Nederlandsch Museum. Jaargang 5
(1878)– [tijdschrift] Nederlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 218]
| |
Fiat lux!Aan den Cercle Artistique, onder deze leus, te Antwerpen, bij het Kunst-congres tijdens de Rubensfeesten in 1877.
Het worde licht! het worde licht!
O schoone leus van 't Drietal Koningen,Ga naar voetnoot(1)
Dat, uitgaande uit hun donkre woningen,
Naar 't land des lichts de voeten richt!
Gij zijt ook leus der kunstenaren,
Die voor hun schedel lauwren gâren,
In 't rijk van 't ware en 't goede en 't schoon,
Terwijl hun 't Ideaal van verre
Toeschittert als een hemelsterre,
Of ze aantrekt als een gloriekroon.
Het worde licht! het worde licht!
Zoo roepen Denkers, Malers, Dichters,
En God zendt hen als volksverlichters,
Voor wie alom het duister zwicht.
't Penseel van Rubens bliksemt stralen.
Uit Vondels dichterluite dalen
| |
[pagina 219]
| |
Lichtsprankelen, met elke noot,
En waar zijn beitelslagen zweven,
Doet Angelo het marmer leven,
En Memnon groet het morgenrood!
Het worde licht! het worde licht!
Heil Wetenschappen, Lettren, Kunsten,
Die vraagt naar glorie, goud noch gunsten,
Mits 't licht maar dage uit beeld en dicht.
Heil ook deez' Kring, die, onbezweken,
Den zin voor 't Hoogere aan blijft kweeken,
En kunstliefde in de harten sticht.
Wel mag hem vreemde en landzaat zegenen,
En met hun feestwensch hem bejegenen:
Het worde licht! het worde licht!
J.P. Hasebroek.
|
|