Bedenkinge, op den maandag
Den 13 Mei 1669. zynde den zelven dag, op welken over vyftig Jaren den Heere Joan van Oldenbarneveld, Advocaat van't Land binnen 's Gravenhage onthalst is.
DEes Manendag my maant, om aan dien Manendag
Te denken, welkers licht, van nu voor vyftig jaren,
Op 't nydig bloedschavot de Deugt onthalzen zag.
Dag daar de grootheid niet op deed dan Monsters baren:
Doch die de vryheyd van ons Land zoo dierbaar stond:
Doen duivels eigenbaat door vier en twintig guiten,
Tot moord om geld gehuurt, verdoemden Hollands Mond,
Voor veertig Jaar'gen dienst, zo binnen 's Lands, als buiten.
Doen schyn van Godsdienst klem aan zulken gruwel gaf.
Doen door een ysren buik 's Lands Recht wierd omgestoten,
Bedroefden dag! maar dag, die leerde dat geen straf
Een eerlyk Man ooit bracht tot vuile gunst van Grooten.