Nederlandse historische bronnen 9
(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 82]
| |
31 Aan Van Reede van Amerongen22 december 1671 [n.s.]Ga naar voetnoot227 rec.a, 24 december 1671
Hoogh Edele WelGeboren Heere, Sedert mijnen laesten aen U H. Ed. G. van den 15/5. deses is de heere van Renswoude naer Den Hage vertrocken om aen Haer Ho. Mo. sijn affscheijt te gaen nemen ende van eenige heeren versoght om bij die occasie te sonderen hoe de bewuste saecke aldaerGa naar voetnoot228 staet ende wat aparentie tot de gedane voorslagh sigh opdoet. Ick hebbe van deselve wel eenigh antwoort becomen maer daeruijt oock gesien dat aen U H. Ed. G. op dat subject, als oock raeckende den toestant van andere groote affaires, heeft geschrevenGa naar voetnoot229 waertoe mij derhalven met U H. Ed. G. permissie sal refereren. Ende moet alleen hyer seggen dat U H. Ed. G. in de sijne van den 8/18. deses wel adviseert dat hetgene ick uijt de goede vrienden hebbe vernomen U H. Ed. G. intentie tot daertoeGa naar voetnootl,Ga naar voetnoot230 conform is, maer niets daerbij doet waeruijt ick die woorden bequamelijck can expliceren, waerom ick versoucke dat, ingevalle yets 't gene ick behoore te weten daeronder wert verstaen, daervan tijdichlijck magh worden geësclaircisseert. Sijn Hoogheijt wort dese naemiddagh hyer verwacht, om te nacht op Zuylesteyn te verblijven ende vandaer voort den Rhijn, IJssel ende de frontieren daerontrent te gaen besightigen. Ende op de eerste tijdinge van dat Sijn Hoogheijt hyer soude passeren sijn de heeren Ruysch, van Aertsbergen ende burgemeester Van de VoortGa naar voetnoot231 bij de heeren gedeputeerden gecommitteert om deselve, in cas sigh hyer een weijnigh ophout, te complimenteren ende de interesse van de Staet ende provintie ontrent het uytvoeren van sijne commissie in behoorlijcke achtinge te willen nemen. De heere van Renswoude, kennisse van de te doene groete becomen hebbende, wenscht den premierGa naar voetnoot232 op sijne aenspraecke beter gedaghten, als hij hadde, doen hij voor desen de heere prince [Willem] Hend[rik] geerne buyten sijne tente hadde gehadtGa naar voetnoot233, om sijn gevoelen te thoonen. | |
[pagina 83]
| |
De heeren edelen hebbe geresolveert over het cameraerschap van den Leckendijck aenstaende maendagh te disponeren ende, naer ick worde geïnformeert, sal den advocaet MatthisiusGa naar voetnoot234 daertoe worden vercoren. Daerover, ende oock over eenige forme bij sommige daerontrent gepleeght, de heere Nellesteyn niet al te wèl is gesatisfieert. Morgen sal, gelijck in mijn vorige hebbe bekent gemaeckt, de nominatie tot de vacerende plaetsen in ons lith sijn voortganck hebben ende, naer de rapporten aen mij gecomen, soude die seeckerlijck uytvallen op de heeren van Schonauwen, Wellant, RossumGa naar voetnoot235, Ernst van ZuylenGa naar voetnoot236, heer van HardenbroeckGa naar voetnoot237, WeerdenburghGa naar voetnoot238, raetsheer NijpoortGa naar voetnoot239 ende HeeswijckGa naar voetnoot240, hoewel nogh groote devoiren ende alderhande officiën voor de heere van Carsbergen ende BotGa naar voetnoot241 worden aengewent, waermede U H. Ed. G. alle voorspoet ende succes in sijne negotiatie, ende Godes segen over sijn persoon toewenschende, sal blijven - - -
[P.S.] Ick hebbe aen den heere van Renswoude raeckende de character aen heer Cheurfurst casu quo geschreven.
Utrecht, den 22/12. december 1671. |
|