Naamkunde. Jaargang 32
(2000)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 265]
| |
Kroniek VlaanderenNamen op het internetAls aanvulling bij het onderdeel ‘het Meertens Instituut op internet’ in de Kroniek Nederland, wil ik hier een aantal andere websites die over namen handelen, signaleren. Meestal gaat het niet om websites die door een wetenschappelijke instelling ondersteund worden, maar om sites waarachter een onderneming met commerciële doeleinden schuilt, die als opwarmertje bij de aangeboden producten of diensten een gadget over namen aanbiedt. Een dergelijke website is die van het bedrijf Sopres, dat gespecialiseerd is in adresbeheer van consumentenbestanden voor direct marketing. url: http://www.sopres.be. Op de homepage lees je ‘Business en amusement gaan soms hand in hand. Ontdek de historiek van uw voornaam!’ Met deze ‘historiek’ blijkt niet de historische achtergrond en ontwikkelingsgang van je voornaam bedoeld te zijn, maar wel het aantal ‘voornaamgenoten’ dat je hebt; je krijgt nl. een grafiek te zien met de frequentie van je voornaam in de loop van de 20ste eeuw in België. Voorwaarde is wel dat je voornaam niet te zeldzaam is: enkel die voornamen die meer dan 50 keer voorkomen in België, zijn opgenomen. Op de site staat niet op welke gegevens deze grafieken gebaseerd zijn, maar ik heb twee indicaties om te veronderstellen dat een recente versie van het Belgische bevolkingsregister eraan ten grondslag ligt: bij iedere query verschijnt de standaardtekst ‘Wist u dat er van de 5.013.567 mannen in België er 〈x aantal〉 zijn die 〈voornaam〉 heten?’ Indien men de 5 253 979 vrouwen daarbij optelt, het aantal dat telkens vermeldt wordt als men een vrouwelijke voornaam intikt, komt men aan 10 267 546 inwoners van België. Dit aantal zal niet het exacte aantal inwoners weergeven, aangezien de voornamen die minder dan 50 keer voorkomen niet opgenomen zijn, maar zal het totale aantal in België ingeschreven personen wel benaderen. Ten tweede beginnen de meeste grafieken vanaf de jaren twintig, hetgeen erop wijst dat Sopres per geboortejaar over de voornamen van de in leven zijnde Belgische bevolking beschikt. De 90- en 100-jarigen zijn per slot van rekening niet zo dik gezaaid! Aan de grafiek voor de | |
[pagina 266]
| |
voornamen Maria en Jozef, twee voornamen die in de eerste helft van de twintigste eeuw zeer populair waren, merk je trouwens dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen: de grafiek voor Maria levert al pieken op vanaf 1900, terwijl de oudste mannen die Jozef heten nu 90 jaar zijn (vermeldingen vanaf ca. 1910). Bij iedere grafiek wordt vermeld in welk jaar de voornaam zijn hoogtepunt kende, met het aantal geboortes en het percentage dat deze voornaam ten opzichte van het totale aantal geboortes (of ten opzichte van het totale aantal voornamen?) in dat jaar behaalde. Bovendien wordt becijferd vóór of na welk geboortejaar 90% van de mannen resp. vrouwen met de opgezochte voornaam geboren is. Je kunt slechts één spelling van een voornaam tegelijk oproepen, maar uiteraard kun je zelf op zoek gaan naar spellingvarianten. Zo blijkt dat de op zijn Engels gespelde voornaam Ann (26513 dragers) zijn hoogtepunt kende in 1966, maar daarna afgelost wordt door de Vlaamse schrijfwijze An (10229 dragers), een voornaam die zijn hoogtepunt kende in 1978. De populairste schrijfwijze van deze voornaam in België blijft de Franse spelling Anne (44114). De meesten van die Annes zullen wel in Wallonië of Brussel wonen. Aangezien er geen geografische opsplitsing is gemaakt tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel, kan zulks niet worden afgeleid. Maar dat kon ook niet worden verwacht: het lag niet in de bedoeling van de makers van het programma om een antwoord op dergelijke vraagstellingen mogelijk te maken. Het is trouwens niet aan te raden naar alle spellingvarianten van je voornaam te zoeken of de voornamen van je hele vriendenkring in te tikken, want na enkele query's begeeft het programma het. Maar indien naast deze site de Meertens-webstek over voornamen wordt geplaatst, kan geen enkele scholier nog beweren dat hij de betekenis en de frequentie van zijn voornaam niet kan vinden!
Een internationale portaalsite met links naar voornamensites uit de hele wereld is de webstek Eponym: url: http://www.eponym.org. Indien je via het internet de betekenis van je voornaam wil opzoeken, hulp nodig hebt bij de keuze van een voornaam, je afvraagt welke voornamen in de mode zijn of als je voornamen uit regio's en culturen over de hele wereld wil leren kennen, ben je op deze portaalsite op de juiste plek: je | |
[pagina 267]
| |
wordt er doorverwezen naar andere naamsites waar de gewenste informatie te vinden is.
Een instructieve Engelstalige site over voornamen waarmee vooral Engelstaligen hun voordeel kunnen doen, is de webstek Behind the Name. The etymology and history of first names: http://www.behindthename.com. Deze site biedt o.m. de etymologische verklaring van de Engelstalige voornamen, gebaseerd op heuse voornamenrepertoria. Als ‘fun stuff’ biedt de site voorts suggesties voor naamcombinaties voor tweelingen (b.v. Leon en Noel) en anagrammen van voornamen (b.v. Jonas, Jason, Janos, Sonja). De continuë reclame voor een etijdschrift voor aanstaande moeders moet je erbij nemen. Dat ‘Dutch’ bij de link naar ‘languages’ wordt beschouwd als ‘the Germanic language spoken in Holland’ is een oud misverstand.
Een commerciële site die als gadget de verspreiding van familienamen in België aanbiedt, is GeoNome: url: http://www. geonome.metaphor.be. Het bedrijf Metaphor, de ontwerper van deze webstek, adverteert als volgt: ‘GeoNome. The simple way to display your data on geographical maps. Just launched with Family Names in Belgium’. Wanneer je een familienaam intikt, verschijnt er een kaart van België met de verspreiding en de frequentie van de naam: grote cirkels in gemeenten waar veel naamdragers wonen, kleine cirkels tot stipjes voor enkele vermeldingen. Aangezien de kaart van België erg klein is, overlappen de cirkels elkaar en ontstaan bij de meeste namen - niet alleen de frequente namen, maar ook de namen met een gemiddelde frequentie - grote vlekken op de kaart. Dat neemt niet weg dat deze kaarten een goede indicatie geven van de verspreiding van één naam: haast altijd verschijnt er een concentratie van de naam in een aaneengesloten gebied, waar de bakermat ervan ligt, een conclusie die ik op basis van mijn eigen familienamengeografisch onderzoek al herhaaldelijk heb getrokkenGa naar voetnoot(1). Het GeoNome-programma ontleent zijn gegevens aan de cd-rom van Infobel 1996, d.i. de Belgische telefoongids. Om het familienamen- | |
[pagina 268]
| |
bestand zo klein mogelijk te houden, heeft de ontwerper van GeoNome de bedrijfsnamen zoveel mogelijk uit het bestand gehaald. Toch verschijnen er 55 Brico's, mooi verspreid over het hele land, en 28 Gamma's, verspreid in Vlaanderen op de ‘familienamenkaart’. Controle met mijn eigen familienamenbestand (gegevens van het Belgische bevolkingsregister 31-12-1997) leert dat de merknaam Brico ook bestaat als familienaam (26 vermeldingen in het Luikse), maar de Vlaamse doe-het-zelf-keten Gamma heeft de inspiratie voor zijn naam in ieder geval niet gehaald bij een familienaam.
Ook op de website van het Patrom-project (= Patronymica Romanica. Dictionnaire historique de l'anthroponymie romane) kan je zoeken naar de frequentie en de verspreiding van familienamen in België, zij het dat er hier geen kaarten gemaakt worden, maar dat er lijsten verschijnen met aantallen die de verdeling van een naam in de 10 Belgische provincies en Brussel geven, aangevuld met het totale aantal naamgenoten: url: http://patrom.fltr.ucl.ac.be/contemporain. De ontwerpers van de webstek zijn wel erg karig met informatie: uit de kop ‘Recherche dans la base de données des noms contemporains de Belgique’ leid ik af dat het gaat om hedendaagse familienamen, gebaseerd op het ‘Registre national belge’, maar je hebt er het raden naar van wanneer de gegevens precies dateren. Bovendien wordt er niet voor gewaarschuwd om bij het zoeken naar een naam spaties en accenten weg te laten. Iemand die Van Espen heet, moet VanEspen intikken, om dan in de lijst de aantallen per provincie voor de schrijfwijzen Van Espen, Vanespen en van Espen op het scherm te zien verschijnen. De naam Depré vindt het programma enkel indien je Depre opgeeft. Ik vermoed dat Patronymica Romanica op zijn site de gegevens van het bevolkingsregister van 1987 presenteert. De uitvoerders van het Patrom-project hebben in 1990, evenals het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie van de K.U. Leuven, een elektronisch bestand met de verdeling van de Belgische familienamen voor onderzoek ter beschikking gekregen. Indien dit vermoeden klopt en ik de aantallen voor de familienamen op de website van de ucl vergelijk met het recentere familienamenbestand waarover ik zelf beschik (gegevens van het Belgische bevolkingsregister op 31-12-1997), vind ik steun voor de stelling dat | |
[pagina 269]
| |
frequente familienamen nog toenemen in aantal, terwijl nu al zeldzame familienamen dreigen uit te sterven. Een paar voorbeelden: de naam Dolleslaegers had in 1987 11 naamdragers, in 1997 nog 8; in 1987 woonden er 15 personen met de naam Coeimans in België, in 1997 nog slechts 10. Anderzijds zijn er in tien jaar tijd precies 100 personen met de naam Bijnens bijgekomen (in 1987: 1016 Bijnens; in 1997: 1116 Bijnens).
Een recentere én completere versie van de frequentie- en spreidingsgegevens van de familienamen in België staat op de website van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde: url: http://welcome.to/vvfgc. Al op de homepage wordt de aandacht gevestigd op het nieuwe bestand: ‘Nieuw: Belgische Familienamen per 31-12-1997’. Wie zijn naam intikt, krijgt een lijst met per fusiegemeente het precieze aantal naamdragers. Bij iedere gemeente wordt bovendien vermeld in welk arrondissement en welke provincie deze ligtGa naar voetnoot(2). Wie wil weten hoeveel naamgenoten hij in totaal heeft, moet wel alle getallen eigenhandig optellen, hetgeen voor namen met een goede verspreiding heel wat rekenwerk vraagt. Ik vermoed om schijfruimte te sparen en het zoekprogramma niet te zeer te belasten, worden familienamen die in twee of drie woorden geschreven zijn, in de lijst vermeld onder hun samengetrokken vorm. Men kan Van de Velde opzoeken, maar krijgt als zoekresultaat vandevelde. Voor genealogen, die per definitie op zoek zijn naar hun voorouders, hoeft dit overigens geen probleem te zijn: of samengestelde namen in één of meerdere woorden gespeld worden, verschilt weliswaar regionaal, maar is in historisch opzicht nauwelijks relevant. Het oudere bestand, met de Belgische familienamen per 31-12-1987 (met de beperking dat gemeenten met minder dan vijf dragers van een familienaam in de databank niet voorkomen), kan op deze site ook nog worden bevraagd.
Een laatste webstek die voor de verspreiding van Nederlandse familienamen in het buitenland interessant kan zijn, is de Franse site met als url: http://www.notrefamille.com/lastnames. Het e-bedrijf Infoduc, | |
[pagina 270]
| |
het brein achter deze website, verkoopt Franstalige software voor genealogen. Op zijn website verschijnt, wanneer je een (Franse) familienaam intikt, de verspreiding van die naam op een kaart van Frankrijk (inclusief Corsica), ingedeeld per departement. Naargelang de naam er in een periode van een kwarteeuw al dan niet vaak voorkomt, worden de Franse departementen ingekleurd met tinten van licht- over donkerblauw en paars naar rood. Je kunt op een departement klikken, waarna een lijst verschijnt met benaderende aantallen naamdragers per gemeente (b.v. < 500, < 100, < 20, < 10), verbonden aan het benaderende totale inwoneraantal in die gemeente. De basisgegevens zijn het aantal geboortes in Frankrijk tussen 1891 en 1990. Dit tijdvak van 100 jaar is ingedeeld in vier periodes van 25 jaar (1891-1915, 1916-1940, 1941-1965, 1966-1990), zodat je met dit programma niet enkel moderne, maar ook historische naamkaarten kunt maken. Naast het intikken van de familienaam, kun je bovendien een tweede zoekstrategie toepassen: als je een gemeentenaam opgeeft, verschijnt voor die gemeente voor de geselecteerde periode een lijst met de courantste familienamen, in dalende volgorde van frequentie, opnieuw met benaderende aantallen naamdragers: bijvoorbeeld: Roubaix (1966 → 1990): 1. Lefebvre: 301-400 geboortes; 2. Leclercq: 201-300 geboortes; 3. Da Silva: 201-300 geboortes enz. De namen Lefebvre en Leclercq blijken overigens in Roubaix een hele eeuw lang (van 1891 tot 1990) op plaatsen 1 en 2 staan. Deze website is bijzonder professioneel opgezet, zowel wat de software als wat de diversiteit van het namenmateriaal betreft. Hij kan zonder twijfel goede diensten bewijzen aan wie meer wil weten over de aanwezigheid van Nederlandse familienamen in Noord-Frankrijk. | |
Toponymie van LandenDr. Paul Kempeneers werkt gestaag verder aan de toponymische ontginning van de streek rond Tienen. Hij schreef al plaatsnamenstudies over Hoegaarden (1985), Tienen (1987), Hakendover (1991), Kumtich (1994), Oplinter (1995) en Waanrode (1998). De jongste vrucht van zijn onverdroten speurwerk naar de Oost-Brabantse plaatsnamen is zijn ‘Toponymie van Landen’, die dit jaar verschenen is als nr. XVII in de | |
[pagina 271]
| |
reeks Nomina Geographica Flandrica, Monografieën, van het Instituut voor Naamkunde te Leuven. Dr. Kempeneers heeft daarnaast in eigen beheer een luxe-editie van zijn boek uitgegeven. Deze editie draagt de titel ‘Leven in Landen’. Zoals bij de andere studies het geval was, gaat ook aan de toponymie van Landen een grondig onderzoek van lokale archivalia vooraf. De enkele bestaande studies over de plaatsnamen van Landen boden weliswaar enig houvast, maar verkeerde lezingen, onbetrouwbare attestaties en een gebrek aan context, zodat de toponiemen niet gelokaliseerd konden worden, noopten Kempeneers ertoe naar de originele archiefstukken terug te keren. In zijn zoektocht naar historische en moderne vindplaatsen van toponiemen nam Kempeneers nauwgezet de kerkelijke archieven, het archief van de rekenkamers en de schepengriffies en het gemeentelijk archief door. Met behulp van oude kadasterplans slaagde hij erin om het merendeel van de gevonden plaatsnamen te lokaliseren. In de marge van dit speurwerk vond hij tal van gegevens die een overzicht geven van het ‘Leven in Landen’ in vroeger tijden. Met de ‘Toponymie van Landen’ heeft Kempeneers rond het verzamelde historische plaatsnamenmateriaal een leesbaar boek geschreven dat tegelijkertijd een stuk geschiedenis van Landen verhaalt. De plaatsnamen, thematisch ondergebracht in zes hoofdstukken, vormen vaak het aanknopingspunt voor excursies naar gebeurtenissen uit het verleden van Landen. Kempeneers bespreekt de Landense microtoponiemen in de rubrieken ‘vloeiend en stilstaand water’, ‘bergen en dalen’, ‘verdwenen bossen’, ‘graslanden’, ‘veldnamen’, ‘wegen en voetpaden’ en ‘bouwwerken’. Aan deze hoofdstukken gaan een situering van Landen en zijn buurgemeenten, een verklaring van de gemeentenaam en van de gehuchtnamen en een historiserend deel over het oude Landen (De Borg) en het nieuwe Landen (het Nieuwe Bolwerk) vooraf. Etymologisch is de gemeentenaam Landen volgens Kempeneers verwant met Londen. Hij voert beide namen terug op Londhiniom, een afleiding van de persoonsnaam Londhinios, met als grondvorm londo ‘wild’. Bij de samenval van o en a in het Germaans wordt Londhiniom Landhiniom (Kempeneers: 9). De oudste attestaties van Londen en | |
[pagina 272]
| |
Landen verschillen niettemin. De oude vindplaatsen van Landen bevatten uitsluitend een a: circa 1050 Landane, 1080 kopie midden 13de eeuw Landen, 1116 Landenes, 1132 Landinis enz. De oudste vermeldingen van Londen daarentegen bevatten een o, die nadien evolueert naar een u: 115 Londinium, 150 Londinion, 730 Lundonia, 839 Lundenne, 962 Lundene, 1205 Lundin. De samenval van o en a in het Germaans dateert evenwel van vóór onze tijdrekening, toen noch onze streken, noch Londen bevolkt werden door Germanen, maar door Kelten. Etymologische vereenzelviging van Landen met Londen, uit een grondvorm met een o, is dus niet aannemelijk. P. Kempeneers heeft zijn boek verlucht met tal van oude en moderne illustraties van wegenknooppunten, gebouwen en landelijke vergezichten. Enigszins misleidend zijn de mooie foto's op p. 28 (fig. 8) en p. 31 (fig. 9), die bij nader inzien zichten op de stadspoorten resp. stadstornelen van Canterbury in Engeland blijken te zijn. Ik wil best aannemen dat de stadspoorten van Landen er in de 16de eeuw uitzagen zoals de Westgate in Canterbury en dat de Landense Grote Torneel veel groter was dan de tornelen in de stadsmuur van Canterbury, maar van de Landense stadsmuren en -poorten is niets bewaard gebleven, terwijl de genoemde Engelse middeleeuwse bouwwerken op heden nog in hun volle pracht te bewonderen zijn. Kempeneers' ‘Toponymie van Landen’ is een wetenschappelijk gefundeerde toponymische monografie geworden, waarin de aandacht voor het verleden van de gemeente een meerwaarde vormt. Streekgenoten en andere belangstellenden zullen aan dit boek ongetwijfeld plezier beleven.
P. Kempeneers, Toponymie van Landen. Nomina Geographica Flandrica. Monografieën XVII. Leuven, Instituut voor Naamkunde, 2000. 306 blz. Ill. ISBN 90-75456-03-3. Prijs: 900 bef. Bestellingen: Uitgeverij Peeters, Bondgenotenlaan 153, B-3000 Leuven. Tel. +32 16 23 51 70. Luxe-editie: P. Kempeneers, Leven in Landen. Tienen, 2000. 306 blz. Ill. Te bestellen bij Dr. Paul Kempeneers, Leuvensestraat 43-45, B-3300 Tienen. Prijs: 1190 bef.
Ann Marynissen |
|