[Bijlagen]
Bijlage I
's Hage 1848.
Voor den druk bestemd, maar niet uitgegeven.
Waakzaamheid zij onzer aller leus, burgers van Nederland, te midden der gewigtige gebeurtenissen, welke de laatste dagen gekenschetst hebben. Heilrijk kan nu noch de toekomst zijn, indien al de welgezinden zich vereenigen om het werk eener constitutioneele wettige hervorming met kalmte en orde te onderschragen. Verderfelijk zal de uitkomst worden indien eene woelzieke partij de handen vrij gelaten wordt om hare heimelijke plannen in uitvoering te brengen.
De wenschen der natie waar eene ruime grondwetherziening zoo menigmaal en met aandrang door de Staten Generaal verkondigd, hebben weerklank gevonden bij den troon. Onze geeerbiedigde Koning heeft verlangd dat de vertegenwoordiging zelve de hoofdbeginselen zoude aangeven naar welke de grondwetherziening zoude plaats vinden. Aan dit verlangen is voldaan en al de punten welke door de publieke opinie vroeger als voor verandering waren aangegeven zijn in de bekende 15 artikelen opgenomen.
Onder de gegevene omstandigheden konden de S.G. niet treden in alle de bijzonderheden, welke tot eene volleedige herziening zouden behooren. Dit is het werk der te dien einde door Z.M. benoemde commissie. Haar zal ook meer bijzonder de taak zijn opgedragen om de wijzigingen in overeenstemming te brengen met eene zoo wenschelijke bezuiniging in het Staatsbeheer. Dat hiertoe de S.G. volgaarne zullen medewerken blijkt genoegzaam uit al hunne vroegere verrigtingen, en dat zij weder niet weigerachtig zijn zullen aan de grondwetherziening eene grootere uitbreiding te geven dan die, welke uit hare aanvankelijke voorstellen zouden voortspruiten, is mede niet twijfelachtig. De deur voor alle verbeteringen is dus geopend.
Dit tafereel der tegenwoordige gesteldheid van zaken is gewis verblijdend. Wie toch zoude zich niet verheugen in de eenstemmigheid welke bestaat tusschen het geeerbiedigd Hoofd van den Staat en de wettige vertegenwoordigers des volks. Wie zoude twijfelen dat de natie rustig de ontwikkeling haren Staatsregterlijke regten te gemoet ziende, in de tegenwoordige omstandigheden een' waarborg zoude vinden voor eene gelukkige toekomst.
Dezen indruk zouden de jongste geberutenissen moeten te weeg brengen. Vanwaar dan die verslagenheid, die op ieders gelaat te lezen staat. Vanwaar die ongerustheid die weinigen verbergen; welk ongeluk bedreigt het Vaderland. Het antwoord is kort: men vreest dat in stede eener bedaarde en kalme discussie onzer grondwetinstellingen, onstuimige volksbewegingen over het toekomstige lot van Nederland zullen beschikken.
Deze vrees moge overdreven schijnen, voor hen die van naderbij met personen en zaken bekend zijn, is zij het niet. Men behoeft slechts de Arnhemsche Courant, de Burger en de Courier Batave, de Asmodee en dergelijke nieuwsbladen in handen te nemen om zich te overtuigen dat er eene partij bestaat