Nederlandsch Museum. Vierde Reeks. Jaargang 3(1893)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Heb lief. Ik hoor ze in het kl[o]tsen der golven, Ik hoor ze in het murm'len der beek, Ik hoor ze in de bladeren ruischen, Ik hoor ze in het windeken suizen, die woorden vol Poëzie. Ik zie ze in het koest'ren der kleinen Onder 't ouderlijk vleugelenpaar, Ik zie ze in der bladeren groeiing, Ik zie ze in der bloesemkens bloeiing, die woorden vol Poëzie. Ik hoor ze in het lied van de voog'len, Ik hoor ze in het klaat'ren der bron, Ik hoor ze in de regenbui ruischen, Ik hoor ze in den waterval bruisen, die woorden vol Poëzie. Ik zie ze in het rijpen der vruchten, Ik zie ze in het blozende ooft, Ik zie ze in des rozenbooms geuring, Ik zie ze in der plantekens fleuring, die woorden vol Poëzie. Utrecht. Johanna Diepenhorst. Vorige Volgende