| |
| |
| |
| |
In memoriam Jozef Helsen (1906-1985)
Op 9 maart 1985 is Dr. Jozef Helsen te Herentals overleden na een leven van toewijding en gehechtheid aan zijn familie, zijn vrienden en zijn geliefd Kempenland. Hij werd geboren te Noorderwijk op 27 juni 1906 en studeerde Germaanse filologie in Leuven van 1925 tot 1930, het jaar waarin hij met de grootste onderscheiding promoveerde op een dissertatie over ‘De toponymie van Noorderwijk en Morkhoven’. Als student heeft Jos Helsen de beginjaren van het Leuvense Instituut voor Naamkunde (toen Instituut voor Vlaamsche Toponymie) meegemaakt en in aansluiting daarbij heeft hij als eerste vaste medewerker van Prof. H.J. van de Wijer en als aspirant van het N.F.W.O. (1932-1935) in hoge mate bijgedragen tot het sukses van dat wetenschappelijk initiatief. Hij had een belangrijk aandeel in de voortzetting van de jaarlijkse toponymische bibliografie in de Handelingen van de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, van 1931 tot 1935, waarna deze taak door zijn opvolger en trouwe vriend Dr. Henri Draye werd overgenomen en uitgebreid. Hij zorgde voor de bewerking en de uitgave van de Toponymie van Varsenare, waarvan het materiaal door Jules Pollet (1895-1953) was bijeengebracht. De dokumentatie van zijn proefschrift werd toen verder aangevuld met breed opgezet excerperingswerk uit archiefbronnen voor de historische toponymie, inz. al de cijns- en meetboeken, van de hele Antwerpse Kempen.
Na afloop van zijn mandaat van aspirant werd Dr. Jozef Helsen atheneumleraar, resp. in Virton, in Brussel en in Leuven. Voorzover zijn leeropdracht het hem toeliet, bleef hij aktief deelnemen aan het toponymisch onderzoek met regelmatige publikaties gebaseerd op een grondige historische en topografische kennis van het bestudeerde gebied. De opvallende onderbreking van zijn wetenschappelijke aktiviteit tijdens de periode 1945-1948 is te wijten aan de naoorlogse ongerechtigheden waarvan velen het slachtoffer zijn geweest: onder
| |
| |
| |
| |
hen Dr. Jan Grauls, zijn voorganger in de Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Helsen was hem bij Koninklijk Besluit van 18 april 1938 als briefwisselend lid in deze Commissie opgevolgd en werd in de vergadering van 23 oktober 1961 tot werkend lid verkozen. In de Handelingen had hij meegewerkt aan vijf bibliografische jaaroverzichten (zoals hierboven vermeld), in de reeks Werken verscheen zijn toponymische monografie van Noorderwijk (1944) en in de Vlaamse afdeling hield hij lezingen over ‘Toponymische termen in grensafbakeningen’ (1954) en ‘Het woord hond in plaatsnamen’ (1961).
De wetenschappelijke bedrijvigheid van Jos Helsen was toegespitst op de historische studie van de plaatsnamen der Antwerpse Kempen, steunend op een rijke materiaalverzameling die met de beschikbare geografische, taal- en geschiedkundige hulpmiddelen werd bewerkt en in velerlei bijzonderheden onderzocht, volgens de beproefde metode die hier vooral door Dr. Jan Lindemans op Vlaams Brabant werd toegepast. Meer dan andere naamkundigen was hij geboeid door de taal en de inhoud der dorpskeuren, waaruit hij belangrijke gegevens kon afleiden om de leksikale betekenis van toponymische bestanddelen te preciseren in het licht van de dorpsekonomische waarde en aanwending der verschillende terreinen. Daarbij had hij ook bijzondere aandacht voor de terminologie der grensaanduidingen en voor de toponiemen die daarmee verband kunnen houden. Met het oog op een ruimer publiek zorgde hij bovendien voor degelijke syntetische overzichten en voor een verklarend repertorium van de oude en moderne gehuchtnamen in 90 Kempense gemeenten, op basis van de licentieverhandeling die door zijn dochter in 1960 te Leuven werd voltooid. Buiten de groep van naamkundigen vond hij erkenning en waardering als bestuurslid van het Centrum voor de Studie van land en volk van de Kempen, als lid van de Vereniging van Kempische Schrijvers en van de Herentalse Geschiedkundige Kring. Jos Helsen was een minzaam en bezadigd man, een stille werker met grote verdiensten. Wij danken hem. Zijn naam blijft verbonden aan een model van toponymische monografie en het analytisch en syntetisch onderzoek van de regionale toponymie, in funktie van de landschapsgeschiedenis en de historische streekekonomie.
* * *
| |
| |
In de hiernavolgende bibliografie van Dr. Jozef Helsen worden de titels van een paar tijdschriften afgekort weergegeven met sigels:
BGB |
Bijdragen tot de geschiedenis (bijzonderlijk van het oud hertogdom Brabant) |
MTV |
Mededeelingen uitgegeven door de Vlaamsche Toponymische Vereeniging te Leuven (tot 1946) |
MVN |
Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam (1950-1968). |
Enkele niet-naamkundige artikels, aangeduid met [DW], worden geciteerd volgens de gegevens van Leo De Wachter, Repertorium van de Vlaamse gouwen en gemeenten, 6 dln. Antwerpen, 1942-1957.
Uit de tijdschriften. MTV 7(1931), 77-84. |
Uit de tijdschriften (1931). MTV 8(1932), 45-60. |
Plaats- en persoonsnamen vooral te Noorderwijk in 1394. BGB 23(1932), 1-16, met toponymische kaart. Afzonderlijk uitg. als Bijlage 2 bij MTV [Leuven, 1932], 16 blz. |
Dorpskeuren en toponymie. MTV 9(1933), 35-39. |
Uit de tijdschriften (1932). MTV 9(1933), 45-60. |
De dorpskeuren van Herenthout. BGB 24(1933), 41-55. |
Toponymie van Varsenare (Nomina Geographica Flandrica, Monographieën 2). Brussel, 1933, XV + 140 blz., 2 kaarten. Samen met J. Pollet. |
De poëzie der plaatsnamen. Toerisme 13(1934), 66-68. |
Bespreking van Handelingen Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie 7(1933). Toerisme 13(1934), 575. |
Uit de tijdschriften (1933). MTV 10(1934), 7-24. |
Huisnamen te Lier. MTV 10(1934), 35-44. Afzonderlijke en bijgewerkte uitgave in Toponymica 5. Leuven-Brussel, 1934, 33 blz. |
Iets over aard, plaatsnaam. MTV 10(1934), 45-51. |
Plaatsnamen uit het Mechelsche (ao 1734). MTV 10(1934), 61-71. |
De naam ‘Herentals’. Herentals 1(1934/35), 1-9. |
Een herfstwandeling door bosch en hei. Ibid., 55-64, met kaart. |
De Markt te Herentals. Ibid., 75-86 (met huisnamen). |
Stadspoorten en vestingen te Herentals. Ibid., 105-116. |
Tusschen Aa en Nete. Ibid., 147-155, met kaart. |
Kruisberg en verder. Ibid., 179-185, met kaart. |
Kempisch recht. Inbreuken op de keuren van Tongerloo. De Zuiderkempen 3(1934/35), 57-64. |
Het Bijengild van de H. Ambrosius te Lichtaart. Mededeelingen van den Kunsten Oudheidkundigen Kring van Herentals 1(1934), 25-37 [DW]. |
Servaas Daems en de ‘Oudheidskring’ van Herentals. Ibid. 2(1935), 10-11 [DW]. |
Bespreking van Handelingen Kon. Com. Top. Dial. 8(1934). Toerisme 14(1935), 119. |
Uit de tijdschriften (1934). MTV 11(1935), 61-74. |
Rond het woord ‘uitvang’. BGB 26(1935), 64-74. Afzonderlijk als Bijlage 6 bij MTV (Leuven, 1935, 11 blz.). |
Een liedje uit het repertorium van Louis van Mensel. Herentals 2(1936), 51-57. |
| |
| |
Onze uithangborden. Herentals 2(1936), 130-138 = Onze Kempen 1(1936/37), 120-128. |
De studie van de plaatsnamen en het lager onderwijs. MTV 12(1936), 1-8. |
De ‘grensscheiding’ in de plaatsnamen. Vragenlijst. MTV 12(1936), 21-22. |
Het plaatsnamenmateriaal in de Antwerpsche Kempen. MTV 13(1937), 17-44. Afzonderlijke en bijgewerkte uitgave: Plaatsnamen der Antwerpsche Kempen (Toponymica 6). Leuven-Brussel, 1938, 57 blz. Het slot werd met nieuwe titel ‘Belang van toponymie. Hoe te werken?’ opgenomen in Wetenschap in Vlaanderen 4(1938/39), 85-86. |
Nieuwjaar in de Kempen. Zondagsvriend 8(1937), blz. 1535 [DW]. |
De fiets op! Herentals 3(1937/38), 1-14 = Onze Kempen 2(1937/38), 52-65, met kaart (toponiemen in omgeving van Herentals). |
Het Kempisch Heimatmuseum te Herentals. Herentals 3(1937/38), 178-182 = Onze Kempen 2(1937/38), 192-196. |
Bespreking van Handelingen Kon. Com. Top. Dial. 11(1937). Toerisme 17(1938), 502. |
De molens van Oevel, Houtvenne en Ramsel. De Zuiderkempen 9(1940), 67-68. Samen met J. Tuerlinckx. |
Campinia docet; bij het 6e Kempisch landjuweel. Volk en kultuur 2(1942), nr. 29, blz. 6-7 [DW]. |
Het landschapsbeeld in de Antwerpsche Kempen (De Seizoenen-reeks, 36). Antwerpen, 1943, 58 blz., ill. |
Toponymie van Noorderwijk (Werken uitg. Kon. Com. Top. Dial., Vla. afd. 3). Tongeren, 1944. Mede in Nomina Geographica Flandrica, Monographieën 3. Brussel, 1944, XII + 214 blz. met toponymische kaart. |
Stilistische opmerkingen bij dorpskeurboeken uit de Kempen. Feestbundel H.J. van de Wijer I (Leuven, 1944), 119-135. |
De hoeve in het Vlaamsch landschap. Boerenalmanak 1944, 262-268 [DW]. |
Bespreking van publikaties van het Instituut voor Naamkunde, Leuven, 1947. De Toerist 28(1949), 647. |
Het dorpskeurboek van Retie. BGB 32 = 3e r. 1(1949), 85-107; met Verklarende woordenlijst, Ibid., 169-173. |
Verklarende woordenlijst (bij de statuten van het begijnhof te Herentals 1461-1489, uitg. door J.R. Verellen). BGB 32 = 3e r. 1(1949), 223-225. |
Van nederzetting tot dorp. Brabants Heem 2(1950), 59-67. |
Dorpsgrensdocumenten. Geel-Mol en Herentals-Noorderwijk. BGB 34 = 3e r. 3(1951), 108-121. |
Wenken bij het geven van doopnamen in de XVIIe eeuw. Album Jan Lindemans (Brussel, 1951), 225-231. |
Akker, broek, aard, in Kempische dorpskeurboeken. MVN 28(1952), 127-136. |
Pensepoel. MVN 30(1954), 141-147. |
Toponymica in Kempische grensafbakeningen. MVN 31(1955), 16-54. |
Oud grensrecht. BGB 38 = 3e r. 7(1955), 9-30. |
Het woord wolf in plaatsnamen. MVN 34(1958), 107-122. |
Het woord hond in plaatsnamen. MVN 37(1961), 90-106. Samen met vorige bijdrage in bijgewerkte uitgave afzonderlijk verschenen: De woorden wolf en hond in plaatsnamen (Toponymica 17). Leuven-Brussel, 1961, 44 blz. |
| |
| |
Nog over het geboortehuis van Dr. Goossenaerts. Ons Heem 17(1962/63), 208. |
Wiewaaien. Ons Heem 18(1963/64), 192. |
Gehuchtnamen in de Antwerpse Kempen (Nomina Geographica Flandrica, Studiën 13). Leuven, 1978, VI + 236 blz., 2 kaarten. Samen met Anne-Marie Helsen. |
Leuven
K. Roelandts
|
|