Nederlandse historische bronnen 6
(1986)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd22
| |
[pagina 46]
| |
nu volledig en juist is ingelicht. Nog even vóór haar vertrek had Hare Majesteit een lang onderhoud met Tets (den ‘raadsman’, die zij in haar gesprek met Schmidt op het oog had) en het resultaat van dat onderhoud was onder meer een boodschap van Hare Majesteit aan mij, dat zij haar verwijt dat ik mij gemengd zou hebben in ‘persoonlijke zaken’ van Hare Majesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid, gaarne terugnam. In dit opzicht is dus de vrede weer geteekend. Verder heeft Hare Majesteit Colijn opgedragen niet Zijne Koninklijke Hoogheid te laten komen, omdat dat toch niet helpen zou, maar Schmidt en dezen duchtig de ooren te wasschen. Ten slotte liet Hare Majesteit mij suggereeren, dat ik den prins zijn bezoek aan Berlijn deze maand, en voorloopig ook verdere bezoeken aan dat stadje, zou verbieden. Ik mocht daarbij echter niet vermelden dat dit verbod uit het brein van Hare Majesteit kwam, en moest met mijn aanzegging wachten tot nà het vertrek van Hare Majesteit! Ge begrijpt hoe gaarne ik aan die suggestie gevolg zal geven. Ik wil nu voorloopig eens afwachten hoe het verder met Zijne Koninklijke Hoogheid loopt. Gerust ben ik daarop natuurlijk niet. Dat de prins op mij gebeten is, raakt mijn koude kleeren niet. Hij uit dit op kinderachtige wijze: op de receptie ten hove op 1 dezer sprak hij in volgorde De Vos, Ruijs en Colijn aan, sloeg Van Schaik en mij over, ging weer verder iedereen even aanspreken, sloeg Tets eveneens over, en onderhield zich weer met de op hem volgenden in de rij! Merkwaardig is dat Tets mij mededeelde, dat Hare Majesteit wel zeer geschokt is door de ontdekking der nieuwe (of oude) schulden, maar de mislukte transactie te Berlijn en dergelijke zwendelarijen luchtiger had opgenomen. Volgens Tets heeft zij als ‘vrouw’ daarvoor geen gevoel! Zoo vindt Hare Majesteit het eigenlijk weinig behoorlijk dat de crediteuren van den prins hem manen. Als men aan een vorstelijk persoon geld leent, ligt daarin een element van ‘goodwill’! Verder voor het oogenblik geen nieuws.
[Postscriptum] Het bleek mij bij deze gelegenheid dat Beelaerts, buiten strikt ambtelijke kwesties, door Hare Majesteit niet wordt geraadpleegd. In dit opzicht heeft hij dus niet de positie van Lex Lynden. |
|