Nederlandse historische bronnen 5
(1985)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 281]
| |
II InleidingHendrik Nicolaas Boon was op het moment dat hij dit dagboek schreef achtentwintig jaar en stond aan het begin van zijn diplomatieke carrière. Nadat hij van 1936 tot 1939 als kabinetsattaché op het departement in Den Haag werkzaam was geweest, vormde het gezantschap in Brussel zijn tweede buitenlandse post. In 1939 was Boon korte tijd als secretaris toegevoegd aan de tijdelijk zaakgelastigde van Nederland bij de Nationalisten in Spanje, door de bijzondere situatie vanwege de burgeroorlog pendelend tussen St. Jean de Luz in Zuid-Frankrijk en San Sebastián in Noord-SpanjeGa naar voetnoot1. Na de overwinning van Franco was hij belast met de liquidatie van de diverse Nederlandse vertegenwoordigingen bij de Loyalisten in Spanje. Zijn ervaringen dáár opgedaan zouden hem nog goed van pas komen. Het dagboek bestrijkt de turbulente periode tussen mei en augustus 1940, waarin de Duitse troepen Nederland, België en Frankrijk binnenvielen. Boon maakte als gezantschapssecretaris deel uit van de Nederlandse legatie in Brussel, die in eerste instantie de gang van de Belgische regering volgde. Op 17 mei - toen de Belgische nederlaag zich aftekende - weken de gezantschapsleden uit naar Frankrijk, waar zij op 28 mei het contact met het Belgische kabinet-Pierlot, dat zich inmiddels in Poitiers had geïnstalleerd, herstelden. Dezelfde dag legde koning Leopold III - als opperbevelhebber van het Belgische leger - de wapens neer, nadat hij reeds eerder had geweigerd de kabinetsleden naar Frankrijk te volgen. Het kabinet-Pierlot viel ten prooi aan onderlinge verdeeldheid en zou op 18 juni geheel uiteenvallen. Voor de Nederlandse gezantschapsleden gold het nu nog slechts een goed heenkomen te zoeken. De meesten vonden dit heenkomen uiteindelijk - via Spanje - op het Nederlandse gezantschap in Lissabon, waarvandaan zij door de Nederlandse regering in Londen veelal naar nieuwe posten werden gedirigeerd. Voor Boon zou het de plaatsing bij de Nederlandse legatie in Washington betekenen. Het ineenstorten van het West-Europese statensysteem onder druk van de Duitse invasie in de zomer van 1940 vormt de achtergrond waartegen de gebeurtenissen in dit dagboek zich afspelen. Het dagboek registreert de verwarring en verslagenheid bij hen, die op dat ogenblik verantwoordelijke functies innamen. Meer in het bijzonder schetst het een -dikwijls schril - beeld van het handelingsvermogen van regeringsleden en diplomaten onder deze uitzonderlijke omstandigheden. Hierin ligt het belangrijkste motief om tot uitgave van dit document over te gaan: het dagboek illustreert de langdurige onzekerheid waarin de representanten van de verslagen naties verkeerden en toont hun moeizame zoeken | |
[pagina 282]
| |
naar een nieuwe houding in de situatie, ontstaan door de Duitse overwinningen. Bij de bewerking van het dagboek zijn de Richtlijnen voor het uitgeven van historische bescheiden van het Nederlands Historisch Genootschap (5e dr.; Utrecht, 1975) toegepast. Van het gebruik van letternoten is afgezien, omdat er slechts enkele van dergelijke noten nodig waren. De annotatie beperkt zich tot noodzakelijke verduidelijking van de tekst van het dagboek; voor nadere informatie wordt verwezen naar bronnenpublikaties en literatuur. Teneinde het lezen van de tekst te vergemakkelijken, werd een lijst met de namen van de leden van het Nederlandse gezantschap in Brussel in mei 1940 opgenomen. Bovendien is een kaart met de route, die Boon tussen mei en augustus 1940 aflegde, toegevoegd. Het dagboek - geschreven in een dictaatcahier - bevindt zich in de particuliere collectie van dr. H.N. Boon bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Het omvat de periode van 9 mei tot en met 4 augustus 1940; het dagboek werd door Boon enige malen bijgewerkt aan de hand van de aantekeningen van kapitein P.L.G. Doorman, de adjunct-militair attaché in Brussel die een logboek bijhieldGa naar voetnoot2. Voor de aanvulling van een lacune in het dagboek over de periode van 8 tot 13 juli 1940 werd gebruik gemaakt van het relevante deel van een - zich tevens in voornoemde collectie bevindende - brief van Boon aan zijn ouders van 23 juli 1940, dat is opgenomen als bijlage. Tenslotte willen wij hier onze dank tonen aan hen, die bij de totstandkoming van deze uitgave hun medewerking verleenden. Allereerst dr. H.N. Boon zelf, die steeds bereid was bij voorkomende moeilijkheden uitkomst te bieden en waardevolle toelichtingen gaf. Voorts prof. dr. A.E. Kersten, die namens de bronnencommissie van het Nederlands Historisch Genootschap met het toezicht op de bewerking van het dagboek was belast en ons met raad en daad bijstond. | |
[pagina 283]
| |
Route, gevolgd door dr. H.N. Boon tussen 16 mei en 13 juli 1940
Kaart getekend door A. van der Kloot |
|