| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Jan Nijen Twilhaar
De rubriek Uit de tijdschriften geeft kort weer wat er in andere tijdschriften op het gebied van de taalkunde is verschenen. Momenteel worden in deze rubriek de volgende tijdschriften behandeld: Dokumentaal, Driemaandelijkse Bladen, Gramma/TTT, Leuvense Bijdragen, Moer, Naamkunde, Neerlandica Extra Muros, Ons Erfdeel, Onze Taal, South African Journal of Linguistics, Spiegel, Taal en Tongval, Taalkundig Bulletin, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans, Van Dale Taalbrief, Verslagen en Mededelingen van de KANTL, IJsselakademie. Uitgevers van niet vermelde taalkundige periodieken die hun tijdschrift besproken willen zien, wordt verzocht contact op te nemen met de redacteur van deze rubriek:
Dr. J. Nijen Twilhaar
Rijkmanstraat 39
7411 GA Deventer
0570-612120
| |
Dokumentaal
25 (1996), nr. 1
In de rubriek artikelen vinden we de volgende bijdrage van P. Bakema: Woordenboeken van A tot Z. Over een bibliografie van de lexicografie.
| |
Driemaandelijkse Bladen
47 (1995), nr. 1-4
Deze jaargang, waarvan de vier nummers in één band zijn verschenen, wordt geopend door H. Entjes met een artikel over Karel Diederik Schönfeld Wichers (1901-1992), notaris uit Rijssen en auteur van verschillende publikaties over het Twents: Over het taal-denken van een dialectspreker. Verder bevat deze jaargang o.m. twee naamkundige artikelen van de hand van R.A. Ebeling: Nogmaals Butkens(straat) en De familienaam Wolgast. Daarnaast wordt de aandacht gevestigd op diverse nieuwe publikaties op het gebied van de dialectologie en de naamkunde.
| |
Leuvense Bijdragen
84 (1995), nr. 3
Deze aflevering is een themanumer over connectoren. Naast bijdragen over dit onderwerp in talen als het Duits, het Engels en het Frans, bevat dit nummer de volgende drie artikelen, die het genoemde thema voor het Nederlands belichten: H. Pander Maat en T. Sanders: Nederlandse Causale connectieven en het onderscheid tussen inhoudelijke en epistemische coherent-relaties, H. Smessaert en J. Beeken: The syntax of Dutch connectives: some preliminary observations, en B. Lamiroy en W. van Belle: Connectives of contrast and concession in Dutch and French.
| |
nr. 4
Ook deze aflevering is een themanummer: over morfologie. Zij bevat een selectie van de 15 lezingen die op 21 en 22 september 1995 werden gehouden op de Morfologiedagen '95 te Leuven.
| |
| |
Het nummer begint met een Voorwoord van Hans Smessaert. Het eerste artikel is van Peter Bakema en gaat over diminuering van derivaties, waarbij de rol van semantische factoren veel aandacht krijgt: Van aangevertje tot zoethoudertje. De bijdrage van Geert Booij gaat over Allomorfie en paradigmatiek. Johan De Caluwe gaat in zijn artikel Prototypie-verschijnselen in de morfologische theorievorming in op het in 1995 verschenen boek van Booij en Van Santen over morfologie. De bijdrage van Frank Drijkoningen gaat Over checking en verplaatsing in deelwoord-constructies. Eric Hoekstra vertelt Iets over eerste leden van samenstellingen, waarbij hij het Fries en het Gronings vergelijkt met het Nederlands m.b.t. tussenklanken. Het artikel van Matthias Hüning gaat over Woordvorming met -ery in het Afrikaans en dat van Willy Vandeweghe over Het morfologisch statuut van partikelwerkwoorden. Maarten Lemmens bekijkt De paradigmatische conditionering van het Engelse -er suffix. Ariane Van Santen tenslotte, gaat in op de Beschrijving en theorie in het Morfologische Handboek van De Haas en Trommelen.
| |
Leuvense Bijdragen
85 (1996), nr. 1-2
Dit tijdschrift begint het nieuwe jaar goed met een dik dubbelnummer. W. Bublitz opent de jaargang met een artikel over Semantic prosody and cohesive company: ‘somewhat predictable’. J.K. Nuyts belicht Das modale Hilfiverb kunnen und das System der epistemischen Modalität im Niederländischen: Überlegungen zur Synchronie und Diachronie. O. Leys houdt zich in zijn bijdrage bezig met ‘doel’: Das Ziel als Distanz-beziehung. K. Shields geeft A Proposal Regarding the Etymology of the Word God. R. Thieroff buigt zich over de Linguistik des Deutschen und die deutsche Grammatik. U. Schröter gaat in op Martin Luthers Sprachauffassung und deren Bedeutung für die deutsche Sprache im Zusammenhang mit seiner Bibel-übersetzung (1522-1545/46) und der Problematik ihrer Revision. Er zijn drie Nederlandstalige artikelen te vinden. Twee zijn van de hand van R. Lievens: Sinterklaasfragmenten uit Utenbroekes Spiegel Historiael en Het Geraardsbergse handschrift. De laatste bijdrage is van M. Joye en gaat over Het oeuvre van de 14de-eeuwse dichter Lodewijk van Velthem: stand van het onderzoek.
In de rubriek Boekbesprekingen worden tien werken gerecenseerd. Verder zijn er de twee goed gevulde rubrieken Kroniek en Inhoud van tijdschriften.
| |
Moer
1996, nr. 2
Deze aflevering begint met een artikel van Mariëtte Hoogeveen en Bart van der Leeuw over de didactische opvattingen achter het coursewarepakket Wordkind: Procesgericht schrijven met WordKind. Ook de computer moet in het onderwijs een centrale plaats krijgen als opslagmedium voor informatie, meent Lodewijk de Groot: Informatievaardigheid. Suggesties voor een update. Eva D. Essed-Fruin, Lila Gobardhan-Rambocus en Eva M. Tol-Verkuyl belichten het Nederlandstalig onderwijs in Suriname en geven suggesties voor verbeteringen. In haar bijdrage Ons kent ons... pleit Rita Rymenans voor meer uitwisseling en samenwerking tussen Nederlandse en Vlaamse vakgenoten in het onderwijs.
| |
| |
| |
Neerlandica Extra Muros
34 (1996), nr. 2
In het tweede nummer van deze jaargang gaat René Dirven in op de Basisprincipes van de cognitieve linguïstiek. In Samenhang der vaardigheden bespreekt P. de Kleijn publicaties op het gebied van Nederlands voor anderstaligen: J. Deen en C. van Veen: Taalriedels. Een cursus spreekvaardigheid Nederlands als tweede taal, A. Fonck: Rondom luisteren. Luisteren vanuit communicatief perspectief. Nederlands voor anderstaligen, en A. Fonck: Zet het op papier1. Schrijven vanuit communicatief perspectief, Nederlands voor anderstaligen. Verder zijn er bijdragen in de rubriek Boekbesprekingen en aankondigingen.
| |
Ons Erfdeel
39 (1996), nr. 2
In het tweede nummer van deze nieuwe jaargang vinden we o.m. een artikel van Peter Hoefnagels, waarin hij een wetsvoorstel bespreekt dat de Nederlandse regering eind 1995 heeft ingediend en waardoor het naamrecht aangrijpend zou worden veranderd: De goede naam. Verder is er in de rubriek Taal- en cultuurpolitiek een tamelijk uitgebreide bijdrage van Jan W. de Vries n.a.v. het afscheid van Guido Geerts als hoogleraar in de Nederlandse taalkunde: Guido Geerts met emeritaat.
| |
Onze Taal
65 (1996), nr. 4
Het vierde nummer van deze jaargang wordt geopend met een artikel van Peter Burger en Jaap de Jong over de Zin en onzin van leesbaarheidsformules. Jozef Deleu benadrukt in zijn bijdrage Het belang van elementair zelfrespect voor de Nederlandse taal. P.S. Vermeer en H. Coenders wijzen de lezer op De onbruikbaarheid van het nieuwe Groene Boekje. Ingmar Heytze heeft een interview met de schrijver Ronald Giphart. Wat doet Tijn de Taaljutter? Grammaticaonderwijs [1] is de eerste bijdrage van Jannemieke van de Gein over het grammaticaonderwijs op de basisschool, waarin de schrijfster ingaat op de schoolboeken. Het artikel van Peter Zuijdgeest gaat over de ‘negataal’ van politici: Duidelijk ontkennen en toch wat zeggen.
Verder zijn er bijdragen in de vaste rubrieken en een aantal kleinere artikelen.
| |
nr. 5
Deze aflevering bevat vier artikelen over spelling. Wim Daniëls vraagt zich af of de problemen over de verschillen tussen de woordenlijsten nu zijn opgelost: De grote verdwijntruc. Het spellingcompromis tussen Van Dale en de Taalunie. Ruud van der Meijden gaat in op Heukels' flora in de nieuwe spelling. Ook de Duitse spelling is herzien. Harry Cohen schrijft erover in Hoe doen de buren het? De Duitse spellingherziening. Jannemieke van de Gein tenslotte houdt zich bezig met Spelling in het onderwijs. In Een deltaplan voor het Nederlands klagen twee lezers over de taalverloedering die zij menen te bespeuren. De redactie reageert. De bijdrage van Ko van Geldorp gaat over Tom en Anne, Joen en Lisa. Voornamen in 1993-1995. Nicoline van der Sijs licht ons in over Verandering in het gebruik van de komma. Jan-Willem van Wessel schrijft over Onomatopeeën in het WNT. David Bloch geeft tips voor betere brieven in Briefrerzorging: het kan ook anders. Pauline Slot noemt Vier redenen om retorische vragen te gebruiken.
| |
| |
Verder zijn er bijdragen in de vaste rubrieken en een aantal kleinere artikelen.
| |
South African Journal of Linguistics
13 (1995), nr. 4
Het laatste nummer van deze jaargang begint met een artikel van Varijakshi Prabhakaran over Language attrition - a case study of Telugu language in South Africa. De bijdrage van L.M. Swanepoel gaat over Oorreding en oorredings-taalhandelinge. Het laatste artikel is van Johan van Niekerk en behandelt 'n Medewerkwoordklien vir Afrikaans.
Dit novembernummer bevat maar liefst drie supplementen, bundels met artikelen over diverse taalkundige onderwerpen. Deze hebben de volgende thema's: Theorie, tekst en toepassingen in de linguïstiek (supplement 26), Taalkundige bijdragen van de Universiteit van Natal (Durban) (supplement 27), en Hoe betekent dit alles? (supplement 28).
| |
South African Journal of Linguistics
14 (1996), nr. 1
De nieuwe jaargang wordt geopend met een artikel van Johanna Elizabeth Sapire over Gutt's relevance-theoretic account of translation: an account of ‘translation’ or ‘non-translation’? De bijdrage van J.C. Steyn gaat over Afrika-nernasionalisme en die keuse tussen Afrikaans en Nederlands as kultuurtaal. Truida van der Merwe belicht Enkele aspekte van die verband tussen modaliteit en tyd in Afrikaanse gesprekstaal. A.J. van Rooy vraagt zich het volgende af: Is generiese manlike voornaamwoorde regtig generies?
| |
Spiegel
13 (1995), nr. 2
Deze jaargang wordt geopend door Jeanne Kurvers en Ton Vallen met een artikel over de rol van taal in gezinsgerichte stimuleringsprogramma's: Vroeg beginnen is in. De bijdrage van Kris Van den Branden gaat over onbegripsproblemen bij leerlingen en hoe daarmee omgegaan moet worden: Begrijpe wie kan!
| |
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
111 (1995), nrs. 1, 2, 3 en 4
Deze jaargang bevat weinig publikaties op het gebied van de taalkunde. In het eerste nummer vinden we een bijdrage van Frans Claes S.J. waarin hij laat zien dat de lexicograaf Cornelis Kiliaan voor zijn woordenboek het werk van de wetenschapper Simon Stevin heeft gebruikt: Simon Stevin als bron voor Kiliaan. In hetzelfde nummer staat een artikel van A.M. Duinhoven, getiteld Filologie en computer, dat hij schreef naar aanleiding van een boek van Josephie Brefeld: A Guidebook for the Jerusalem Pilgrimage in the Late Middle Ages: A Case for Computer-Aided Textual Criticism. Het artikel wordt gevolgd door een Reactie van de auteur. Op die reactie wordt weer gereageerd met een Nawoord van de recensent.
Het tweede nummer bevat twee beoordelingen van taalkundige werken: C.M. van Kerckvoorde: An introduction to Middle Dutch (door M.J. van der Wal), en B.C. Donaldson: A grammar of Afrikaans (door Hans Ester).
Het derde nummer van deze jaargang heeft twee korte artikelen die we hier moeten vermelden. Het eerste is van C.
| |
| |
Henstra en gaat over De Breeveertien in de woordenboeken. Het tweede, getiteld Een Nederlands handboek editiewetenschap, is van Frans A. Jansen en werd geschreven naar aanleiding van het boek Naar de letter. Handboek editiewetenschap van Marita Mathijsen.
In de laatste aflevering van deze jaargang vinden we een artikel van A.M. Duinhoven over de irreële imperatief: Had gebeld! Verder is er een beoordeling van een boek van G. Dibbets: De woordsoorten in de Nederlandse triviumgrammatica (door J.A. van Leuven-steijn).
| |
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
112 (1996), nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang bevat een bijdrage van Oebele Vries over Het raadselachtige rechtswoord ‘heidenmoord’. Verder bespreekt Jack Hoeksema de volgende twee boeken: J. Don e.a.: Inleiding in de generatieve morfologie, en G. Booij en A. van Santen: Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands.
| |
Van Dale Taalbrief
5 (1996), nr. 3
Dit nummer begint met een bijdrage van Silvia Kooij over jijen en jouen en waarin ze ingaat op de vraag Kan jij in zakelijk verkeer? Ton den Boon legt de lezer uit hoe het streepje gebruikt moet worden in de nieuwe spelling: Welk streepje blijft? In de rubriek grammatica/stijl vinden we een bijdrage van Eric Tiggeler: Hoe efficiënt is uw zinsbouw? Jaap Stiemer gaat in op Modieuze taal-afzwakkers zoals ‘zeg maar’, ‘weet je’ e.d. Verder is er een interview met Laura Bloksma over taalcursussen.
| |
nr. 4
In het vierde nummer van deze jaargang vinden we een artikel van M.C. van den Toorn over samenstellingen: Gemeentereinigingsroltrommelhuisvuilop haalauto's. De bijdrage van Ton den Boon gaat over ‘foute’ verwijzingen: Kwaliteit heeft zijn prijs. In Het gat tussen kop en artikel legt Arthur van Leeuwen uit hoe je een goede lead kunt schrijven. Het artikel Fok(d/t)e hij schapen? van Peter Verhoeven gaat in op werkwoordspelling. De bijdrage van Françoise Keulen gaat over Een mailing voorbereiden. In Een vaagachtig iets schrijven Eric Tiggelaar, Petra Andriessen en Julius ten Berge over het toenemend gebruik van het suffix -achtig.
| |
nr. 5
Deze aflevering begint met een bijdrage van Silvia Kooij over pakkend schrijven: Hé lezer, wakker blijven! Het artikel van Ton van der Boon gaat over Engels in het Nederlands: The twilight zone. De bijdrage van André Kalden, Netiquette, heeft het corresponderen per e-mail als onderwerp. In De dubbele prijs van postzegels gaat Janne Maaike Gerlofs in op drogredenen in argumentatie. Ton van der Boon bespreekt de betekenissen van het woord ‘zappen’ in zijn bijdrage Homo zappens.
| |
Verslagen en Mededelingen van de KANTL
1995, nr. 1
Uit deze aflevering vermelden we alleen het artikel van R. Willemyns en H. Bister-Broosen over Het talenprobleem in de Europese Unie.
| |
| |
| |
IJsselakademie
19 (1996), nr. 1
In Wat veur weer is 't? wordt een bloemlezing gegeven uit de vele aanduidingen die de dialecten hanteren voor bepaalde weertypen.
|
|