Nederlandse historische bronnen 6
(1986)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd26
| |
[pagina 54]
| |
10 Begrafenis van koningin-moeder Emma op 27 maart 1934
| |
[pagina 55]
| |
echter den geheelen dag aan de telefoon, vragen het naadje van de kous, en van het hof een opeenvolging van orders en contra-orders. Ik hoop dat alles vlot zal loopen, maar houd mijn hart vast, als ik de verwarring zie die er dezer dagen ten paleize Noordeinde heerschte. De oude Dumonceau is nog het meeste bij, maar hij wordt oud, René van Hardenbroek is niet oversnugger en De Smeth is sinds de zware ziekte van zijn vrouw een complete neurasthenicus geworden. Er is ook geen éénheid: ik krijg instructies via Tets rechtstreeks van Hare Majesteit, verdere aanwijzingen van Dumonceau en Van Hardenbroek; Snouck wordt over dezelfde zaken mede van drie zijden benaderd en het resultaat is dat er nooit iets klopt. Het eenige dat voortreffelijk in orde is, is de Haagsche politie. Ik heb ze hier twee dagen lang met het défilé van in totaal 100.000 menschen zien manoeuvreeren, maar dat was werkelijk prima. En alles ging met vriendelijke woorden en zonder eenige gezagsbrutaliteit. De malle berichten over de verlooving van de prinses met Gijs van Hardenbroek hebben ook mij geërgerd. Het laatste bericht van dien aard is nu, dat die verlooving in verband met het overlijden van de grootmoeder voorloopig is uitgesteld! Gisteren voor een week had ik goede gelegenheid de prinses te observeeren op een dansante soirée bij de Snouck's. - - -Ga naar voetnoot111 Verder had ik, uit haar manier van dansen en omgaan met al die jonge jongens, sterk den indruk dat ook in dit opzicht een spoedig huwelijk voor het meiske zelf weldadig zou zijn. Juist in deze rouwdagen kreeg ik van Kattendijke een pak[k]et stukken uit Praag, in zóó hooge mate compromettant in het bijzonder voor kolonel Schmidt, dat ik mij niet voorstel dat deze gehandhaafd kàn worden. Aanleiding was een gerechtelijke vordering van de echtgenoote van dien Oostenrijker Von Pohl, die op verzoek van Schmidt al vast begonnen was hare juweelen te beleenen om de eerste contanten te verschaffen, in afwachting van het slagen van de bekende transactie te Berlijn met de effecten van een Prager joodschen bankier! Die dame wil nu haar geld terug zien. Hoe ik het zal aanpakken, weet ik nog niet. Ik denk dat ik Tets en den nieuwen curator Beelaerts in den arm zal nemen, maar ik vind het ellendig nu Hare Majesteit hiermede te moeten lastig vallen en lang uitstel is toch niet mogelijk. De kwestie der nazi-organisaties hier komt de volgende week in den ministerraadGa naar voetnoot112. Het schijnt mij uitgesloten dat wij aan de Duitsche verlangens tegemoet komen. Men zou dat hier niet dulden en Van Schaik is er dan ook rabiaat tegen. |
|