Nederlandsch Museum. Vierde Reeks. Jaargang 3(1893)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Moezelwijn. Daar ginds op de bergen van Lotharingen, Waar vogelen, boomen en bronnen zingen, In 't gruizig graniet, dat de leien schoren, Ben ik geboren. De wind, die er daalt uit den sparrenwoude, De steen, waaruit Erwin zijn Munster bouwde De zon van Claude Lorrain - mijn geuren En pit en kleuren! En moet ik mijn' broeder van 't Rijnland zwichten In kracht en in gloed en in toovrend lichten, Toch doe ik van u ook den dichter zingen, Mijn Lotharingen! Want als ik hem 't groen van den roemer vergulde, Brengt hij mijne frischheid en reinheid hulde, En prijst mijne kracht, die geen hoofd doet gloeien, Maar liedren vloeien. W-a. Vorige Volgende