Nederlandse historische bronnen 10
(1992)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd9
| |
[pagina 61]
| |
occupatien rustende, vermaeck nam in eenige curieuse wercken van vermaerde schilder meesters. Ick hier op acht gevende hebbe mijnen cleenen huijsraet gaen doorsien op hope van onder den selven ijets te vinden, tgene ick Uwe Hoocheijt tot des selfs divertissement, in alle onderdanicheijt soude mogen opdragen; onder andere hebbe ick uijtgevonden dese nevens gaende cleijnicheden, voegende bij ijder van de selve eenen wensch voortcomende uijt het binnenste van mijn hert. Bij De Ruijters Rescontre gemaeckt door Sebastiaen Vranck dat Uwe Hoocheijt altijts moge wesen overwinner ende verjager van alle Uwe Hoocheijts geestelijcke, militaire ende politique vianden; bij de Charitas van Francisco Floris, dat Uwe Hoocheijt tot des selfs uijterste contentement, onses vaderlants hoogsten dienst, ende blijtscap van alle Uwe Hoocheijts oprechte beminners, moge worden gecaresseert, ende omhelst van veele aengenaeme princen geboren uijt Uwe Hoocheijts Conincklijcke GemaelGa naar voetnoot93. Bij de twee conterfeijtsels: dat Uwe Doorluchtige Hoocheijt ende des selfs Coninglijcke Princes, in alle segen ende gelucksalicheijt ten minste mogen comen tot soodanigen ouderdom, als dese twee personen schijnen gehadt te hebben. Ick bidde demoedelijck dat Uwe Doorluchtige Hoocheijt gelieve compassie te hebben met mijne cleene gifte ende present, niet aensiende het selve maer het oprecht ende sinceer gemoet, van die neffens dit geringe Uwe Hoocheijt opoffert sijn leven, die oock is ende altijts sal blijven, Doorluchtich Hoochgeboren Furst, Genadige Heer, Uwe Hoocheijts alderonderdanichste, oitmoedichste ende verplichtste dienaer, Henrick Thibaut, 1649. |
|