Naamkunde. Jaargang 21
(1989)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
In memoriam Jules HerbillonOp 19 november 1987 overleed Jules Herbillon, de meest actieve Belgische toponomasticus, die meer dan een halve eeuw lang zeer belangrijke publikaties heeft gewijd aan de plaatsnamen, persoonsnamen en dialecten van Waals BelgiëGa naar voetnoot(1). Jules Herbillon werd geboren in 1896 te Hognoul. Na zijn humaniorastudies te Tongeren, studeerde hij klassieke filologie aan de Universiteit van Luik, waar hij in 1921 de doctorstitel behaalde met een historiografische studie over de cultus van Artemis Laphria. Van 1923 tot 1925 studeerde hij aan de École Pratique des Hautes Études, waar hij zijn diploma verwierf met een studie over de Patras-cultussen (gepubliceerd in 1929 te Baltimore). Vanaf 1925 bracht Jules Herbillon zijn professionele loopbaan door aan het atheneum van Elsene, waar hij tot in 1956, datum van zijn opruststelling, onderwees. Voordien, in 1921-1922, was hij leraar aan het atheneum van Chimay geweest. Als leraar klassieke talen publiceerde Jules Herbillon aanvankelijk nog enkele artikels in het verlengde van zijn doctoraat en zijn werk over Patras. Spoedig, in 1929, wijdde hij zich aan de studie van de toponymie van Romaans België, en van zijn interesse voor Waalse onomastiek, dialectologie en folklore zou hij zijn levenswerk maken. Hiervan getuigen de artikelreeksen Toponymie de la Hesbaye liégeoise (in afzonderlijke bundeltjes verschenen tussen 1929 en 1983) en Toponymes hesbignons (artikels in de Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie), maar vooral de twee boeken Éléments espagnols en wallon et dans le français des anciens Pays-Bas (1961) en Les noms des communes de Wallonie (1986), een kritische status quaestionis van de historische verklaring van de Waalse gemeentenamen, de vrucht van een indrukwekkende verzamelarbeid en een jarenlange vertrouwdheid met de Waalse toponiemen. Talrijk zijn de bijdragen die Jules Herbillon heeft gepubliceerd in zijn geliefkoosde | |
[pagina 6]
| |
tijdschriften: de reeds vermelde Handelingen, de Bulletin de la Société royale Le Vieux Liège, Les dialectes belgo-romans (waarvan hij jarenlang de stuwende kracht was) en Les dialectes de Wallonie, Le Guetteur wallon (waarin hij tussen 1968 en 1987 zijn Notes de toponymie namuroise publiceerde), La vie wallonne, en El Mouchon d'aunia (waarin hij sinds 1984 regelmatig etymologische bijdragen publiceerde). Jules Herbillons werk - dat naast de reeds genoemde werken en talloze boekbesprekingen, zowat driehonderdvijftig artikels en honderden nota's omvatGa naar voetnoot(2) - steunt op een uiterst rijke documentatie, en op een perfecte integratie van geschiedenis, filologie, etnografie en taalkundige analyse. Aansluitend bij de Luikse school (Jean Haust, Élisée Legros), is Herbillons werk een prachtig voorbeeld van interdisciplinair onderzoek, ten dienste van zijn lezers en van een rijke en gevarieerde cultuur. De contacten met de Germaanse dialecten hebben een belangrijke plaats in zijn werk; ik denk hier b.v. aan zijn nog zeer lezenswaardige studie ‘Éléments germaniques dans la toponymie gallo-romane’ (een commentaar op de werken van Franz Petri en Ernst Gamillscheg, verschenen in Les dialectes belgo-romans 3, 1939, p. 5-26), aan zijn kritische analyse van Geschieres studie over Nederlandse elementen in het Waals (Les dialectes belgo-romans 8, 9 en 10, 1950-1953), aan zijn interesse voor het historisch probleem van de taalgrens, en aan verscheidene verklaringen van familienamen en plaatsnamen van Germaanse oorsprong. Jules Herbillon was sinds 1930 lid van de Commissie voor Toponymie en Dialectologie, waar hij ook meerdere malen voorzitter van was. Binnen de Commissie hield hij zich jarenlang bezig met de herziening van de spelling van de Waalse plaatsnamen. Hij was tevens lid van het Internationaal comité voor onomastiek, en lid van de Academie. In 1976 werd hij Groot-Officier in de Leopoldsorde. Met Jules Herbillon verdwijnt een unieke kenner van de Romaans Belgische onomastiek; zijn buitengewoon rijkgevuld oeuvre, opgebouwd in de marge van een leraarscarrière, dwingt bewondering en dankbaarheid af.
Leuven P. Swiggers N.F.W.O. |
|