47
Den Haag, 12 maart 1935
In verband met uwe bezwaren ben ik bereid af te zien van mijn voornemen om u Van Lennep te sturen als vervanger van Vos. Al twijfel ik niet aan uwe onbevangenheid, toch vrees ik dat in de gegeven omstandigheden het niet in het belang van Van Lennep zou zijn als ik mijn aanvankelijk plan doorzette. Ge kunt nu Van Boetzelaer krijgen, dien Starkenborgh, zij het zeer noode, wil af-