De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 19. Bruilofts-zang. Wijze: Zoutmans gloeie. Koor. Stemt het loflied, feestelingen, Juicht bij 's levens hoogste goed, Wilt het heil der liefde zingen, Dat ons nimmer blozen doet. Alles moet haar wellust roemen, Zij is de eerpalm van de deugd; Meisjes zamen strooit nu bloemen, Jongelingen zingt haar vreugd. Wat toch waar deez' nietige aarde, Zonder u, aanlok'lijke echt, Gij die aller lot en waarde Eeuwig aan elkand'ren hecht, Gij schenkt ons het zoet van 't leven, Bij 't voldoen van onzen pligt, [pagina 28] [p. 28] Wat een mensch alleen doet beven, Valt vereende krachten ligt. Jongelingen. Zalig is 't, laat gij uw lippen, Meisjes, in een ernstig uur, 't Albeslissend: ‘Ja!’ ontglippen, Bij de roepstem der natuur, Als gij, als de morgen blozend, 't Eerst aan onzen boezem rust, En de liefde, zachtkens kozend, 't Niet meer weig'rend mondje kust. Meisjes. Grillig lot! wie kent uw zorgen, Wie al d' onspoed die ons wacht? 't Houdt zijn distelen ons verborgen, 't Bloempje, dat ons tegen lacht; Schoonheids-waas en blijdschap vluchten, Weg is al 't genot der jeugd; Zielangst, smarten, weemoed, zuchten, Zorgende Echt! ziedaar uw vreugd! Jongelingen. O! die zorgen zijn slechts droomen, Al die onrust is maar schijn, Zelfs bij al dat moeilijk schroomen, Doet de liefde ons zalig zijn. Wat is dan al 't angstig zwoegen, Als 't vertrouwen voor ons waakt; Wat zijn zorgen voor 't genoegen, Dat een dankbre moeder smaakt? Koor. Heil dan u, die 't moog' gelukken, Dat uw hart dien wellust smaakt, Heil dan d' Echt, wiens zoet verrukken, De Aarde tot een Eden maakt: Rustig bij het moeilijk wandelen, Dankbaar voor 't geen God u geeft; [pagina 29] [p. 29] Blijk' het steeds in al uw handelen, Dat gij voor elkandren leeft. God der liefde, stort uw zegen, Op het thans vereenigd Paar, Al de vreugd, in d' echt gelegen, Word' hun beider hart gewaar. Smaakt dan dankbre echtelingen, Smaakt dan 't heil van zulk een lot, Liefde zal uw heil voldingen: Want waar liefde woont, woont God! Vorige Volgende