12
Den Haag, 28 oktober 1933
Ik kan voor het oogenblik geen tijd vinden tot een meer uitvoerig schrijven. Veel dank intusschen voor uwe brieven, die ik steeds zeer waardeer en voor mij van veel nut zijn.
Deze regelen alleen om u doorslagen te zenden van de gisteren geparafeerde regelingen inzake het transfermoratorium, welke ik zoo aanstonds met Zech zal teekenenGa naar voetnoot47. Het communiqué ondergaat op een paar ondergeschikte punten nog enkele wijzigingen. Ik geloof dat wij over den afloop niet ontevreden mogen zijn. Hartelijk hoop ik dat de onderhandelingen over het handelsverdrag mede tot een goed resultaat zullen leiden. Maar dat zal wel nog meer voeten in de aarde hebben.
Verder sluit ik hierin drie brieven, van mevrouw Keun een en van een zekere mevrouw Van Koppen twee, over het bewuste feestje te BerlijnGa naar voetnoot48, dat gelukkig niet het karakter van een Oranjebetooging zal dragen. Mag ik die brieven, welke ik van Schmidt ontving, per ommegaande terug hebben. Ik moet ze hem terugzenden.
[Postscriptum] Het is razend druk tegenwoordig, nu ook de Kamer mijn tijd opvorderen gaat.