De voltooiing van de uitgave van het Nederlands Repertorium van Familienamen begint in zicht te komen. In 1983 is het voorlaatste deel, dat de namen van de provincie Zuidholland bevat verschenen. Nu ontbreekt alleen nog de provincie Limburg. De verschijning van dit laatste, veertiende, deel zal gelukkig echter niet lang meer op zich laten wachten.
Het Repertorium is gebaseerd op de namen die geregistreerd zijn bij de Volkstelling van 31 mei 1947. Op die datum had de provincie Zuidholland 2 284 080 inwoners. Dit hoge aantal heeft het indertijd noodzakelijk gemaakt de namen van de steden 's-Gravenhage en Rotterdam afzonderlijk, als de delen IX (1974) en X (1976) van het NRF uit te geven. Voor de ‘Rest van Zuidholland’, zoals het nu verschenen deel XIII eigenlijk zou moeten heten, bleven nog zoveel namen en naamdragers over dat het boek in twee banden uitgebracht moest worden, I A t/m K, II L t/m Z. Het hele werk beslaat 804 bladzijden.
De Inleiding is van de hand van H. Buitenhuis, die eerder onder andere ook al de steden 's-Gravenhage en Rotterdam voor zijn rekening genomen had. Het telwerk is in eerste instantie verricht door anonieme werkloze hoofdarbeiders em later door de heren H.U. Thoden van Velzen, N.M. Stolk en C.M. Laban.
Zuidholland, zonder 's-Gravenhage en Rotterdam, telde op 31 mei 1947 1 104 834 inwoners. Zij droegen samen 44 187 namen. Dat betekende een gemiddelde van 25 naamdragers per naam. Dit is een vrij hoog moyenne. Het komt ongeveer overeen met dat van Groningen. Alleen de provincies Friesland en Noordbrabant hebben een hoger gemiddelde.
Zoals gebruikelijk staan de namen alfabetisch onder elkaar gerangschikt. Bij iedere naam staat aangegeven hoeveel keer hij in een gemeente voorkomt. Bovendien is steeds het aantal naamdragers per naam bij elkaar opgeteld met daarnaast het aantal gemeenten waarin zij voorkomen.
In de Inleiding heeft Buitenhuis onder meer een lijst opgenomen van de meest voorkomende familienamen met meer dan 100 naamdragers. De autochtone namen heeft hij daarbij speciaal gemarkeerd. Absolute toppers zijn De Jong, v.d. Berg, van Leeuwen, van Dijk, Visser, de Groot, Bakker, van Vliet, v.d. Meer, en van Dam. Van deze tien namen zijn van Leeuwen, van Vliet en v.d. Meer als specifiek zuidhollands aan te merken.
In een andere lijst heeft de inleider de plaatselijke kern- of concentratienamen bijeen geplaatst. Hij heeft daar tevens bespiegelingen aan verbonden over de vraag in hoeverre het voorkomen van kernnamen iets kan zeggen over de autochtoniteit van bepaalde familienamen.
Het Nederlands Repertorium van Familienamen, deel XIII, Zuidholland (1983) is uitgegeven door het P.J. Meertens-Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Het boek is verkrijgbaar bij De Walburg Pers, Zutphen. ISBN 906011-209-1. De prijs bedraagt f 100, -.
Amsterdam
Rob Rentenaar