| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Jan Nijen Twilhaar
De rubriek Uit de tijdschriften geeft kort weer wat er in andere tijdschriften op het gebied van de taalkunde is verschenen. Momenteel worden in deze rubriek de volgende tijdschriften behandeld: Driemaandelijkse Bladen, Gramma/TTT, Leuvense Bijdragen, Moer, Naamkunde, Neerlandica Extra Muros, Ons Erfdeel, Onze Taal, South African Journal of Linguistics, Spiegel, Taal en Tongval, Taalkundig Bulletin, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans, Van Dale Taalbrief, Verslagen en Mededelingen van de KANTL, IJsselakademie. Uitgevers van niet vermelde taalkundige periodieken die hun tijdschrift besproken willen zien, wordt verzocht contact op te nemen met de redacteur van deze rubriek:
Dr. J. Nijen Twilhaar
Oerdijk 35
7433 AG Schalkhaar
0570-608080
e-mail: jvnijen@worldonline.nl
| |
Driemaandelijkse Bladen
48 (1996), nr. 3/4
Dit dubbelnummer wordt geopend door H. Entjes met een bijdrage over De scholle in Vroomshoop - en elders. A. Sassen brengt verslag uit van een kritische herlezing in ‘Schuringa 1923’ fonologisch getoetst aan het hedendaagse Gronings van de veenkoloniën. Eric Hoekstra gaat in op het woord ‘veel’ als negatief-polair item in het Noordoosten: Veel of een bult. R.A. Ebeling licht ons in Over de familienaam Brongers, over Gijswijt: voorbeeld van een moeilijk als zodanig herkenbare leennaam en over Van Uem: een tamelijk onbekende representant van een bekend type familienaam.
| |
Moer
1997, nr. 3
In dit nummer vinden we onder meer een recensie van de hand van Els Leenders over het boek J. Hulstijn e.a.: Nederlands als tweede taal in de volwasseneneducatie. Verder brengt Elsbeth van der Laan-van Wees verslag uit van de IVBO-conferentie over de methode BV Taal.
| |
nr. 4
In hun bijdrage Het toverwoord in NT2 is flexibiliteit vertellen Paul Hermsen, Els Vos en Udo Holtappels hoe zij zelfstandig leren en flexibel leren proberen te verwezenlijken en hoe de methode Nieuwe Buren hierbij wordt ingezet. Elsbeth van der Laan en Martine Jetten doen verslag van het symposium ‘Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs in het voortgezet onderwijs’ op 24 januari 1997. In Een leerplan alfabetisering: Moet dat nou zo? reageren Herman Giesbers en Mieke van der Loop op een artikel van Aartje van Dijk in het tweede nummer van deze jaargang.
| |
Neerlandica Extra Muros
35 (1997), nr. 2
Deze aflevering bevat één artikel waar- | |
| |
van de vermelding relevant is voor deze rubriek: een overzichtsartikel van Cor van Bree, getiteld De dialectologie van het Nederlands vanaf 1970.
| |
Ons Erfdeel
40 (1997), nr. 3
Dit nummer bevat geen voor deze rubriek relevante bijdragen.
| |
Onze Taal
66 (1997), nr. 5
Dit nummer begint met een artikel van Peter Burger waarin hij ingaat op de vraag Hoe bevorder ik mijn dialect tot Europees erkende streektaal? Dan volgen twee bijdragen van Frens Bakker: Wat is Limburgs? en Wie praat er nou Limburgs? In Lagerhuis of kippenhok? vraagt Peter M. van der Geer zich af wat eigenlijk een goed debat is. Agnes Verbiest zet uiteen hoe je onbedoelde en ongemerkt geuite taalseksismen kunt vermijden: Kleine woorden, grote gevolgen. René van den Berg gaat in zijn bijdrage Naar de dotoro om te boro in op Nederlandse leenwoorden in het Muna.
Verder zijn er bijdragen in de vaste rubrieken en een aantal kleinere artikelen.
| |
nr. 6
Frank Jansen en Ite Rümke geven een overzicht van Ergerlijk Engels in Nederlandse reclame. André de Raaij gaat in op Reclameteksten: vijf redenen om Engels te gebruiken. Diana van Dijk constateert een opmars van samenstellingen met gevoel in haar bijdrage Het Oranjegevoel. Marc van Oostendorp brengt ons op de hoogte van de mogelijkheden van Onze Taal op Internet. De bijdrage van Harry Cohen gaat over samenstelling en afleiding: Van derdewereldwinkel tot postmoderniteit. Marcel Lemmens buigt zich over Vreemde nevenschikkingen en samentrekkingen. Agnest Verbiest gaat voor de tweede keer in op de vraag hoe je onbedoelde taalseksismen kunt vermijden: Vrouwen-, dames- en andere zorgenkindjes.
Verder zijn er bijdragen in de vaste rubrieken en een aantal kleinere artikelen.
| |
nr. 7/8
Dit dubbelnummer wordt geopend door Frank Jansen met ‘Ik stel deze vraag aan ...’, waarin hij de klassieke retorica belicht bij Van 't Hek en Multatuli. Jan Erik Grezel heeft een interview met de dialectologe dr. Jo Daan. Erik van der Spek gaat in op de vraag of aantrekkelijk schrijven te leren is: Stijl als ambacht. De bijdrage van Peter Burger gaat over Gaten in de taal: vreemde talen hebben soms een naam waar het Nederlands geen woord voor heeft. Marc De Coster geeft een bloemlezing van de Geestelijke vaders van gevleugelde woorden. Ad van Gaalen stelt taalspelletjes aan de orde in Spelen met taal.
Verder zijn er bijdragen in de vaste rubrieken en een aantal kleinere artikelen.
| |
Spiegel
14 (1996), nr. 2
Deze tweede aflevering wordt geopend door Hubert Ivo met het artikel Der alte Kontinent und seine vielen Sprachen. Versuch, den Begrijf der sprachlichen Bildung europäisch zu denken. In ‘Zonder taal ben je nergens’ gaat René Appel in op Nederlands als tweede taal op de basisschool.
| |
| |
| |
Taalkundig Bulletin
26 (1996), nr. 4
Het laatste nummer van deze jaargang is een special ter gelegenheid van het voltooide PIONIER-project Reflections of Logical Patterns in Language Structure and Language Use en tevens een huldeblijk aan de projectleider Jack Hoeksema. De aflevering bevat vier bijdragen. De eerste is van Laurence R. Horn: Flaubert-triggers, squatitieve negatie, en andere grillen van de grammatica. William A. Ladusaw besteed aandacht aan bepaalde Engelse modalen, kwantificerende determinatoren, en negatie: Een compositionaliteitspuzzel in dubbele ontkenningen. De derde bijdrage is van Theodore B. Fernald en Donna Jo Napoli en gaat over Hand en mond, tong en nagel: Een vergelijking van de morfologische mogelijkheden van ASL en gesproken talen. Henriëtte de Swart tenslotte gaat in op Monotoon dalende indefinieten.
| |
Van Dale Taalbrief
6 (1997), nr. 5
Het vijfde nummer begint met een bijdrage van Nathalie Beex over de nieuwe spelling in bedrijven: Grote schoonmaak. Het artikel van Ton den Boon gaat over aandacht trekken op papier: Hé, jij daar! Eric Tiggeler gaat in op congruentieproblemen in En, noch, of, zowel... als ... Christine Leedy laat zien hoe we persoonlijker kunnen schrijven in ‘Beste meneer Wit’. Mark van Bogaert gaat in op de vraag Hoe lang mag uw verkoopbrief zijn?
| |
nr. 6
In het eerste artikel van deze aflevering gaat Margot Vanderstraeten in op de kunst van het interviewen: Daar vraagt u me wat! Ton den Boon laat in De do's and don'ts zien waar we op moeten letten als we een zakelijke brief schrijven. M.C. van den Toorn gaat in op de vervoeging van Engels werkwoorden in Voelt u zich relaxed als u gerelaxt heeft?
| |
nr. 7/8
Dit dubbelnummer begint met een bijdrage van Françoise Keulen Over Het jaarverslag als visitekaartje. Ton den Boon gaat in op De kunst van het weglaten. De bijdrage van Eric Tiggeler gaat over e-mail in de praktijk: Hoe sneller, hoe beter? Peter Verhoeven buigt zich over samengestelde werkwoorden: Huwelijk, lat-relatie of los scharreltje?. Tips en trucs voor beroepsschrijvers vinden we in De fijne kneepjes III van Ingeborg Verheul en Emmy Nieman.
| |
IJsselakademie
20 (1997), nr. 2
In de dialectrubriek Warkschrift stelt Philomène Bloemhoff-de Bruijn pluralisering met -e aan de orde in Oost-Nederlandse dialecten: Van oost naar west: de meervoudsuitgang -e.
|
|