Nederlandse historische bronnen 9
(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd19 Aan Van Reede van AmerongenUtrecht, 9 oktober 1671 rec.a, 11 oktober 1671
Hoogh Edele WelGeboren Heere, In het werck dat hyer jegenwoordigh op het tapijt is, blijckt oock dat van de wereltsche saecken niet seeckers vóór den uijtslagh is te oordelen. Voorleden dijnsdagh hebbe ick U H. Ed. geadviseert hoe groote aparentie van succes sigh opdede. Nu schijnt weder alles te fluctueren ende dat principalijck uijt de manier van doen van den heere Dinteren, die bij veelen, soo | |
[pagina 64]
| |
ick gelove, voor een ware reden ende bij anderen een pretext van hare becommernisse off irresolutie veroorsaeckt. Nadat deselveGa naar voetnoot168 voorleden sondagh met den heer Van der Dussen ende desselfs vrienden in een conferentie - door absentie van eenigen vruchteloos afgelopen ende geprorogeert - geweest was, soude deselve, soo geseijt wert, de heer Van Beeck tot de bewuste continuatieGa naar voetnoot169 hebben soecken te persuaderen. Ende dat onder voorgeven dat daerdoor de pretentie van den domheer BotGa naar voetnoot170 soude worden geassicureert. Ende [soude Van Dinteren] nogh voorleden woensdagh - hoewel maendagh en dynsdagh het contrarie selfs ende door anderen aen den heer Nellesteijn hebbende belooft en verseeckert - soo groote en positive toesegginge aen Van der Dussen hebben gedaen, jae, van sulx in nadere conferentie te sullen bevestigen, dat deselve daerop niet alleen nieuwe moet heeft genomen, maer oock anderen door dat middel en motif [heeft] getraght te persuaderen. Ende off Van Dinteren 't selve ontkent soo breet te sijn, soo staet hij evenwel toe op dat subject ten dien dage met Van der Dussen te hebben gesproocken en oock op 't afscheijt te hebben geseijt dat, als 't Van der Dussen hem van doen hadde, dat hij hem conde ontbieden, dat hij thuijs off aen 't stadthuijs soude wesen. Ende oft nu schoon Van Dinteren aenbiedt van 't avont mede in de conferentie, in faveur van Nellesteijn te houden, te sullen verschijnen en aldaer sigh tot genoegen te sullen verclaeren ende oock sigh tegens Nellesteijn en anderen resoluijt ende liberael uijt ende sijne genegentheijd betuijght, soo wort sulx bij velen evenwel niet aengenomen. Ende sommigen, daeronder beijde Van BeeckenGa naar voetnoot171, meijnen ende seggen dat hij de vrienden sal bedriegen, andere dat hij 't onder d'hant met Van der Dussen eens [is], dat hij t'avont bedìngen sal voorslaen die niet sullen connen worden opgevolght. Ende tot het laeste geeft aenleijdinge dat de heer Bot huijden nogh soude hebben geseijt aen ymand van sijn confraters dat hij de saecke soude overgeven. MitsGa naar voetnoot172. Nu worde ick in 't seecker beright dat Van Beeck cum suis om die reden off pretexten sigh absoluijt aen Van der Dussen soude hebben overgegeven, 't welck, waer sijnde, anderen sal doen bransleren ende de gehele saecke van den october in onseeckerheijd brengen. Vóór het uijr gestelt tot de bijeencompste sal ick de heeren Nellesteijn, Hamel ende anderen nogh sien ende sooveel doenlijck bij dese heeren besorgen dat, hoe het moghte loopen, de particuliere interessen van U H. Ed. G. mogen worden verseeckert, daertoe alle de vrienden sigh volcomen thoonen geporteert. Ick can niet genoegh clagen over de quade conduite van eenigen ende vuijle manquementen van anderen ende sal dat reserveren tot ick de occasie sal hebben | |
[pagina 65]
| |
van U H. Ed. G. mondeling te mogen onderhouden en ondertusschen deselve bidden te willen geloven dat in alle voorvallen sal thoonen te sijn - - -
[P.S.] De heer Van der Hoolck heeft oock door twee brieven getraght Nellesteijn de saecke te dissuaderen en in de laeste van deselve, op gisteren afgesonden, alderhande motiven gebruijckt om hem te intimideren, onder andere mede dat soo swaeren wolck over den Staet hanght, dat Vranckrijck wat quaets voor heeft, Engeland seer avert van ons is ende Colen sal worden belegert, ‘sed quod spem pro proxima vice non abjiceret’Ga naar voetnoot173.
Uijtrecht, met groot haest, den 29. september 1671 [o.s.]. |
|