Nederlandse historische bronnen 6
(1986)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
34
| |
[pagina 68]
| |
12 J.P.A. François, getekend door de Hongaar O. Lázár
Algemeen Rijksarchief te Brussel | |
[pagina 69]
| |
eene oplossing van de zoogenaamde Belgische kwestie. Hij wenschte vurig dat wij daartoe zouden kunnen komen. Mijn medewerking daartoe heb ik hem aanstonds toegezegd, onder de uitdrukkelijke voorwaarde echter dat de Belgen elke gedachte aan een Moerdijkkanaal, of wat daarop lijkt, zouden loslaten. Jaspar heeft die voorwaarde zonder reserve aanvaard. Starkenborgh, die brandt van verlangen, kan nu aan den slag. Eerst de regeling van de verdeeling van het Maaswater tusschen Albert- en Julianakanaal, en daaraan vastknoopende de sluis bij Terneuzen, de spoorwegtarieven in West-België, het Schelderégime in zijn volledigheid, met inbegrip van de Wielingenkwestie. Welk accoord wij ook aangaan, wij zullen altijd meer moeten geven dan wij krijgen kunnen, en ook daarom zal de te treffen regeling in ons parlement te eerder aanvaardbaar zijn naarmate zij méér kwesties blijvend oplost. Jaspar (en ook Van Langenhove) was enthousiast over Starkenborgh, die te Brussel algemeene sympathie en waardeering vindt. Daarentegen was zijn oordeel over Octaaf van Nispen (zoomede over Maskens!) vernietigend. Octaaf, die nog altijd meent dat wij nooit een beteren gezant te Brussel hebben gehad dan hem, moest dat eens weten! Verder heb ik te Genève met Benes enkele financieele kwesties opgelost. Zoo kan men daar nog wel eens wat nuttigs doen. Het zal u interesseeren te weten, dat men mij aangezocht heeft voor voorzitter der zesde (politieke) commissie, waarvoor ik om verschillende redenen moest bedanken, en dat men mij aanvankelijk voor voorzitter van de Assemblée zelve candidaat had willen stellen, doch daarvan terecht had afgezien, omdat van mij moeielijk eene hartelijke welkomstrede aan het adres der Soviet's kon worden verwacht! Aan François en Patijn heb ik te Genève altijd veel steun en aangenaam gezelschap; Wil Lanschot daarentegen is wel heel pover en uitermate vervelend. Maar zelf vond hij het gedelegeerdeschap zéér gewichtig. Van een aanstaande verlooving van de prinses, waarover ieder den mond vol heeft hier, weet het kabinet niets en evenmin de naaste hofomgeving. Ook de Zweden weten van niets. Ik geloof er dan ook geen woord van. Intussen prijken de boekwinkels hier met groote foto's van prins Karl en met levensbeschrijvingen van hem. De koningin is begrijpelijkerwijze woedend over dergelijke indelicate indiscreties; de prinses zelve neemt het van den vrolijken kant op. En bij een familiefeest onlangs bij de ouders van Karl hebben de neefjes en nichtjes hem geplaagd met de vraag, of hij al een kaartje naar Den Haag had gekocht! Mijn indrukken te Genève ten aanzien van de Saar waren dat, althans bij het Volkenbondssecretariaat, een sterke neiging bestond om het op handhaving van de status quo aan te sturen, tenzij er een verpletterende meerderheid voor aansluiting bij Duitschland mocht worden verkregen. De Iongh was te Genève, doch ik heb hem helaas misgeloopen. Patijn houdt vol dat Mussolini en Hitler wel degelijk, en zeer omstandig, de Oostenrijksche kwestie hebben besproken en Hitler daar voor Mussolini het hoofd had gebukt. Jammer dat de opvolger van Dolfuss een geheel ander type is en op Mussolini in het geheel geen indruk had gemaakt. Ik ontmoette Schussnig meermalen te Genève; hij is een stille, gere- | |
[pagina 70]
| |
serveerde man, maar iemand van groote karaktervastheid. Van zijn minister van buitenlandschen zaken, Waldenegg, had ik geen prettigen indruk. En zoo gaan wij langzamerhand hier den winter weer in, met alle voor- en nadelen. Mijn eerste diner gaf ik hier een paar weken geleden al aan de met verlof hier zijnde gezanten: John Loudon, Carel Rappard, Nepveu, Hubrecht en Teppema met hun vrouwen, voor zooveel aanwezig. Ook de Beelaerts'en had ik er bij gevraagd. Ik verwacht binnenkort door Hare Majesteit ter conferentie te zullen worden geroepen en zal dan de ambassadeurskwestie opnieuw aan de orde stellen, naar ik hoop met meer succes dan de vorige keer. De stemming onder mijn ambtgenooten ten opzichte van zulke conferenties is nu al van dien aard, dat een ieder zich van tevoren voorbereidt op uitvallen van kwaad humeur. De liquidatie van den boedel van Zijne Koninklijke Hoogheid geeft eindelooze zorgen; er komen heel wat vorderingen los en er komt weer allerlei vuil naar boven. Groet Nini recht hartelijk van mij. Wanneer komt ge in Den Haag? |
|