het op hoge prijs de redactie van Naamkunde te bedanken voor haar stimulerende medewerking bij de totstandkoming daarvan.
De contribuanten hebben zich in grote meerderheid ook binnen het naamkundig kader kunnen ontplooien: na de bio-bibliografie van Maurits Gysseling, waarmee de bundel wordt geopend, volgen de bijdragen waarvan drie-vierde binnen de onomastiek valt. De overige artikelen, die de etymologie (4), de geschiedenis (2), de fonetiek (2), de filologie (1), de lexicologie (1) en de syntaxis (1) betreffen, hebben in die zin een passende plaats omdat zij de naamkundige Gysseling vanuit de raakvlakken met de verwante disciplines een duidelijk reliëf verlenen.
De bijdragen van de Duitse vakgenoten geven aan dat Gysselings opvatting van zijn werkterrein zich niet door twintigste-eeuwse grenzen laat inperken en dat zijn werk van belang is voor het hele Germaanse taalgebied. Verscheidene vrienden en vakgenoten hebben om diverse redenen hun bijdragen niet kunnen verwezenlijken, maar hebben de redactie expressis verbis verzocht de jubilaris hun waardering voor zijn werk kenbaar te maken: Raoul Van Caenegem, Albert Derolez, Antoon Van Elslander, Omer Jodogne, Franz Petri, Paolo Ramat, Willi Sanders, Rudolf Schützeichel, Mme Thérèse Vergriete en Carlos Wyffels.
Het past, tenslotte, ook even stil te staan bij hen die hun bijdrage niet hebben kunnen voltooien omdat de dood hen uit ons midden wegnam: Dr. Gabriele Schieb, overleden te Leipzig op 20 april 1982 en Prof. dr. Henri Draye, jarenlang redactiesecretaris van dit tijdschrift, overleden te Leuven op 2 februari 1983.
De waardering voor Maurits Gysseling is in deze Feestbundel maar zeer ontoereikend gesymboliseerd. Maar de hooggeachte jubilaris mag zich ervan verzekerd weten dat ontoereikendheid hier meer het kenmerk is van symbolen, dan van waardering.
Gent-Leiden-Leuven 1984
W.J.J. Pijnenburg
K. Roelandts
V.F. Vanacker