Nederlandse Letterkunde. Jaargang 4

[p. 434]

Inhoud Nederlandse letterkunde 1999,
Jaargang 4

Artikelen

Wiljan van den Akker, Gillis Dorleijn Ter inleiding (Thema Noord-Zuid, afl. 2)	97
Consensus en conflict. Over de literatuurgeschiedschrijving van Nederland en Vlaanderen	191
Hugo Brems Het kritische discours over Vlaamse literatuur in Nederlandse kranten en weekbladen (1980-1994)	98
Piet Couttenier Van Nederlandse naar Vlaamse poëzie. De terechtwijzing van Ledeganck in 1840	178
Gera Dambrink De beestearis. Een opmerkelijke bewerking van Richard de Fournivals Bestiaire d'amour	48
Nel van Dijk Top-, middenklasse en marginale auteurs. Loopbanen van debutanten uit de jaren zeventig	366
A.M. Duinhoven De bron van Jonathas ende Rosafiere	246
Dirk de Geest ‘Twee uit elkaar gegroeide loten eener eenwortelige literatuur’? De perceptie van de Nederlandse literatuur in Vlaanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog	116
Joris Janssens, Arno Kuipers Van kleinschalig netwerken en institutionele verstrengeling. Vlaamse dichters in Nederland tussen 1910 en 1940	138
G.J. Johannes De erfenis van Hinkmar von Ripkow. B.H. Lulofs' bewerking van Hugh Blairs Lessen over de redekunst	217
M.G. Kemperink Jungle en paradijs. Darwinisme in de Nederlandse roman (1885-1910)	1
Johan Koppenol Nodeloze onrust. Het ‘roomse karakter’ van Vondels Gysbreght van Aemstel	313
Mikel M. Kors Ruusbroecs Unvollendete. Tekstgeleding in de handschriften en de compositie van Vanden XII beghinen	330
Wiel Kusters Chaos, erosie, entropie. Wetenschap en literatuur bij Willem Frederik Hermans	37
Anneke van Luxemburg-Albers Directeur Bint in de discussie over het onderwijs	347
Anne Marie Musschoot

[p. 435]

Convergentie en bijna-unanimiteit. Een blik op de receptie van Karel van de Woestijnes poëzie

162

Stand van zaken

M.A. Schenkeveld-van der Dussen Schopenhauers vloek of het probleem van de herspelling	385
Els Stronks Jephta als eigentijdse vader van een eigentijdse dochter. Benno Barnards bewerking van Vondels Jephta of offerbelofte	67

Grensverkeer

Wiljan van den Akker De groote oorlog	78
Harald Hendrix Een ironisch travestiefestijn	391
Nico Laan Wenen als pronkstuk	262
Joep Leerssen Buitenliteraturen	211

Kortaf (op auteur/titel van het besproken werk)

Marijke Barend-van Haeften en Arie Jan Gelderblom, Twee burleske reisbrieven van Aernout van Overbeke (Marijke Meijer Drees)	87
Beatrijs. Marialegende uit de 13de eeuw (Erwin Mantingh)	422
M.K.A. van de Berg. De Noordnederlandse historiebijbel (Jos A.A.M Biemans)	417
Jos A.A.M. Biemans, Onsen Speghele Ystoriale in Vlaemsche (J.W.E. Klein)	275
A. Birney (samenst.), Oost-Indische inkt. 400 jaar Indië in de Nederlandse letteren (Arie Jan Gelderblom)	290
K. Bostoen, Bonis in bonum. Johan Radermacher de Oude (1538-1617), humanist en koopman (Boukje Thijs)	86
Herman Brinkman, Dichten uit liefde. Literatuur in Leiden aan het einde van de Middeleeuwen (Anneke C.G. Fleurkens)	296
Dorian Cumps, De eenheid in tegendelen. De psychomachische verhaalwereld van F. Bordewijk (1884-1965) en de mythe van de hermafrodiet: een interpretatie (Hans Anten)	402
T. Dekker, J. van der Noot en T. Meder, Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties (Martin Hunziker)	82
Joris van Eijnatten, Hogere sferen. De ideeënwereld van Willem Bilderdijk (1756-1831) Margaretha H. Schenkeveld	280
M.F. Fresco, R. van der Paardt (red.), Naar hoger honing? Plato en Platonisme in de Nederlandse literatuur (Marco Goud)	294
Jan Goossens, Reynke, Reynaert und das europäische Tierepos (Paul Wackers)	292
Anna de Haas, De wetten van het treurspel. Over ernstig toneel in Nederland, 1700-1772 (Jan Konst)	412

[p. 436]

Odile Heynders, Langzaam leren lezen. Paul Rodenko en de poëzie (Bertram Mourits)	288
Die Historie van Coninc Karel ende Elegast gevolgd door Beatrijs (Erwin Mantingh)	422
G.J. Johannes, De lof der aalbessen. Over (Noord-)Nederlandse literatuurtheorie en de consequenties van kleinschaligheid 1770-1830 (Jan Oosterholt)	271
Johan Koppenol, Leids heelal. Het Loterijspel (1596) van Jan van Hout (Nelleke Moser)	278
Annemieke Meijer, The pure language of the heart. Sentimentalism in the Netherlands 1775-1800 (Hanna Stouten)	407
Middelnederlandse verzamelhandschriften uit de Nederlanden (Dieuwke van der Poel)	84
Jozien Moerbeek, Canons in context. Canonvorming in het literatuuronderwijs Nederlands in Nederland en Vlaanderen (Nel van Dijk)	215
Multatuli, Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Ed. A. Kets Vree (G.J. Johannes)	404
J.Th.W. Oosterholt, De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825 (Gert Jan Johannes)	282
W.R.D. van Oostrum, Juliana Cornelia de Lannoy (1738-1782): ambitieus, vrijmoedig en gevat (Marijke Meijer Drees)	409
W.J.J. Pijnenburg & T.H. Schoonheim, Middelnederlands lexicon (Erwin Mantingh)	420
P. Roelens, E. Vanhoutte, Een huis dat tussen nacht en morgen staat; varianten bij Hugo Claus (Fabian R.W. Stolk)	400
J. Smelik, Eén in lied en leven. Het stichtelijk lied bij Nederlandse protestanten tussen 1866 en 1938 (Els Stronks)	273
Evert van der Starre, Vestdijk over Frankrijk (Hans Anten)	286
Een lezer aan het woord. Studies van L. Strengholt over zeventiende-eeuwse Nederlandse letterkunde (Lia van Gemert)	415
Dorothée Sturkenboom, Spectators van de hartstocht (Lotte Jensen)	268
Jan Thömisz, Van die becooringe des duvels hoe hij crijstus becoorden (Marijke Meijer Drees)	294
Thomas Vaessens, Circus Dubio & Schroom. Met Martinus Nijhoff, Paul van Ostaijen & de mentaliteit van het modernisme (Yra van Dijk)	395
Bart Vervaeck, Het postmodernisme in de Nederlandse en Vlaamse roman (Ad Zuiderent)	397
An de Vos, Gezelles ‘Gouden Eeuw’ (Peter de Bruijn)	265
J.W. de Vries (red.), ‘Eene bedenkelijke nieuwigheid’. Twee eeuwen neerlandistiek (G.J. Vis)	297
Ambrosius Zeebout, Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (Clara Strijbosch)	285