Nederlandse historische bronnen 6
(1986)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd69
| |
[pagina 131]
| |
24 Vertegenwoordigers van de zogenaamde Neutrale Staten. Van links naar rechts H. Koht (Noorwegen), jhr. A.C.D. de Graeff (Nederland), president P.R. Munch (Denemarken), R. Sandler (Zweden) en A.W. Hackzell (Finland).
| |
[pagina 132]
| |
zouden de Vereenigde Staten dàn wel hebben medegedaan. Maar ook ik ben toen gezwicht voor de tegen zulk een maatregel aangevoerde practische bezwaren en voor betoogen dat het Don Quichotterie zou zijn ons zware economische offers te getroosten, waarvan, zonder effect op Italië, alleen andere olie-exporteerende landen zouden profiteeren. Ik had niet voorzien dat de bewuste stemming in enkele maanden weer in die mate zou ineenzinken, dat nu over zulk een embargo niet serieus meer gedacht kan worden. Alles dat bereikt was in het belang eener internationale rechtsorde, is nu weer verloren en dàt vind ik het allerbedenkelijkste. Jammer dat Nini en gij u niet kunt aansluiten bij de IJsland-cruise. Het zou zóó genoegelijk zijn geweest. Ik tel de weken die mij nog van 19 augustus scheiden! Ook ik heb bijzonder genoten van het clubdinertje van Tim Rappard. Het was uiterst genoegelijk en de gastheer mag er alle voldoening van hebben. Ook mevrouw DollyGa naar voetnoot231 telefoneerde mij den volgenden dag, dat zij dit samenzijn zoo had gewaardeerd. De arme vrouw heeft een enkele keer aan zulk een afleiding van de tragische omstandigheden thuis wel eens behoefte. Met den nieuwe candidaatGa naar voetnoot232 loopt het dus ook weer mis. Het is om er wanhopend onder te worden. Wij zijn nu weer uitgepraat, tenzij de candidaat in reserve nog altijd beschikbaar is en ook geaccepteerd wordt, zij het ook bij gebrek aan beter. De begrafenis van Jan Oosting was wel zoo koud als men maar denken kan. In enkele minuten was het afgeloopen. De zoon dankte namens de weduwe, zeide dat wij na afloop op Lauswolt werden verwacht en eindigde die enkele woorden met ‘Ik heb gezegd’! Op het sterfhuis waren, behalve de dochters en de zusters, feitelijk alleen Frans Beelaerts, Piet Harinxma en ik onder den indruk. Voor het overige leek het een receptie, die bij elke andere gelegenheid ook zóó had kunnen zijn gehouden. Vooral de onaandoenlijkheid, althans uiterlijk, van de weduwe was hinderlijk. Toch ben ik blijde dat ik gegaan ben, en ik hoorde later dat vooral de dochters onze aanwezigheid zeer hadden gewaardeerd, al was het alleen maar als getuigenis hoe de oude vrienden tegenover Biertje stonden en waren blijven staan. Morgen moet ik naar Vorden voor de begrafenis van Ruijs, na zooeven een plechtige KamerzittingGa naar voetnoot233 te hebben bijgewoond. Men vermoedt dat Aalberse hem zal opvolgen. Van hier verder niets bijzonders. | |
[pagina 133]
| |
25 Van links naar rechts J.R.H. van Schaik, P.J. Oud, jhr A.C.D. de Graeff, J.J.C. van Dijk en W.H. Vliegen bij de begrafenis van jhr. Ch.J.M. Ruijs de Beerenbrouck, 21 april 1936
|
|