wel, Gewis een maand drie, vier; Dus wees maar wel te vreê, 'k Breng geld en goed u meê, Genieten wij ons eerlijk deel, De vruchten van de zee. Maar hebben wij nu overvloed, [pagina 55] [p. 55] Dan dient er wat gespaard; Want eens toch komt de tijd der rust, Dat Janmaat niet meer vaart. Een kus dus op de koop, Een hoerah! hoe 't ook loop. De rust wordt toch, mijn lieve Mie! Ook eindlijk 's Zeemanshoop. Vorige Volgende