Nederlandse historische bronnen 6
(1986)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd76
| |
[pagina 146]
| |
mededeelde dat zijne interventie via mr. Goseling bij ColijnGa naar voetnoot257 geen resultaat had gehad, want dat Colijn aan Goseling had geschreven dat hij er niet over kon denken om mij opnieuw de portefeuille aan te bieden, nadat hij dit reeds drie keer (Colijn is de tel kwijt!) vergeefs had gedaan. En vijf minuten geleden kreeg ik een vertrouwelijk briefje van Patijn, mij meldende dat Colijn gezegd had dat hij met mij niet meer over de zaak kon of wilde spreken. Onder die omstandigheden heeft Patijn de portefeuille aanvaard. Hij treedt met 1 october op. Steenberghe deelde mij nog mede dat zijn ambtgenooten en hij zeer teleurgesteld zijn over den loop van zaken en misschien nog meer over de houding van Colijn in deze, die zijn collega's tot op het laatste oogenblik in den waan had gelaten dat hij nog een poging bij mij zou doen, en inmiddels reeds bindende afspraken met Patijn had gemaakt. Vertrouwelijk voegde Steenberghe hieraan toe, dat de onderlinge verhoudingen in het kabinet niet prettig waren en Colijn's gezag daar zeer had ingeboet. Ge weet hoe ik er over denk. Ik was bereid om weder op te treden, als Colijn een voor mij aannemelijke oplossing mij kon voorstellen. Nu hij dat niet kan of wil, leg ik er mij gaarne bij neer. In ieder geval geeft het mij een zekere rust dat de zaak nu definitief uit is. Als er eens een niet-politieke vacature in den Raad van State komt, zal ik mijn vinger opsteken. Verder sprak Steenberghe mij over het regeeringscommissariaat van de wereldtentoonstelling te New York in 1939. Daarover valt met mij te pratenGa naar voetnoot258. Ook word ik weer curator te Delft. Ik zoek nog een functie die mij vrij reizen per spoor verschaft. De harde banken derde klasse bevallen mij niet. Wij zijn nu geheel op orde in ons nieuwe huis, dat dusver volkomen aan de verwachtingen beantwoordt. Als ge weer eens in de stad komt, houd ik mij aanbevolen u de woning te toonen. Maar vooreerst ben ik zeker wel voor drie weken afwezig naar Genève. Colijn blijft er maar vier dagen gelukkig. Het is niet zoo erg prettig de ‘bovenmeester’ naast je te hebben, als men vroeger zelf baas is geweest. Ik moet nog afpakken en maak dus Schluss. | |
[pagina 147]
| |
27 Tweede ministerie Colijn. Van links naar rechts P.J. Oud, H. P Marchant, J.A. de Wilde, J.R.H. van Schaik, jhr. A.C.D. de Graeff, H. Colijn, J.A. Kalff, T J. Verschuur en L.N. Deckers
Fotoalbum jhr. J. de Graeff |
|