[Nummer 1]
* Van de redactie
De afronding van de eerste jaargang van Nederlandse taalkunde was voor de redactie en redactieraad aanleiding om in een gezamenlijke vergadering terug te blikken op het gevoerde redactiebeleid en om zich te bezinnen op mogelijke nieuwe accenten in de tweede jaargang, waarvan het eerste nummer nu voor u ligt.
In het eerste jaar heeft de redactie sterk de nadruk gelegd op de kwaliteit van de artikelen. Dit ‘strenge’ beleid heeft ertoe geleid dat de start van het tijdschrift met enige vertraging gepaard ging. We hebben gegronde hoop de opgelopen achterstand in de loop van de tweede jaargang te kunnen wegwerken, zonder daarbij concessies te hoeven doen aan het nagestreefde niveau.
Naast opname van artikelen die verslag doen van recent onderzoek, heeft de redactie van het begin af aan een groot belang toegekend aan het informeren over verschenen publicaties op het gebied van de Nederlandse taalkunde. Dit gebeurt in de rubrieken ‘Boekbeoordelingen’, ‘Signalementen’, ‘Uit de tijdschriften’ en ‘Ontvangen boeken’. Reacties van lezers hebben duidelijk gemaakt dat deze informerende functie van het tijdschrift zeer op prijs gesteld wordt. Genoemde rubrieken zullen derhalve in de tweede jaargang gehandhaafd blijven. Ook werd waardering uitgesproken voor het overzichtsartikel over Optimaliteitstheorie. We zullen artikelen van dit type blijven bevorderen. Zo geeft in het voor u liggende nummer Hans Broekhuis in ‘Twee typen subject’ een overzicht van de stand van zaken in het onderzoek naar verschillende soorten subjecten in het Nederlands. Over proefschriften hopen we de lezers o.a. te informeren door taalkundigen die onlangs hun proefschrift afgerond hebben, te vragen een artikel over hun onderzoek voor Nederlandse taalkunde te schrijven. Voor een voorbeeld daarvan verwijzen we graag naar de openingsbijdrage van Marc van Oostendorp in dit nummer.
Met behoud van wat in de eerste jaargang begonnen werd, willen de redactie en redactieraad in de tweede jaargang ernaar streven om deelgebieden van de Nederlandse taalkunde die in de eerste jaargang nog niet vertegenwoordigd waren, aan bod te laten komen. We denken o.a. aan de lexicologie, psycholinguïstiek, historische taalkunde en de geschiedenis van de taalwetenschap. De bijdrage van Marijke van der Wal in dit nummer is een eerste stap, die, naar wij hopen, navolging zal vinden.
Over onderwerpen die naar het oordeel van de redactie bijzondere aandacht verdienen, zullen themanummers samengesteld worden. Zo zal de derde aflevering van de tweede jaargang gewijd zijn aan het onderzoek naar functionele categorieën in taalverwerving en taalgebruik. Initiatieven voor dergelijke themanummers hoeven uiteraard niet alleen van de redactie uit te gaan. We nodigen organisatoren van themadagen en kleine symposia uit om contact met de redactie op te nemen als ze menen dat de lezingen van zo'n bijeenkomst een mooi themanummer zouden kunnen opleveren.
Meer variatie in het type bijdragen zal tot uiting komen door korte artikelen met opiniërende functie te gaan opnemen. De naar voren gebrachte standpunten kun-