Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op het afsterven van den ... zeevoogd w... b... Admiraal uit de Maaze. TReur, treur, ô Rotte, treur om uwen Admiraal, Die gy als afgeleeft ten grave heen ziet leyen! Wie zal voortaan nu weêr 's Lands Vryheid door het staal Verdeedigen? en wie uw Vlag en Wimpels zweyen? Recht hem een Grafnaald op, maar van geen marmersteen, Dan zoud gy d'eigenschap van uwen Held verminderen, Maar wel van haringgraat en 't bruine walvisbeen: Dus eert gy hem op 't best, zyn daaden en zyn kinderen. Schryf dan op't Voorhoofd van zo schoon een Helden-naald, Hy, die hier onder leid, behaalde grooten zeegen, Want meer als sestigmaal heeft hy gezegepraalt, In Jaar op Jaar veel buit in zyne kist gekregen: [pagina 549] [p. 549] Hy haatte 't krygsgebaar dat Rotte tuigen kan; Hy was een Admiraal, nochtans geen Oorlogsman. Vorige Volgende