Naamkunde. Jaargang 12
(1980)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nummer 1-2]Geschiedenis van de Edegemse straatnamenDe gemeente Edegem, gelegen op slechts 9 km van de metropool Antwerpen, heeft, zoals de meeste gemeenten aan de periferie van de stad, in de laatste 100 jaar en vooral in de jongste decennia, een ware bevolkingsexplosie gekend. Tot ca. 1860 bedroeg zijn aantal inwoners slechts 1081, een getal dat toen al sedert heel lang ongeveer gelijk was gebleven. In 1900 - dus 40 jaar later - was dit aantal tot 2165 gestegen, dus net verdubbeld. Toen ging het echter met sprongen de hoogte in, en weer 40 jaar later, bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog, waren er 7582 inwoners, wat een verdrievoudiging betekende. In de jaren 1953-1955 nam het aantal woongelegenheden met ca. 300 eenheden toe, door het aanleggen van nieuwe wijken zoals het MolenveldGa naar voetnoot(1). Op 31 december 1979 registreerde men 23.422 inwoners. Vanzelfsprekend wordt die bevolkingsaangroei weerspiegeld in het aantal straten die het grondgebied doorkruisen. Dat zijn er op dit ogenblik 169. Vergeleken met de eerste volledige straatnamenlijst uit 1910, waarin aan de ‘Studiecommissie tot Inrichting der Antwerpsche Agglomeratie’ de 34 toen officieel gebruikte straatbenamingen werden medegedeeldGa naar voetnoot(2), betekent dit een toename met 135 straatnamen. Het is evident dat heel wat van die in de jongste 70 jaar op de bordjes aangebrachte straatnamen, vooral dan degene die na wereldoorlog II zijn ‘gegeven’, als ‘administratieve’ namen kunnen worden beschouwd, die gekozen werden volgens zekere systematische rubrieken. Toch dient gezegd dat ook tal van nieuwe namen aansluiten bij de oude toponiemen of veldnamen, zodat ze het logische verband tussen straat en vroegere perceelsnaam weergeven en aldus oud cultuurgoed bestendigen. | |
[pagina 2]
| |
In zekere zin zetten deze recentere ‘toponymische’ weg- en straatnamen het aloude, primitieve naamgevingsprocédé voort, waarbij de volksmond of spraakmakende gemeente een weg naar een of andere karakteristiek ervan benoemde. Zo was b.v. de Gawech von Contike in 1395 de weg langswaar men ‘naar Kontich ging’; later werd het de Binnenweg en thans heet die verkeersader Kontichstraat. Het oude element gaweg vinden we ook nog terug in Loze Gaanweg, die we reeds ontmoeten in 1428. Tot de oudste, ‘volkseigen’ namen behoren nog de Boerenlegerstraat, Doelveldstraat, Doornstraat, TerelststraatGa naar voetnoot(3). Een aantal in vroegere eeuwen levende namen hebben het moeten afleggen. We citeren er lukraak enkele van: Biesterstraat (1427), Bruulstraat (1490), Eysegemstraat (1372), Landstraat (1678), Leemstraat (1570), Plaatse (1469) enz. Het is niet de bedoeling van deze op de huidige straatnamenvoorraad van Edegem gerichte bijdrage, bij die ‘relicten’ stil te staan en we vermelden ze enkel bij een of ander item waar ze als ‘schakel’ of ‘voorloper’ ter sprake komen. Bij de ‘logische’ naamgevingstypen kunnen ook de namen Aartselaarstraat, Hovestraat, de reeds vermelde Kontichstraat, Mechelsesteenweg, Mortselstraat, Oude-Godstraat, Wilrijkstraat vermeld worden, die alle de richting van het tracé aanduiden. Aanvankelijk eindigden ze allemaal - terecht - op het -se-suffix, maar in 1941 oordeelde het College dat ze best zonder het achtervoegsel konden (cfr. Aartselaarstraat). Tot de oude namen behoorden vanzelfsprekend ook Heerbaan, die ook wel eens, wegens zijn bedekking met takkebossen, Houtweg werd genoemd en die, sedert zijn bestrating in de 17de eeuw, de Mechelsesteenweg werd. De opeenvolgende Atlassen van de Buurtwegen uit resp. 1824 en 1845 brachten weinig nieuws, daar ze meestal slechts die namen registreerden die in de volksmond in gebruik en dus wel uit andere bronnen bekend waren. De Hoofsche Galg Straet is een van die door de Buurtwegen vermelde namen (zie s.v. Hovestraat). Doorlopen we nu verder de jongere straatnaamgevingsperikelen van Edegem. Na een vrij duistere optekening in de raadszitting van 25 juni | |
[pagina 3]
| |
1903Ga naar voetnoot(4) moeten we wachten tot het gemeentebestuur in 1910 de reeds vermelde ‘Studiecommissie tot Inrichting der Antwerpsche Agglomeratie’ op de hoogte brengt van de 34 in gebruik zijnde namen. Opzet van deze Studiecommissie was, de toen zeker hinderlijke homoniemen in de gemeenten der agglomeratie door andere namen te vervangen. Edegem zou toen zijn Dorpstraat, Fortstraat, Gasthuisstraat, Kapelstraat, Leeuwerikstraat, Molenstraat, Oude Baan moeten prijsgeven, maar de kort daarop volgende wereldoorlog vertraagde die operatie. In 1919 kregen we i.p.v. de zopas genoemde een aantal nieuwelingen, waarvan enkele, zoals Generaal Fochstraat en Martelaarsstraat het op hun beurt moesten afleggen tegen Strijdersstraat en Fort V-straatGa naar voetnoot(5). Er was nu werkelijk beweging in de straatnamen gekomen, er werd veranderd en vooral werden er namen bijgecreëerd. De maatschappij ‘Edegem Uitbreiding’ was in volle verkavelingsactiviteit en - na en naast de namen van verkavelaars en eigenaars zoals Florent Geversstraat en Boniverlei - kwamen er tal van leien, rustiek-landelijke lanen, die naar vorsten (Prins- resp. Koning Albertlei), planten (Hagedoornlei), vogels (Leeuwerikenlei) of seizoenen (Lentelei) werden genoemd. Het voor het Antwerpse zo typische woord lei bewees hier andermaal zijn productiviteit. In 1922 kregen een aantal op Fort V gefusilleerden een straatnaam in de wijk van de vroegere velodroom ‘Garden City’ en nabij Elsdonk. Pastoor Moonslaan is er een voorbeeld van. Wegens minder gunstig klinkende volksetymologische interpretatie moesten toen ook wel eens namen wijken, zoals de Bessemsstraat, waarvan men in 1931 een Vrijwilligersstraat maakteGa naar voetnoot(6). In de jaren dertig groeide het straatnamenarsenaal nog aanzienlijk aan: ter herinnering aan het Belgische eeuwfeest kwam er b.v. de Onafhankelijkheidsstraat bij (zie ald.). Ook de Volhardingsstraat dient in die sfeer gesitueerd te worden. In de na-oorlogse periode, de tijd van de grootse en niet te stuiten expansie, groeiden de straatnamen als ‘bij trosjes’ aan. We grijpen willekeurig in die overvloed. Het Molenveld, dat ‘bloksgewijze’ verkaveld en bebouwd werd, kreeg op 10 september 1954 een aantal straten met persoonsnamen, o.m. aan de Edegemse geschiedenis ont- | |
[pagina 4]
| |
leend (b.v. Graaf de Granvellelaan). Op 10 november 1955 nam men het lofwaardige initiatief om oude hoevenamen, die men in het werkje van R. de GroodtGa naar voetnoot(7) had leren kennen, in straatnamen te vereeuwigen. Ongelukkig werden de meeste hoevenamen die in de wijk Molenveld-Aan de Hoeve moesten dienen, niet erg nauwkeurig gesitueerd, zodat er een breuk tussen ‘topos’ en ‘onoma’ ontstond. Men zie b.v. Ten Boschstraat. Ook in 1957 kwamen er enkele gelukkig gekozen - en ook wel juister gesitueerde - namen als Grijpegemplein en Kladdenbergstraat bij. In 1958 zocht men andermaal naar een hele lading namen voor een drietal verkavelingen. De keuze viel thans op verdienstelijke geleerden, kunstenaars, prominenten (b.v. Ferdinand Verbiestlaan, Jan Ockegemstraat). Gelukkig kwam ook Meester Richard Goossens, de verdienstelijke schoolmeester van Edegem zelf, in dat illustere gezelschap terecht, dat, naar het woord van Kan. Prims, ‘hier nooit iets te stellen (had) gehad’Ga naar voetnoot(8). In 1960-1965 ging de voorkeur - Rozenhof en Posdijk uitgezonderd - nog steeds naar persoonsnamen uit, waarbij ook een aantal IJzerhelden werden gehuldigd en waarbij twee kunstenaars, Omer van Ommer en Pieter van den Bemden, die in de 17de eeuw voor de Edegemse St.-Antoniuskerk werkten, eveneens werden herdacht. Sedert 1967 sloeg men resoluut de weg van de aansluiting bij de oude toponymie in. Daarvan getuigen Donk, Opstal, Varenblok, De Pelgrim. De persoonsnamen die nadien nog in de namen werden opgenomen, waren hoofdzakelijk gekozen uit de Edegemse geschiedenis (cfr. Ridder Jan Cantman, Mgr. Van de Velde), sloten aan bij de namen der IJzersoldaten (Frans Kusters), leunden aan bij de actualiteit (Dr. Fr. Hemeryckx, Mgr. Cardijn) of alludeerden - in de buurt van het bedrijf H.T.I. - op beroemdheden uit de Fysica (Archimedes). Bij de naamgeving De Wieken in 1975 gingen molenherinnering en fantasie hand in hand, terwijl de Acht Eeuwenlaan herinnert aan het 800-jarig historisch bewezen bestaan van Buizegem-Edegem. En al omspannen de tot ons gekozen Edegemse straatnamen geen acht eeuwen, toch hebben we er getuigen onder uit zes eeuwen geschiedenis van de bewoning. Dat bewijzen attesteringen als de hierboven aangehaalde Eysegemstraat en Gawech van Contike, die tot de 14de eeuw opklimmen. | |
[pagina 5]
| |
In de onderstaande lijst laten we elk van de 169 namen zijn eigen geschiedenis vertellenGa naar voetnoot(9).
Aartselaarstraat: Deze verbinding tussen Drie Eikenstraat en grens Kontich staat op de atlas van 1806 aangeduid als Chemin d'Artselaer. In de 19de eeuw droeg hij de naam Aartselaarse Voetweg, maar op 16 augustus 1941 wijzigde het College hem in Aartselaarstraat. Een stukje Aartselaarvoetweg, dat traditioneel bij de Eikenstraat gerekend werd, zou in 1958 tot Willem Herreynsstraat omgedoopt worden (zie ald.). Acht Eeuwenlaan: Deze naam ‘vereeuwigt’ het jubeljaar 1973, waarin de eerste vermelding van Edegem, onder de vorm Buizegem, in een oorkonde van Kamerijk d.d. 1173, door allerlei feestelijkheden in herinnering werd gebracht. De straat loopt van Drie Eikenstraat naar Terelststraat, en de naamgeving geschiedde op 17-I-74. (Gem.) Adolf Queteletlaan: Nieuwe straat op Molenveld, tussen Ter Borchtlaan en Andreas Vesaliusstraat. Geopend op 6-XI-1958 (Gem.). A. Quetelet (Gent 1796 - Brussel 1874) is beroemd als socioloog en statisticus; verder ook als sterrenkundige, in welke hoedanigheid hij de sterrenwacht te Brussel stichtte (1826), observatorium dat later naar Ukkel zou overgebracht worden (Oosthoeks Encycl. dl. 12, 359). Adriaan Willaertstraat: Deze op 6-XI-1958 (Gem.) benoemde straat, verbindt Eugenio Pacellilaan en Varenblok. A. Willaert (Brugge of Roeselare, ca. 1490-Venetië 1562) was een vermaard musicus, die lang in Italië verbleef en o.m. kapelmeester in de San Marco te Venetië is geweest. Adrien de Gerlachestraat: Ligt tussen Justus Lipsiusstraat en Rogier van der Weydenstraat en brengt sedert haar opening onder deze naam | |
[pagina 6]
| |
op 31-7-1961 (Gem.) de leider der zuidpoolexpeditie van einde vorige eeuw in herinnering. De Gerlache (Hasselt, 1866-Brussel 1934) exploreerde de zuidpoolgebieden aan boord van de ‘Belgica’ van 1897 tot 1899. Andreas Vesaliuslaan: Sedert 6-XI-1958 verbindt deze straat Adolf Queteletlaan en Jan de Sadelerlaan (Gem.). Andries van Wesel, met zijn gelatiniseerde naam Vesalius, werd te Brussel geboren in 1515 en verwierf wereldfaam als grondlegger van de studie der menselijke anatomie. Zijn ‘De Humani Corporis Fabrica’ (Basel, 1543) blijft zijn standaardwerk. Vesalius studeerde en doceerde aan verscheidene universiteiten, o.m. te Leuven en te Padua. Hij was lijfarts van Keizer Karel en van diens zoon Filips. Hij stierf bij een schipbreuk in de Ionische Zee, anno 1564, toen hij van een pelgrimstocht naar Jeruzalem terugkeerde. Archimedeslaan: Straat geopend op 17-I-74; verbindt de August Coolslaan met de Boerenlegerstraat. Archimedes werd te Syracuse geboren ca. 287 voor Chr.; hij werd er door een Romeinse soldaat gedood bij de verovering van de stad door de Romeinen, in 212. Talloos zijn de ontdekkingen van deze beroemde wis- en natuurkundige en best bekend is wel de zogenaamde Wet van Archimedes, over het gewichtsverlies van een ondergedompeld lichaam. Hij bestudeerde ook kracht, koppel, spiraal enz., vandaar de straatnaam nabij het bedrijf H.T.I. (zie ook L. da Vincilaan). August Coolslaan: Tussen Mgr. Cardijnlaan en Archimedeslaan; naamgeving op 17-I-1974; de 18-jarige Edegemnaar A. Cools werd tijdens de Boerenkrijg te Hasselt gevangen genomen en door de Fransen op 17-II-1799 te Brussel gefusilleerd (Gesch. Ed., 539). Baron de Celleslaan: Bij besluit van 10 september 1954 werden een aantal historische namen uit de plaatselijke geschiedenis toegekend aan de nieuwe straten in blok 11 van het Molenveld. Baron de Celles - met zijn volledige naam Charles-François-Hyacinthe-Gislain de Vischer des barons de Celles - was de laatste heer der heerlijkheid Edegem, die hij in 1781 van vrouwe A.F. de Fiennes uit het domein van Cantecroy had aangekocht (Zie Gesch. Ed., 134 vlg.). Beekstraat: De naam van deze straat op de grens Edegem-Mortsel, tussen Volhardingsstraat en Minervastraat, werd gegeven op 26-VIII-1931 (Schep.). Hij doelt op de Kleine Struisbeek. Bernard van Orleyplein: Dit plein op het Molenveld, gelegen tussen A. Queteletlaan en Paul Gilsonstraat, kreeg op 6 november 1958 (Gem.) zijn naam, naar de beroemde schilder. Bernard of Barend van Orley was een Brusselaar, geboren omstreeks 1490 en overleden in 1542. Hij schilderde in italianiserende trant en maakte ook ontwerpen voor tapijten en glasramen. Hij is hofschilder van Margaretha van Oostenrijk geweest. Biezenwei: Bij besluit van 30 oktober 1967 werd in de verkaveling Buizegem een oud toponiem (Sectie B, 197), ons door een kaart uit | |
[pagina 7]
| |
1773 overgeleverd, op de daar aan te leggen straat overgedragen. Waar eenmaal die met biezen begroeide weide gelegen was, verbindt nu de gelijknamige straat de Ernest Jouretlaan en de Romeinse Put. Boerenlegerstraat: Aan deze oude benaming, die door de volksfantasie wel eens ten onrechte met het leger van de boerenkrijgers in verband is gebracht, hebben we een bijdrage gewijd in het Album A. van Loey, Brussel 1975, 325-332. We stelden er voor het in 1608 geattesteerde toponiem, dat de naam van Kasteel Arendsnest of Ter Hoger Hagen, alsook van de naburige neerhoeve is geweest, te verklaren als ‘plaats waar de vis legert’; op deze ‘visleger’ mochten de boeren vermoedelijk komen vissen. Sedert de 17de eeuw kent men een ‘straete naer den Boerenleger’, die vandaag de dag Strijdersstraat en Prins Boudewijnlaan verbindt. Boniverlei: Deze lei is een litteken van de spoorweg Antwerpen-Boom, die na 1875 ons grondgebied doorsneed. Tot 1929 puften er enkele treintjes per dag over, die onze pendelaars vervoerden. In 1936 kocht het gemeentebestuur de bedding van de spoorlijn. (Cfr. Gesch. Ed., 802 vlg.). In een straatnamenlijst van 1910 komen Boniverlei-Noord en Boniverlei-Zuid reeds voor (Gemeentearch., Register Briefwisseling, brief nr. 1244). Officieel werden die toevoegingen Noord en Zuid in zitting van 16-VIII-1941 door het College afgeschaft. Pierre-Eugène-Hippolyte Boniver-Vereecken, naar wie de straat genoemd is, bezat er in 1903-1906 twee villa's en gronden. Hij was huissier te Antwerpen (cfr. Mutaties kadaster). Buizegemlei: Het tracé van deze weg, dat zeer oud moet zijn, vermits het naar het hart van het primitieve Buizegem voerde, en misschien wel via Hove naar de Gallo-Romeinse nederzetting op de Steenakker te Kontich leidde (zie Gesch. Ed., 28), staat in 1845 als Buizegemserijweg bekend (E.B.). In een lijst van 1910 luidt de naam Buizegemweg. Op een niet nader bepaald moment, tussen de jaren 1930 en 1940, moet de straat die dan in volle ontwikkeling kwam door huizenbouw, de naam Buizegemlei hebben gekregen. Tot de Buizegemweg moeten eertijds wel meer stratentracés gerekend zijn; thans wordt de ‘lei’ begrensd door Jan Verbertlei en Mechelsesteenweg. Cronckenroystraat: In zitting van 10 november 1955 kreeg een aantal straten op het Molenveld namen van oude Edegemse hoeven. Een lofwaardig naamgevingsprocédé, dat hier echter ongelukkig uitviel, omdat de betrokken hoeven vaak ver van de nieuwe straat gelegen waren. Cronckenroy - een van de vele spellingen van dit toponiem dat opklimt tot krokken-rode en een rode of ontboste plaats waar de plant krokke, d.i. vogelwikke groeit, betekend heeft, - is een oude en eerbiedwaardige hoevenaam. De Mechelse Commanderij van Pitsemburg bezat tegen de grens van Kontich de hoeve Krokkenrode al in het jaar 1270 (Gesch. Ed., 42). Maar de Cronckenroystraat bevindt zich een heel eind daarvandaan, tussen Ter Tommenstraat en Hazeschransstraat. | |
[pagina 8]
| |
de Burletlaan: Deze grensstraat werd blijkbaar door de gemeente Wilrijk van haar naam voorzien; dat gebeurde in 1914, en hoogstwaarschijnlijk werd de naam geïnspireerd door Jules de Burlet, eerste minister van 1894 tot 1896 (Top. Wilr., 61). Men zoeke ze op de kaart tussen Mariënlaan en Jacob de Roorestraat. Den Eeckhofstraat: De nieuwe straat op Molenveld, die bij de toenmalige verkaveling tussen Prins Boudewijnlaan en Ter Borchtlaan kwam te liggen, kreeg net als de andere die op 10 november 1955 benoemd werden, een hoevenaam. De belangrijke hoeve Den Eeckhof, bekend in de archieven sinds 1554 (R. Chart.), is een heel eind westelijk van deze straat, tegen de grens van Wilrijk te situeren. Het toponiem eekhof betekent een bewaarplaats van hout, voornamelijk van eikehout. Den Leeuwenbergstraat: Naar een oude bezitting van de Edegemse Kapelanie, gelegen aan Oude-Godstraat en Ter Linden en sinds 1540 als Leeuwenberg in de documenten bekend (zie Gesch. Ed., 96, voetn. 319), werd deze nieuwe straat in 1955 (Gem.) benoemd. Waarschijnlijk was Leeuwenberg een heraldische huisnaam. De straat ligt tussen Sorbrechtshofstraat en Ten Bogaerdeplein. De Pelgrim: Deze op 17-I-1974 geopende straat tussen Drie Eikenstraat en Terelststraat (Gem.) herinnert aan de windmolen De Pelgrim. Deze molen met fantasienaam werd in 1723 op de reeds lang verlaten liggende molenberg van een vroegere gewiekte reus opgericht. Gerard van Laethem was toen de nieuwe eigenaar, maar reeds in 1725 zou hij opgevolgd worden door Jan de Bodt, een uit Hofstade bij Aalst ingeweken molenaar (Gesch. Ed., 834). De Wieken: Op 11-IX-1975 kreeg de nieuwe straat die van Molenlei naar de sociale woningen van de ‘Ideale Woning’ leidt, de naam De Wieken. Bij deze benaming liet de Raad zich inspireren door de speciale vorm van de verkaveling, ‘die wat vorm betreft aan molenwieken doet denken’, alsook door de nabijheid van Molenlei (Edegem) en Molenstraat (Mortsel). D'Heldtlaan: Bevindt zich tussen Parantplaats en Prins Boudewijnlaan. L. d'Heldt (o Duffel 1874) werd op 14 juli 1917 op het Edegemse Fort V gefusilleerd. Samen met enkele andere vaderlanders werd hij in een straatnaam op Elsdonk gememoreerd (Gem. 20-VII-1922) (zie Gesch. Ed., 674, voetn. 394). Doelveldstraat: Op het van 1669 af in de documenten vermelde Doelveld schoten de gildebroeders van St.-Sebastiaan - en wellicht ook van andere gilden - naar de gaai of vogel (zie Gesch. Ed., 943 en passim.). Als straatnaam komt de Doelveldstraat voor het eerst voor in 1824 (E.W.)., ter aanduiding van de verbinding tussen Hovestraat en Strijdersstraat. Donk: De benaming voor de straat tussen Rombout Keldermansstraat en Mgr. Jan van de Veldelaan zou, krachtens besluit d.d. 30-X-1967 Donk luiden (Gem.). Die naam herinnert aan de ligging en | |
[pagina 9]
| |
gesteltenis van het terrein aldaar, dat luidens een document van het Kapittel van Antwerpen, reeds in 1427 Donk heette. Een donk was een kleine verhevenheid in een laaggelegen terrein. Dr. Fr. Bernaertsstraat: Deze geneesheer zette zich met grote toewijding voor zijn patiënten te Edegem en in het omliggende in van 1899 tot 1924. De nieuwe straat tussen Hove- en Vrijwilligersstraat werd naar hem genoemd op 9-XI-1950 (Gesch. Ed., 902). Dr. Fr. Hemeryckxlaan: Vormt sedert 29-IX-1970 de verbinding tussen Buizegemlei en Putlaan en huldigt de nagedachtenis van de melaatsendokter uit Afrika en India, Fr. Hemeryckx (Ninove, 1902-Leuven, 1969). Doornstraat: Is deze echt autochtone naam met betrekking tot Edegem sedert de vroege 15de eeuw vermeld, dan vinden we hem te Wilrijk reeds in 1374 terug (Top. Wilr., 65). Vermoedelijk kreeg ze - als grensstraat - haar naam van de beplanting met doornstruiken, een begroeiing die wel vaker langs grensscheidingen voorkwam. Op Edegems gebied verloopt deze straat van de Kleine Doornstraat te Wilrijk, tot de Groeningelei te Kontich. Drie Eikenstraat: Een straat die op naamkundig gebied een bewogen geschiedenis achter de rug heeft! In de 17de eeuw spreken een paar schepenbrieven van de Brede Weg, wat wel op de belangrijkheid van deze straat wijst. Ook werd die weg toen wel Edegemstraat genoemd, wat eveneens wijst op een verkeersweg die als dé straat bij uitstek op het grondgebied werd beschouwd. Om wille van de molen die zich aldaar bevond, werd ook wel eens Molenweg gezegd. Tot officieel, op 21 maart 1919, de naam Drie Eikenstraat werd ingevoerd (Gem.), ter vervanging van de benaming Molenstraat, die door zijn frequentie in de Antwerpse agglomeratie tot verwarring leidde. Reeds van in de 18de eeuw hebben zich drie stoere eiken aan het kruispunt tussen deze weg en de Wilrijkstraat bevonden. Op de atlas van 1806 heet het daar ‘Fourche des 3 Arbres’ - De straat gaat van Strijders- tot Doornstraat. Elsbos: Op 31 mei 1967 gaf de gemeenteraad aan de nieuwe straat tussen Buizegemlei en Romeinse Put de naam Elsbos, naar de perceelsnaam Klein Elsbos (1736-1753) van een der gronden van de Grote Buizegemhoeve. De naam herinnert aan het landelijke karakter van die streek, toen er nog elzen groeiden. Elsenborghlaan: Ligt tussen Ter Borchtlaan en Wenzel Cobergherstraat, vrij ver verwijderd van de eigenlijke hoeve Elzenborg waarnaar ze op 10 november 1955 (Gem.) genoemd werd. Die oude (1557), met hofgracht omgeven hoeve - eigenlijk een huis van plaisantïe - was een ‘borg in de Elst’ (Terelststr.). Ernest Jouretlaan: Ingaande op een verzoek van de ‘Federale Immobiliën Vennootschap van het Bouwbedrijf’ (brief d.d. 20-IX-1966) gaf het gemeentebestuur op 31 mei 1967 aan een nieuwe straat in de verkaveling Buizegem de naam van de overleden voorzitter en | |
[pagina 10]
| |
stichter van deze maatschappij. Het betreft de straat tussen Elsbos en Tweebunder. Ernest Staesstraat: In zitting van 31 juli 1961 werd besloten de Lierse advocaat-letterkundige Tony Bergmann en diens in 1874 gepubliceerde roman ‘Ernest Staes Advocaat’ in twee straten op de grens van Mortsel te memoreren. De Ernest Staesstraat ligt tussen Rogier van der Weydenstraat en Tony Bergmannstraat. Eugenio Pacellilaan: Deze straatnaam, te situeren tussen Elsenborghlaan en Jachtlaan, en gegeven op 6-XI-1958 (Gem.), huldigt de paus die van 1939 tot 1958 aan het hoofd der kerk heeft gestaan. Als Pius XII leidde E. Pacelli (Rome, 1876-Castel Gandolfo, 1958) met grote omzichtigheid de kerk door de uiterst moeilijke jaren van oorlog en na-oorlog. Ferdinand Verbiestlaan: F. Verbiest - naar wie deze straat tussen Mariënlaan en Jachtlaan op 6-XI-1958 werd genoemd - was een Jezuïet uit onze gewesten (Pittem, 1623-Peking, 1688), die als missionaris naar China trok. Door zijn verbazende onderlegdheid in en publicaties over astronomie werd hij benoemd tot directeur van de sterrenwacht van Peking; de keizer van China verleende hem de titel van mandarijn. Firmin Deprezlaan: Ten zuiden van de Drie Eikenstraat kwam een complex van straten tot stand, dat de namen van een aantal verdienstelijke IJzersoldaten zou vereeuwigen. Firmin Deprez (o Kortemark, 1890) was een studentenleider, die in de nacht van 21 op 22 mei 1916 te Noordschote sneuvelde. Hij werd in 1932 in de IJzertoren bijgezet (Encycl. Vl. Bew. 1, 401). De Firmin Deprezlaan bevindt zich tussen Lode de Boninge- en Willem Herreynsstr. (naamgeving: 20-III-1975). Florent Geversstraat: Fl. J.L. Gevers (Antw., 1826-Edegem, 1907) suikerfabrikant en eigenaar van Mussenburg, speelde een grote rol als verkavelaar van het perceel, waardoor deze verbindingsstraat tussen Hovestraat en Heldenstraat zou getrokken worden. Die verkaveling gebeurde in 1904, en in 1910 was de straatnaam officieel in gebruik, zonder dat evenwel een officieel ‘benoemingsbesluit’ hiertoe werd getroffen (Gesch. Ed., 213-214). Men notere dat Florent Gevers de vader was van de beroemde Edegemse schrijfster Marie Gevers (1883-1975). Fort V-straat: Loopt van de grens van Mortsel in zuidwaartse richting naar de Burletlaan en het Fort nr. V toe. Voor deze vesting in de fortengordel Brialmont, gebouwd in de jaren 1859-1862, zij verwezen naar Gesch. Ed., 609 vlg. - Aanvankelijk (lijst 1910) heette de straat kortweg Fortstraat, maar om verwarring met homonieme straten in de agglomeratie Antwerpen weg te werken, stelde onze Raad in 1919 Martelaarsstraat voor (Gem. 21-III-1919). Deze naam schijnt evenwel slechts een papieren bestaan te hebben geleid, en op 11-VIII-1921 kwam definitief Fort V-Straat in zwang (Gem.). Frans Kusterslaan: Loopt van Drie Eikenstraat naar Gebroeders van Raemdoncklaan en kreeg haar naam op 20-III-1975 (Gem.) | |
[pagina 11]
| |
De onderwijzer Frans Kusters (o Rekem, 1891) werd brancardier in het IJzerleger en sneuvelde te Kaaskerke op 22-VIII-1917 (Encycl. Vl. Bew. 1, 809). Garden Citylaan: Genoemd naar de maatschappij ‘Garden City du Nouveau Parc’, die in 1913-14 met de verkaveling der gronden van Elsdonkhof begon. De Garden Citystraat - later laan - is een door Wilrijk op 7 maart 1914 gegeven naam die een iets oudere benaming Velodromstraat verving. (Gesch. Ed., 730-731; Top. Wilr., 81). Een poging van het schepencollege (15-V-1942) om Garden Citylaan door Tuinwijk te vervangen, stuitte op verzet van het toenmalige bestuur van Groot-Antwerpen, waaronder Wilrijk ressorteerde (G. Dos. Straatn.). - Loopt van D'Heldtlaan naar Garden Citylaan te Wilrijk. Gebr. van Raemdoncklaan: Tussen Renaat de Rudderlaan en Willem Herreynsstraat, geopend op 29-X-1965. De gebroeders Edward en Frans van Raemdonck (geb. Temse, resp. 1895 en 1897) vielen te Steenstrate op 26 maart 1917 en zouden in elkaars armen gestorven zijn (Encycl. Vl. Bew. 2, 1279). Gerard de Cremerstraat: Naamgeving op 6-XI-1958 (Gem.) naar G. de Cremer of Mercator (Rupelmonde, 1512-Duisburg, 1594), die te Leuven de titel van magister artium behaalde en wereldfaam verkreeg als filosoof, technicus, graveur maar vooral als cartograaf. Zijn meesterwerk is de wereldkaart ‘ad usum navigantium’ uit 1569. - De straat zoeke men tussen Ter Beke en Michiel van Coxiestraat. Gerard van Laethemlaan: Voor deze op 17-I-1974 geopende straat, gelegen tussen Drie Eikenstraat en Terelststraat, zij verwezen naar De Pelgrim. Graaf de Fienneslaan: Kreeg haar naam op 10-X-1954, bij de aanleg van de wijk Molenveld, waar ze tussen Noulaertsplein en Graaf de Granvellelaan verloopt. Karel de Fiennes, graaf van Chaumont, werd door huwelijk heer van Cantecroy-Mortsel en Edegem, en zijn afstammelingen zouden die heerlijkheden bewaren tot 1781. Het wapenschild van K. de Fiennes - die in 1652 onze heer was geworden - werd het officiële gemeentewapen van Edegem bij K.B. van 1-IX-1932 (Gesch. Ed., 133, 683). Graaf de Granvellelaan: Werd, net als vorige laan, in 1954 naar een der vroegere heren van ons dorp genoemd. De adellijke familie Perrenot de Granvelle bezat de heerlijkheden Cantecroy-Mortsel-Edegem sedert 1549. De vermaardste van onze dorpsheren uit dit geslacht was kardinaal Antoon Perrenot de Granvelle, die onze heer werd in 1550, maar de Nederlanden verliet in 1564. Filips II verenigde al de leengoederen van Cantecroy in 1570 tot een graafschap, en de broer van de kardinaal, Thomas Perrenot de Granvelle, werd er de eerste graaf van (Gesch. Ed., 130-131). - De straat die de Granvelles memoreert, ligt tussen Ter Linden en Prins Boudewijnlaan. Grote Dries: Van Buizegemlei naar Romeinse Put, benoemd op 30-X-1967, naar een perceelsnaam aldaar. Dries was een laaggelegen weide, die tevoren misschien braak had gelegen. | |
[pagina 12]
| |
Grijpegemplein: Gipegem is reeds geattesteerd in 1270. Het is een van de oude Edegemse -hem, of -ingahem-namen, waarin de naam van de oud-Germaanse kolonisator, Gipa, verder leeft. Volksetymologie maakte van de naam Grijpegem, en de gemeenteraad zorgde er in zitting van 29 januari 1957 voor, dat de naam als toponiem op dit plein vereeuwigd werd (Gesch. Ed., 26). - Ligt tussen Molenlei en Lourdeslaan. Hagedoornlei: Deze ‘laan’ met de mooie, landelijke naam verbindt Lentelei en Boniverlei. Om orde te scheppen in de verwarring brengende Buizegem-straatnamen (Buizegemlei, Buizegemse Rijweg, Buizegemvoetweg enz.) besliste het schepencollege in 1927 een stukje weg, dat toen de verbinding vormde met de nieuw ontworpen ‘leien’ van ‘Edegem Extension’ en het oude gehucht Buizegem, en dat op dat moment blijkbaar met de Buizegemlei werd meegerekend, tot Hagedoornlei om te dopen. Of de naamreden een begroeiing met hagedoorn was, dan wel op louter fantasie berust, zegt het archief niet. Hazeschransstraat: Een van die benamingen van oude hoeven, die op 10-XI-1955 op het zich steeds maar uitbreidende Molenveld aan een nieuwe straat werd toegekend. Ze ligt vrij ver verwijderd van de eigenlijke Hazeschrans, die in de Drie Eikenstraat te bewonderen is, en die als ‘niet volgroeid huis van plaisantië’ nog herinnert aan de 17de eeuw, toen Peter de Hase er eigenaar van werd en het de ‘schrans van De Hase’ werd. Men heeft inderdaad van aan de Prins Boudewijnlaan, waarop de Hazeschransstraat uitmondt, heel wat straten te doorlopen, eer men aan de rustieke Hazeschrans komt. Voor de historie van de Hazeschrans leze men Gesch. Ed., 217 vlg. Heldenstraat: Tussen Kontichstraat en Victoriastraat. In de lijst van 1910 heette deze straat Leeuwerikstraat. Ingevolge een wens van de ‘Studiecommissie tot Inrichting der Antwerpsche Agglomeratie’, die ernaar streefde gelijkluidende namen in het Antwerpse te doen vervangen, doopte ons bestuur de straatnaam op 11-VIII-1921 om tot Heldenstraat(Gem.). Net als de namen Strijdersstraat en Victoriastraat dient de naamgeving gesitueerd in de sfeer van heldenverering na Wereldoorlog I. Hendrik Kennisstraat: Geopend tussen Eugenio Pacellilaan en Varenblok, op 6-XI-1958 (Gem.). Hendrik Kennis, die in deze straatnaam geëerd wordt, werd in 1717 te Lier geboren en overleed te Leuven in 1789. In eerstgenoemde stad was hij achtereenvolgens zanger en kapelmeester; in de universiteitsstad werd hij van 1750 kapelmeester in de St.-Pieterskerk. Van deze beroemde violist zijn talrijke motetten, sonates en symfonieën bewaard (CH. Piot, Biographie Nationale T.X, kol. 642-646). Henri Dunantstraat: De gemeenteraad van 29-I-1957 besliste aan de verbinding tussen Mortselstraat en Molenlei deze naam toe te kennen, als gevolg van een schrijven van het Rode Kruis van België. Henri Dunant (Genève, 1828-Heiden Appenzell, 1910) is de stichter | |
[pagina 13]
| |
van het Rode Kruis. Toen hij, na de slag van Solferino, waar de Fransen de Oostenrijkers versloegen in 1859, zag hoe 40.000 gewonden onverzorgd op het slagveld achterbleven, richtte de Zwitserse bankierfilantroop het eerste veldhospitaal in, stichtte in 1860 het Rode Kruis en bereikte in 1864 de ondertekening der Conventie van Genève. Herfstlei: De verbinding tussen de toenmalige Hovestraat en spoorlijn (thans Boniverlei) heette in 1910 officieel Putstraat (Lijst). Op verzoek van de inwoners doopte het Schepencollege die naam op 14-XII-1927 tot Herfstlei om. De een paar jaren oudere Lentelei (zie ald.) schijnt voor deze naam wel model te hebben gestaan. Hofgracht: Op 31-V-1967 benoemd naar de hofgracht van Buizegem (Gem.) Loopt van Opstal naar Ernest Jouretlaan. Hovestraat: Slechts één zeldzame keer komt de naam Hoverstrate in de 16de eeuw voor; nadien en ook al wel in de 15de eeuw werd de hier bedoelde weg als 's Herenstraat, dus een straat van de heer, van het openbaar domein aangeduid; ook de latere Dorpsstraat, thans de Strijdersstraat, werd tot die Herenstraat gerekend. De atlassen van water- en buurtwegen noemen de Hovestraat Hoofsche Galg Straat (1ste helft 19de eeuw, E.W.; E.B.): ze liep inderdaad naar de plaats waar eenmaal de galg van het buurdorp Hove had gestaan. Van 1910 af komt Hovesche Straat voor (Lijst), maar op 16-VIII-1941 legde het Schepencollege de spelling als Hovestraat vast. Deze belangrijke straat verbindt de Strijdersstraat met de Mechelsesteenweg. Ingenieur Haesaertslaan: Op 6-XI-1958 werd de nieuwe straat tussen Prins Boudewijnlaan en grens Wilrijk genoemd naar de één jaar voordien overleden ingenieur-stedebouwkundige Michel Haesaerts (o Rumst 1888), die 12 jaar lang voor de uitbreiding en urbanisering van Edegem had gewerkt. Wilrijk zou de naam overnemen in 1962 (Top. Wilr., 114). Jachtlaan: Op zijn beurt nam Edegem van Wilrijk de aldaar op 24-II-1964 gegeven benaming Jachtlaan (Top. Wilr., 114) over en benoemde er de straat tussen Mariënlaan en Ferdinand Verbiestlaan mee. Het gaat hier om een fantasienaam. Jacob de Roorestraat: Verbindt Rogier van der Weydenstraat met Fort V-straat. In zitting van 6-XI-1958 stelde de Gemeenteraad vast dat de Omheininglei, die ruim 1 km lang was, onderbroken werd door het verkavelingsplan ‘In de Beek’; daarom herdoopte hij een deel hiervan, van aan Fort V-straat, langs het fort, tot aan Minervastraat, in J. de Roorestraat. J. de Roore (Antwerpen, 1686-Den Haag, 1747) staat als schilder o.m. bekend om de door hem uitgevoerde plafondschildering in het stadhuis te Antwerpen. Jan de Bodtlaan: Tussen Drie Eikenstraat en Noulaertsplein houdt deze naam de herinnering levendig aan de molenaar die van 1725 tot 1732 op onze Pelgrim maalde (zie De Pelgrim). Naamgeving op 10-IX-1954 (Gem.). | |
[pagina 14]
| |
Jan de Sadelerlaan: Sedert 6-XI-1958 (Gem.) roept deze naam de herinnering op van de graveur Jan de Sadeler (Brussel, 1550-Venetië, 1600), die in 1572 lid werd van de Antwerpse St.-Lucasgilde, maar vooral in Duitsland en Italië werkte. Nog andere leden van zijn familie beoefenden de graveerkunst. - Men zoeke de straat tussen Ter Borchtlaan en Jozef de Veusterstraat. Jan Ockegemstraat: Verbindt sinds 5-XI-1958 (Gem.) de Elsenborghlaan met Valentina Le Delierstraat. Jan Ockegem (Dendermonde, 1420-Tours, 1497) was een befaamd musicus. In 1443-44 was hij koorzanger in de O.-L.-Vr.-kerk te Antwerpen. Zijn carrière bracht hem naar de Koninklijke Kapel te Parijs en naar de St.-Martinuskerk te Tours. Jan van Mirlostraat: Hoewel niet gesitueerd in de buurt van de A. de Gerlachestraat - met onderhavige straat bevinden we ons immers op het Molenveld, tussen Jan de Sadelerlaan en Jozef de Veusterstraat - werd deze straatnaam in dezelfde zitting van de Raad (31-VII-1961) door dezelfde aangelegenheid geïnspireerd: de tocht van de ‘Belgica’ naar de Zuidpool. Jan P.J. van Mirlo (Antw., 1877-Boechout, 1964) nam, blijkbaar als enige Vlaming, aan die expeditie deel (zie Cd. de Gerlache de Gomery, Vijftien maanden aan de Zuidpool. Brussel, s.d., 48, nootl). Jan Verbertlei: Deze weg in 1845 Oude Kerkhofweg genoemd, gelegen tussen Hovestraat en Buizegemlei, werd van 1910 tot januari 1935 mee met laatstgenoemde straat genummerd en heette dus officieel Buizegemlei. In zitting van de Raad werd hij toen, om verwarring te voorkomen, omgedoopt tot Jan Verbertlei, benaming die als hulde bedoeld was aan de man die burgemeester van Edegem was geweest van 1889 tot 1891 (Gesch. Ed., 627-628). Jean Notéstraat: Van Kontichstraat naar Boniverlei. Op 31-VII-1961 (Gem.) genoemd naar de beroemde bariton (Doornik, 1850-Brussel, 1922), die in vele steden van binnen- en buitenland werd toegejuicht. Toen Noté op 10 september 1896 weer te Antwerpen was en er onder Ed. Keurvels in de Dierentuin optrad, noemde ‘Het Handelsblad’ (11-IX-1896) hem ‘onze ex-baryton, die we zagen beginnen in onze stad, ô zoo klein, en die nu tot in de Opera van Parijs is geraakt...’. Joe Englishlaan: De naam van deze IJzersoldaat, die zich als kunstschilder in de Vlaamse strijd verdienstelijk wist te maken, past in het complex ten zuiden van de Drie Eikenstraat, dat naar IJzerhelden is genoemd. J. English (Brugge, 1882-Vinkem, gem. Beauvoorde, 1918) werd in 1932 in de crypte van de IJzertoren bijgezet. Onze straat, tussen Drie Eikenstraat en Gebr. van Raemdoncklaan, kreeg haar naam op 29-X-1965 (Gem.). Jozef de Veusterstraat: Vertrekt zuidwaarts uit de Eugenio Pacellilaan, en kreeg haar benaming op 31-VII-1961. Jozef de Veuster, beter bekend als pater Damiaan, was geboren te Tremelo, werd missionaris | |
[pagina 15]
| |
der H.H. Harten en stierf na een leven van opoffering voor de melaatsen, aan de vreselijke ziekte op het eiland Molokaï in 1889. Jozef Jespersstraat: Aanvankelijk, d.i. sedert 22-VII-1922, bestond er een Jesperslaan, die herinnerde aan H.J. Jespers (o Zoersel, 1878) een van de 16 op ons Fort V gefusilleerden (Gesch. Ed., 674-675, voetn. 394). Bij de aanleg van de Prins Boudewijnlaan werd de Jesperslaan door die nieuwe verkeersweg opgeslorpt. Onze raad greep terug naar de naam toen op 6-XI-1958 de verbinding tussen Ing. Haesaertslaan en Ferdinand Verbiestlaan moest benoemd worden. Justus Lipsiusstraat: Bij de geleerden, uitvinders, musici en mannen met wereldfaam, wier namen op 6-XI-1958 voor onze straatnaambordjes bestemd werden, mocht Joos Lips, met zijn gelatiniseerde naam Justus Lipsius (Overijse, 1547-Leuven, 1606) niet ontbreken. Deze humanist, die zich met klassieke filologie bezighield, was professor te Jena, Leiden en Leuven en kreeg de titel van historicus van de koning van Spanje. Als levenswijsheid wilde hij een verzoening tussen het heidense stoïcisme en het christendom tot stand brengen. (Winkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen, dl. 4. Brussel, 1975, 197). Edegem eert hem tussen Gerard de Cremer en A. de Gerlache. Kapelaan Smitslaan: Vertrekt in de Mgr. Cardijnlaan, en werd als benaming ingevoerd op 17-I-1974. In Gesch. Ed., 530 wordt de figuur van kapelaan Gerardus Smits (o Oosterhout), die in de Besloten Tijd, tijdens de Franse overheersing, bij het kapelletje Troost in Nood werd aangehouden en gevankelijk meegevoerd, grondig besproken. Karel Mirystraat: Deze in de Lourdeslaan uitgevende straat werd op 21-II-1963 van haar naam voorzien. De componist K. Miry (Gent, 1823-1889) oogstte vooral roem door het toonzetten in 1845 van de door H. van Peene geschreven tekst van ‘De Vlaamse Leeuw’. Karel van de Poelestraat: Verbindt sedert 6-XI-1958 (Gem.) Jan de Sadelerlaan en Jozef de Veusterstraat. Karel van de Poele (Lichtervelde, 1846-Lynn, Massachusetts, 1892) was een meubelmakerszoon, die naar de States uitweek en daar een pionier werd op het gebied van de electriciteit. Een van de 249 patenten op zijn naam betreft de toepassing van de trolley op tramrijtuigen (Winkler-Prins, Encycl. Vl., dl. 4, 524). Kerkplein: Deze naam vinden we voor het eerst geattesteerd op 28-VII-1944, toen beslist werd de Vestinglaan (zie ook ald.) nabij het kerkje van Elsdonk in Kerkplein te herdopen (Gem.). Men bereikt het Kerkplein langs Prins Boudewijnlaan of Parklaan. Kladdenbergstraat: Verbindt Drie Eikenstraat en Terelststraat en draagt sinds 29-I-1957 de naam van een oude Edegemse hoeve. Bedoelde hoeve - van de 16de eeuw als Clapberch-Cladberch-Claddenberg geattesteerd - lag op de zuidelijke hoek van Boerenleger- en Strijdersstraat, dus wel op geringe afstand van de huidige Kladdenbergstraat. Vóór de nieuwe naamgeving heette het toenmalige wegje ook wel Kouterweg, of was het een deel van de Heihoefse Kerkweg. | |
[pagina 16]
| |
De etymologie van Kladdenberg is niet zo duidelijk: is de primitieve vorm klap-berg, dan moet misschien aan een klapveken of slagboom gedacht; is het klad-berg - kladdenberg, dan schuilt er misschien een plantnaam in, of moet aan een duiventil gedacht worden. Klaverenaard: Nieuwe straatnaam, sedert 30-X-1967 (Gem.) gegeven naar de oude veldnaam aldaar op Buizegem. Een aard was een lager gelegen perceel, hier met klaver bezaaid. Begrensd wordt de straat door Ernest Jouretlaan en Romeinse Put. Koning Albertlei: Deze straat, tussen Hovestraat en Leopold III-lei, dateert uit de tijd dat Edegem zijn eerste grote expansie beleefde, en tal van leien kreeg. In september 1909 had men, voor die nieuwe straat, aan de toenmalige Prins Albert gedacht (Schep.) Einde van dat jaar besteeg Albert evenwel de troon, en werd de Prins Albertlei een Koning Albertlei. In 1910 staat ze aldus officieel opgetekend (Lijst). Kontichstraat: Dit is een der oudste wegen van Edegem, hoewel zijn benaming relatief recent is en ook wel een paar keer is gewijzigd in de loop der tijden. In feite staan we hier voor de gawech of voetweg, die reeds einde 14de eeuw vermeld wordt. Ook de naam Binnenweg of Kontichse Binnenweg werd voor dit oude wegtracé gebruikt, en nog tot in onze eeuw wist laatstgenoemde benaming zich te handhaven voor het stukje tracé dat in 1930 de Onafhankelijkheidsstraat zou worden. Hoe dan ook, in 1910 komt de naam Kontichse Straat voor (Lijst). En hoewel die vorm, afleiding op -se, de rechtmatige en taalkundig juiste was - namen op -se betekenen immers ‘leidend naar’ -, werd hij bij besluit van 16-VIII-1941 tot Kontichstraat omgevormd (Gem.). Langs de Kontichstraat komt men van die andere toen van haar -se-uitgang ontdane straat, de Hovestraat, naar de Edegemsesteenweg te Kontich. Lange Beemd: Vertrekt aan de Mgr. Jan van de Veldelaan, en draagt die benaming sinds 30-X-1967. Is genoemd naar een toponiem aldaar, dat in feite Lange Aard luidt (1735). Laureysstraat: Aanvankelijk schijnt het hier Molenwegsken te hebben geheten. Toen het gezin Petrus Laureys-Van de Velde zich ca. 1860 kwam vestigen en vermoedelijk grond pachtte in de buurt van deze weg, kwam de naam Laureysstraat geleidelijk in zwang. De naam moet einde 19de eeuw ingeburgerd zijn geweest; de lijst van 1910 vermeldt hem alleszins bij de officiële straatnamen. Langs de Laureysstraat komt men van Oude-Godstraat naar Henri Dunantstr. Leeuwerikenlei: Leidt van Kontichstraat naar Lentelei. De naam werd waarschijnlijk ingegeven door die van een hoeve in de buurt, die van in de 19de eeuw de Leeuwerik werd genoemd. Wanneer de officiële naamgeving dient gesitueerd, blijkt niet: de Leeuwerikenlei werd als naam vermoedelijk nooit door het Gemeentebestuur ingevoerd, en we menen dat de immobiliënmaatschappij ‘Edegem Uitbreiding’, die de betreffende wijk aanlegde, de naam heeft gegeven, en dat die geleidelijk aan algemeen is geworden en door het Edegemse | |
[pagina 17]
| |
gemeentebestuur alsdusdanig aanvaard. Omstreeks de 1ste wereldoorlog kwam de wijk aldaar tot stand, zodat de naam mogelijk uit die periode stamt. Toen er eenmaal een Leeuwerikenlei was in het leven geroepen, kon zeer gemakkelijk, naar analogie, ook een Zwaluwenlei ontstaan. Lentelei: Verbindt Hovestraat met Leeuwerikenlei. Net als vorige ‘lei’ schijnt ze buiten alle administratie om in gebruik te zijn gekomen, vermoedelijk door de verkavelende firma ‘Edegem Uitbreiding’. We vinden de Lentelei een eerste maal vermeld op 15-VI-1921 (Schep.). Niet zo lang daarna zou er een Herfst- en een Zomerlei bijkomen. Leo Baekelandstraat: Ligt tussen Jan Ockegemstraat en Ing. Haesaertslaan, waar ze sedert 6-XI-1958 (Gem.) de uitvinder van het ‘bakeliet’ memoreert. Leo Baekeland (oGent, 1863), natuur- en scheikundige, week in 1890 naar de Nieuwe Wereld uit en creëerde daar in 1909 zijn plastic-stof. Hij stierf in de V.S. in 1944. Leonardo da Vincilaan: Deze op 17-I-1974 geopende straat tussen Terelststraat en Boerenlegerstraat (Gem.), werd genoemd naar L. da Vinci (1452-1519), die niet alleen als schilder wereldfaam geniet. In het humanistische Italië van zijn tijd bewees hij als natuurkundige en mathematicus door zijn berekeningen en schetsen de technische mogelijkheden van luchtvaart, onderzeeër enz. Het is geen toeval dat zijn straat zich te Edegem in de buurt van de aldaar in 1939 gevestigde ‘Mécanique Générale’, thans ‘Hansen Transmissions International’ bevindt. Da Vinci ontwierp ook tandwielaandrijving, en de fabriek specialiseert zich op dat gebied. Leopold III-Lei: Het 2de element lei wijst er reeds op, dat onze straat moet dateren uit de periode van de grote expansie nr. 1 van Edegem, toen er menige lei werd geopend. Toch heeft ze als benaming een aantal antecedenten gekend. In 1912 heette deze in aanleg zijnde laan Lindenlei (Schep.); in 1921 werd die naam vervangen door Spoorweglei, en in 1934 kreeg de laan, op verzoek van haar inwoners, de naam Leopold III-lei (G. Dos. Straatn.). In gemeld jaar had Leopold immers de troon bestegen, en sedert 1931 was de afschaffing van de spoorlijn te Edegem een feit (Gesch. Ed., 807). Ligging: tussen Boniver- en Jan Verbertlei. Leroylaan: Loopt tussen Prins Boudewijnlaan en Vestinglaan en kreeg haar naam op 20 juli 1922; deze herinnert aan J.J. Leroy (o Céroux-Mousty, 1871), die in 1918 op Fort V werd terechtgesteld (Gesch. Ed., 675, 731). Lode de Boningestraat: Hier bevinden we ons binnen het straatnamencomplex waar de IJzerhelden worden herdacht, met name tussen Gebr. van Raemdoncklaan en Willem Kerricxstraat. De naam werd officieel toegekend op 8-IV-1968 (Gem.) en huldigt L. de Boninge (o Antwerpen, 1896), die op 7 mei 1918 te St.-Joris-bij-Nieuwpoort sneuvelde en in 1921 bijgezet werd te Wevelgem (Winkler Prins, Encycl. Vl. dl. 1, 209). | |
[pagina 18]
| |
Losweg: Van Drie Eikenstraat vertrekkend, naar grens Wilrijk. Ontleent zijn naam - die officieel op 6-XI-1958 in het straatnamennet werd opgenomen - aan de ‘Diepe Route’ of spoorweg Antwerpen-Zuid-Mechelen, die in 1893 werd aangelegd (Gesch. Ed., 806. Een losweg was een weg langs het spoor, waar goederen werden gelost. Lourdeslaan: Verbindt onder die naam Hovestraat met Molenlei sedert 29-I-1957. De naam werd rechtstreeks geinspireerd door de titel van de nieuwe kerk, Onze-Lieve-Vrouw-van Lourdes, en onrechtstreeks door de Grot van Lourdes, die sedert 1884 in de nabijheid van dit wegtracé bestaat (Gesch. Ed., 721 vlg.). In vroegere eeuwen heette het hier Groene Weg. Loze Gaanweg: Dit straatje, in het hart van het dorp, verbindt al eeuwenlang de Dorpsstraat (= (Strijdersstraat) met de Doelveldstraat. In 1428 reeds spreekt een Antwerpse schepenbrief van den loesen gaewech. Waarschijnlijk was het aanvankelijk slechts een ‘doorsteek’, dus geen echte publieke weg, maar een loze, valse, bedrieglijke verbinding. Over deze naam alleen zouden heel wat hypothesen te maken zijn. Mariënlaan: Edouard Mariën (o Mechelen, 1882) werd op Fort V terechtgesteld in 1917. Onderhavige straat, die de verbinding tussen Prins Boudewijnlaan en de Burletlaan vormt, kreeg haar benaming bij voorstel van 20-VII-1922 (Gem.) (Zie Gesch. Ed., 731). Mechelsesteenweg: Deze rijksweg Antwerpen-Mechelen komt officieel in de lijst van 1910 onder de huidige benaming voor. Tevoren heeft hij ook enkele andere namen gedragen, nl. Heerbaan, Mechelse Heerbaan, Houtweg (alle drie in de 17de E.). Het is bekend dat de aloude weg in 1664 op het gedeelte dat langs Edegem loopt, bestrating kreeg. Geen wonder dan ook dat men in de 2de helft van de 17de eeuw de benaming Mechelse Steenweg, Steenweg naer Mechelen ziet verschijnen. (Cfr. Gesch. Ed., 764). Meester Richard Goossensstraat: Deze Edegemse onderwijzer (Tildonk, 1854-Edegem, 1916), die in 1881 in dienst trad en dus 35 jaar de gemeenteschool zou leiden, kreeg zijn straatnaam op 6-XI-1958 (Gem.). Men leze over hem in Gesch. Ed., 926-928, bekijke zijn foto als afb. 102 aldaar, en zoeke het straatnaambordje met zijn naam tussen Terelststraat en Boerenlegerstraat. Michiel van Coxiestraat: Kreeg haar naam op 6-XI-1958 (Gem.) en verbindt Gerard de Cremerstraat en Adrien de Gerlachestraat. Michiel van Coxie (Mechelen, 1499- + aldaar, 1592) was een kunstschilder die sterk onder de invloed van Rafaël stond. Hij werkte achtereenvolgens te Rome en als koninklijk hofschilder van Filips II te Brussel. Minervastraat: Verbindt de Mortselse Minervastraat - waaraan ze haar naam ontleent - met de Rogier van der Weydenstraat. De naam moet ingeburgerd zijn rond 1929-30, toen de autofabriek Minerva op de grens Mortsel-Edegem haar produktie begon (zie Gesch. Ed., 849, voetn.). | |
[pagina 19]
| |
Mitterlije: Vertrekt aan Rombaut Keldermansstraat en herinnert, sedert haar naamgeving op 30-X-1967 (Gem.) aan de Hoeve Mitterleie, d.i. hoeve met de leie, die zich daar blijkens oude documenten, o.m. de archieven van Cantecroy, sinds de 17de eeuw heeft bevonden. Molenlei: De oude benaming van deze grensstraat Mortsel-Edegem, luidde Molenweg (Schepenbr. Antw., 1459) en was geïnspireerd op Mortselmolen, waar de weg van uit onze Oude-Godstraat heenliep. In de jaren 1861-1874 heette het hier Leike of Molenweg (Gesch. Ed., 213). Een echte officiële naamgevingsakte is ons voor Edegem onbekend; mogelijk ging dit initiatief van Mortsel uit. Molenveldlaan: Zo heet, sedert 10-XI-1955, de straat tussen Drie Eikenstraat en Den Eeckhofstraat. Via het kadaster is de benaming Molenveld, waar Edegem zijn grote expansie beleefde, tot ons gekomen. Het is de naam van een uitgestrekt veldcomplex, dat reeds in 1426 geattesteerd staat en herinnert aan het feit dat Edegem toen al een windmolen had, eeuwen vóór de Pelgrim er zou verrijzen (Zie Gesch. Ed., 787, 833). Mgr. Cardijnlaan: Deze naam werd op 17-I-1974 gegeven aan een zijstraat van de Kontichstraat. Hij brengt hulde aan Jozef Cardijn (1882-1967), de oprichter en leider der K.A.J. Cardijn, die in 1906 tot priester was gewijd, werd onderpastoor te Laken in 1912, waar hij begon met zijn tot over onze grenzen uitdeinende organisatie van de arbeidersjeugd. In 1929 werd hij kanunnik, in 1950 huisprelaat van de paus en in 1965 kardinaal. Mgr. van de Veldelaan: Loopt van Rombaut Keldermansstraat naar Donk en voert, sinds de naamgeving op 30-X-1967 (Gem.) de naam van een vroegere dorpsherder van Edegem op haar naambordjes. Jan van de Velde (o Boom, 1779) leidde onze parochie van 1820 tot 1825; toen werd hij pastoordeken te Lier, om in 1829 bisschop van Gent te worden. Hij overleed aldaar in 1838 (Zie Gesch. Ed., 576-578). Mortselstraat: Verbindt Onafhankelijkheidsstraat en Lourdeslaan. Blijkens cartografische documenten uit de 19de eeuw heette deze weg toen Mortselvoetweg; hij liep wel verder door, want blijkens zijn toenmalig tracé ging hij van Edegem dorp naar Mortsel, en viel dus gedeeltelijk met de Mortselmolenvoetweg samen. Tijdens de 2de wereldoorlog, in zitting van 16-VIII-1941, wijzigde het College de naam Mortselvoetweg in Mortselstraat. Mouterijstraat: Deze vindt men op de grens Mortsel-Edegem, tussen Mechelsesteenweg en de Mortselse Molenlei. Oude Baan placht het daar te heten, tot in 1914-1919 die naam, op verzoek van de ‘Commissie tot inrichting van de Antwerpse Agglomeratie’ werd gewijzigd, en de benaming Mouterijstraat werd ingevoerd (Gem.). Ze zinspeelt op de mouterij, aldaar gesticht in 1880 door de kinderen Huybrechts-Ockers, op grondgebied Mortsel. | |
[pagina 20]
| |
Mussenburglei: Dat de verbinding tussen Molenlei en Mechelsesteenweg de naam van het aloude kasteel Mussenburg draagt, is vanzelfsprekend en dat het daar eenmaal Mussenborgkerkweg heeft geheten, of dat de Lijst van 1910 de benaming als Mussenborgstraat vermeldt, doet hier weinig ter zake. Reeds in 1476 duikt de naam Mussenburch als benaming van een hoeve op. Zijn naam dankt dit goed aan zekere familie Meyngiaert alias Mussche. Voor de lange, boeiende geschiedenis ervan raadplege men Gesch. Ed., 204-216. Nicolaas Lemmensstraat: Bevindt zich tussen Eugenio Pacellilaan en Philips de Monteplein, waar ze sinds 6-XI-1958 de herinnering aan Jaak-Nicolaas Lemmens (Zoerle-Parwijs, 1823-Zemst, 1881) levendig houdt. Deze organist, pedagoog en componist vormde binnen- en buitenlandse organisten aan het Conservatorium te Brussel. Nadien stichtte hij de ‘School van godsdienstige muziek’ te Mechelen (1878); uit deze stichting groeide het latere Lemmensinstituut, dat thans als ‘Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek’ te Leuven werkzaam is (Winkler Prins, Encycl. Vl., dl. 4, 159). Noulaertsplein: In zitting van 10-IX-1954 werd deze naam toegekend aan het nieuwe plein tussen Jan de Bodtlaan en Ridder Gerardilaan (Gem.). Blijkens een akte van 1536 was een der mede-eigenaars van het Goed Ter Linden toen de weduwe Willem Noulae(r)ts (Gesch. Ed., 178). Omer van Ommerplein: Op 30-XI-1964 besliste de Raad om in de wijk ‘Molenveld-Uitbreiding’ een Omer van Ommerplein te openen, gelegen tussen Jozef de Veusterstraat en Pieter van den Bemdenlaan. Omer van Ommer of Otmar van Ommeren (1540-?) leverde in 1605-06 een preekstoel voor de St.-Antoniuskerk, die er dienst zou doen tot in 1692 (Zie Gesch. Ed., 357). Omheininglei: Verbindt Oude-Godstraat met Volhardingsstraat; een officiële naamgevingsdatum ervan is ons onbekend, en we vergenoegen ons met de 1ste vermelding, die op 21 maart 1928 is gedateerd (Schep.). We onderstellen dat de naam geïnspireerd is door ‘Schans nr. 9’, die aldaar door de wet van 30 maart 1906 zou opgericht worden ter versterking van de omheining of fortengordel rond de Scheldestad (Gesch. Ed., 645). Onafhankelijkheidsstraat: Tussen Doelveldstraat en Oude-Godstraat. Kreeg haar naam op 19-XI-1930 (Schep.), ter gelegenheid van het 1ste eeuwfeest van de Belgische onafhankelijkheid. Voordien heette het daar Kontichse Binnenweg. Opstal: Tussen St.-Goriksplein en Rotenaard werd op 31-V-1967 de naam Opstal toegekend (Gem.), een naam waarmee, sedert einde 16de eeuw, een relict van het oude gehucht Buizegem als veldnaam in de documenten is overgeleverd. De Opstal was als het ware een soort dorpspleintje uit de tijd toen Buizegem het centrum van het gehele grondgebied vormde. (Gesch. Ed., 27). | |
[pagina 21]
| |
Oude-Godstraat: Aan duidelijkheid laat deze naam niets te wensen over: het is de verbinding tussen ons dorpscentrum en de grens Mortsel (Omheininglei), en ze voert dus rechtstreeks naar het Mortselse gehucht Oude-God. Toch is ze als naam niet zo oud, want van 17de tot 19de eeuw placht het daar Beekstraat te heten. In 1910 is de naam Oude-Godstraat reeds in gebruik (Lijst). Oud-Kerkhoflaan: Prachtig relict, deze in Buizegemlei uitkomende straat, die herinnert aan het feit dat de begraafplaats van het eerste centrum Buizegem zich in lang vervlogen eeuwen aan de Jan Verbertlei, rond het kleine kerkje aldaar heeft bevonden. In 1399 is er al sprake van het Oud Kerkhof (Zie Gesch. Ed., 29-30). Aanvankelijk lag het tracé van wat toen Oude Kerkhofweg werd genoemd, iets meer oostelijk, vermits het toen (1845) het tracé van Jan Verbertlei was dat aan het Oud Kerkhof herinnerde. De huidige Oud-Kerkhoflaan werd aldus gedoopt op 29-IX-1970 (Schep.). Papenblok: Een oud toponiem leeft in deze straat verder: nog in de 14de eeuw spreken schepenbrieven van Antwerpen hiervan als Papinnenblok, een vorm waarvan de juiste betekenis ons ontgaat, maar die kan slaan op een vrouwelijke De Pape. In 1375 en 1396 komen naamdragers De Pape voor (Gesch. Ed., 96,221). Een blok was een omheind, ingesloten perceel. - Het was de raadszitting van 8-IV-1968 die op de verkaveling ‘Losweg’ de oude veldnaam als straatbenaming toekende aan de verbinding tussen Jozef de Veusterstraat en Pieter van den Bemdenlaan. Parantplaats: Bevindt zich op Elsdonk, in de Pastoor Moonslaan, en is op 20 juli 1922 benoemd naar L. Parant (Vouèche, 1895), die in 1915 op ons Fort V gefusilleerd werd. (Gesch. Ed., 674, noot 394). Parklaan: Verbindt de Burletlaan met Kerkplein; vindt als naam zijn oorsprong te Wilrijk, waar men deze laan in 1922 of 1923 naar het park bij het Elsdonkkasteel doopte (Top. Wilr., 169). Het duurt dan nog enkele jaartjes (tot 1928) eer we de naam in Edegem zien verschijnen. Pastoor Denslaan: Vormt met Kapelaan Smitslaan en August Coolslaan - die ze overigens verbindt - (zie ook die namen) een trits van straten die herinneren aan de sombere Franse bezettingstijd en de periode van de Boerenkrijg. Theodoor-Emmanuel Dens (Antw., 1709-Edegem, 1799) leidde onze parochie van 1754 tot bij zijn dood; daar hij door de Fransen uit zijn pastorie verdreven was, stierf hij ten huize van Fr. Lanckpaep, onze latere ‘maire’ (Gesch. Ed., 418-422, 530). Naamgeving: 17-I-1974. Pastoor Moonslaan: Geen parochieherder van Edegem, maar van Winksele-Delle. Geboren in 1869 liet E.H.F.H. Moons het leven op Fort V in 1918 (Gesch. Ed. 675, voetn.). Zijn naam werd in deze straatbenaming opgenomen op 20 juli 1922. Situering van deze straat: tussen Vestinglaan en de Burletlaan. | |
[pagina 22]
| |
Pastoor Wouterstraat: Deze mondt uit in de Buizegemlei, op het gehucht dus dat eenmaal kerk en kerkhof van het grondgebied herbergde. Wouter is de allereerste met (voor)naam bekende pastoor van Buizegem-Edegem; hij verschijnt in een oorkonde van 1279 (Gesch. Ed., 88). Naamgeving der straat: 29-IX-1970. Patronaatstraat: Leidt u van Strijdersstraat naar Terlindenlaan en vervangt als naam sedert 21-III-1919 de vroegere Gasthuisstraat (Gem.). Voor de rol, gespeeld door de in 1900 aldaar gestichte ‘patronage’ in de toenmalige dorpspolitiek, leze men Gesch. Ed., 632 vlg. Paul Gilsonlaan: Het was bij de grootscheepse verkaveling van het Molenveld, op 6-XI-1958 (Gem.) dat de nieuwe straat, die de verbinding ging vormen tussen Adolf Queteletlaan en het P. van Maldereplein, naar de beroemde musicus genoemd werd. P. Gilson (Brussel, 1865, † 1942) studeerde aan het Brussels Conservatorium, en zou leraar worden aan de Conservatoria van Brussel en Antwerpen. Hij werd ook inspecteur-muziekonderwijs. Grote faam verwierf zijn symfonisch gedicht ‘De Zee’. Paulus Pletinckxstraat: Het initiatief tot het geven van deze straatnaam (Gem. 4-XII-1953) is uitgegaan van de toenmalige Kring voor Heemkunde. Die wilde er pastoor Paulus Pletinckx (Brusselaar, in 1678 geadeld en van 1692 tot 1736 pastoor te Edegem) mee huldigen, zowel om diens lange ambtsperiode als om zijn deelneming aan politiek leven en gildeactiviteit. Zie Gesch. Ed., 410 vlg. Philips de Monteplein: Ligt tussen Valentina Le Delierstraat en Adriaan Willaertstraat en draagt zijn naam sinds 6-XI-1958 (Gem.). Philippus de Monte (Mechelen, 1521-Praag, 1603) behoort tot de groten der Nederlandse polyfonie; hij schreef meer dan 1600 werken (missen, motetten, liederen). Verbleef lange tijd in Italië, en werd ook dirigent van de keizerlijke kapel in Wenen en Praag. Philips Verheyenstraat: Sinds 6-XI-1958 de naam die men lezen kan op het bordje tussen Rombaut Keldermansstraat en Gerard de Cremerstraat. Ph. Verheyen, (Verrebroek, 1648, † 1710) werd als docent aan de Leuvense Universiteit een verdienstelijk beoefenaar van de anatomie. Hij publiceerde op dit gebied ook een Latijns werk, dat Nederlandse en Duitse vertalingen kende (Winkler Prins, Encycl. Vl., dl. 5, 402). Pieter Coudenberghlaan: Tussen Adolf Queteletlaan en Jan de Sadelerlaan. Werd op 3-III-1960 aldus gedoopt (Gem.) naar P. Coudenberg(h), een Antwerps apotheker (1528-1594) die een plantentuin aanlegde buiten de wallen, en er o.m. exotische en geneeskrachtige gewassen kweekte. Hij is, door zijn gecommentarieerde vertaling van het ‘Dispensatorium pharmacorum’, van de Duitser V. Cordius, de eerste die ten onzent over farmacie heeft gepubliceerd (P. Boeynaems, De wetenschappen te Antwerpen in de 16de eeuw. Antwerpen in de XVIde eeuw. Antw., 1975, 354-355). Pieter van den Bemdenlaan: Deze naam werd in de wijk Molenveld Uitbreiding gegeven op 30-XI-1964, aan de verbinding tussen Adolf | |
[pagina 23]
| |
Queteletlaan en Jachtlaan (Gem.). Pieter (ook wel geheten Cornelis) Van den Bemden (Antwerpen, 1580) schilderde het nog steeds in het hoofdaltaar van St.-Antoniuskerk prijkende doek ‘De Kruisafneming’, in 1631-32 (Gesch. Ed., 364-365). Pieter van Maldereplein: Kreeg zijn naam op 6-XI-1958 (Gem.) en mondt uit in de Paul Gilsonlaan. P. van Maldere (Brussel, 1729-† 1768) is een in de 19de eeuw vergeten geraakte maar thans weer gewaardeerde toondichter. Was privé-virtuoos van hertog Karel van Lorreinen en componeerde tal van vioolwerken en symfonieën. Posdijk: Eigenlijk moest het hier Potsdijk heten, maar de grafie in jongere atlassen is er aanleiding toe geweest, dat de Raad op 31 juli 1961 de naam in zijn spelling zonder t aan de nieuwe straat tussen Kontichstraat en Boniverlei toekende. De Potsdijk was de verhoogde Binnenweg of dijk, die door Pieter Pot, o.m. eigenaar van het Kontichse Pluizegem, door het moerassige gebied werd aangelegd. In feite is het de naam van de Kontichstraat-Edegemse Steenweg (Zie o.m. Gesch. Ed., 103 en Top. Kontich, 169). Prins Boudewijnlaan: Snijdt ons grondgebied doormidden, en verbindt de grens van Wilrijk met die van Kontich. De geschiedenis van deze in 1933 voltooide en opengestelde verkeersweg is nauw verbonden met de wordingsgeschiedenis van Elsdonk. Men leze Gesch. Ed., 729 vgl. De naam is natuurlijk die van onze toenmalige kroonprins. Putlaan: Zijstraat van Buizegemlei. Naamgeving op 29-IX-1970 werd geïnspireerd door de oude toponiemen aldaar. De ‘zonk’ in het landschap, die van ca. 23 m aan het oude kerkje van Buizegem (top aan Jan Verbertlei) tot 20 m aan de Putlaan daalt, en vroeger als de Putten werd aangeduid, was een primitieve Mergelput. Over het mergelen voor bemestingsdoeleinden en de 14de-eeuwse oorkonde i.v.m. de Putten, zie Gesch. Ed., 90-91. Renaat de Rudderlaan: Ligt tussen Drie Eikenstraat en Gebr. Van Raemdoncklaan en draagt haar naam sedert 29-X-1965 (Gem.). R. de Rudder (Oostakker, 1897-Merkem 1917) werd bij vergissing door een Belgische kogel getroffen en overleed in het militaire ziekenhuis. In 1932 werd zijn stoffelijk overschot naar de IJzertorencrypte overgebracht (L. Schepens, Encycl. Vl. Bew., dl. 2, 1368). Ridder Gerardilaan: Bevindt zich tussen Noulaertsplein en Graaf de Granvellelaan, en draagt haar naambordje sinds 10-IX-1954. In onze Geschiedenis van Edegem kan men op menig bladzijde kennis maken met de adellijke familie Gerardi, die het Sorbrechtshof, niet ver van Ter Linden, bewoonde. De in 1682 overleden Jan-Baptist Gerardi was de oprichter van het kapelletje Troost- in-Nood aan de Kontichstraat (Gesch. Ed., 161, 387 enz.). Ridder H. Cantmanstraat: Herman Cantman was in de 14de eeuw heer van Ter Linden en bezitter van het gelijknamige cijnsboek. Over hem en zijn vele verwanten, die ook een rol in onze geschiedenis hebben gespeeld, vertelt Gesch. Ed., 174. Deze straat die van bij de | |
[pagina 24]
| |
naamgeving op 30-V-1967 in de Rombaut Keldermansstraat uitkomt, houdt de herinnering aan ridder Cantman en zijn geslacht levendig. Rogier van der Weydenstraat: Ligt tussen Rombaut Keldermansstraat en Jacob de Roorestraat, en zulks sedert 6-XI-1958. Rogier van der Weyden (oDoornik, 1400) werd de officiële schilder van de stad Brussel. In vele kunsthistorische musea getuigen zijn werken nog van zijn meesterschap. In 1464 vond hij zijn laatste rustplaats in St.-Goedelekerk. Rombaut Keldermansstraat: Tussen Oude-Godstraat en R. van der Weydenstraat. Naamgeving op 6-XI-1958 (Gem.). Rombaut Keldermans II (Mechelen, 1460-Antw., 1531) behoort - met andere leden van zijn geslacht - tot de groten op het gebied van de architectuur. Geen wonder dat Karel V hem in 1516 tot zijn opperbouwmeester benoemde. Van R. Keldermans II is o.m. de torenbekroning van de Antwerpse kathedraal. Romeinse Put: Ligt tussen Boniverlei en Rotenaard, en werd als naam ingevoerd op 30-X-1967. Aanleiding hiertoe was de ontdekking in 1966 van een eiken waterput aldaar, die bij vergelijking met andere, o.m. te Kontich opgedolven putten, als laat-Romeins kan beschouwd worden (Gesch. Ed., 27). Rotenaard: Een benaming die we tussen Buizegemlei en Romeinse Put ontmoeten, en die teruggaat op een 18de eeuws toponiem bij Buizegem. De Rotenaard was een laaggelegen perceel met rote of waterpoel voor het roten van vlas. - De naam vervangt sinds 31-V-1967 de verwarrende benaming Buizegemvoetweg. Rozenhof: Straat in de Jacob de Roorestraat, benoemd op 30-V-1960, naar in de beslissing verluidde, ‘omdat er klimrozen aan de op te richten muren zullen geplaatst worden en doornroosjes langs de laan zelf; en omdat de kopers in de akte zelf de verplichting op zich zouden nemen, de voorhoven met rozen te beplanten’ (Gem.). Simon Stevinlaan: Naam, sinds 6-XI-1958 (Gem.) gegeven aan de verbinding Mariënlaan-Jozef Jespersstraat. S. Stevin (Brugge, 1548-Den Haag of Leiden, 1620) was een wis-, natuur- en werktuigkundige, die zich ook nog een wereldfaam wist te veroveren als aardrijkskundige, taalkundige en filosoof. Hij werd de vertrouweling van stadhouder Prins Maurits, en bekleedde vooraanstaande posten bij het beheer van Waterstaat in het Noorden. Aan hem dankt men de uitwerking van het decimaal stelsel, waarvan hij de latere invoering voorzag. Sint-Goriksplein: Herinnert bij Buizegemlei en Ernest Jouretlaan, in het hart van het nieuwe wooncomplex Buizegem, aan het feit dat het Kapittel van St.-Géry of St.-Goriks te Kamerijk een grote rol heeft gespeeld in de vroege geschiedenis van Edegem-Buizegem. In 1173 werd aan bedoeld Noordfrans Kapittel de kerk op ons gehucht Buizegem geschonken, zodat dit Kapittel onze ‘patroon’ werd op kerkelijk gebied (Zie Gesch. Ed., 31). - Naamgeving: 30-X-'67. | |
[pagina 25]
| |
Smolders Blockstraat: Zo heet, sedert de naamgeving op 10-XI-1955, de straat tussen Den Leeuwenberghstraat en de Elsenborghlaan. Net zoals die twee aangrenzende straten, kreeg de hier behandelde straat haar naam naar een oude hoeve, ergens op het grondgebied Edegem. Het 's Moldersblok of Molenblok lag bij de grens Mortsel en bij Mortselmolen. Sorbrechtshofstraat: Verbindt, sedert 10-XI-1955, de Prins Boudewijnlaan met Timmerdonckstraat, en herinnert eveneens aan een oude hoevenaam. Sorbrechtshof, genoemd naar een niet nader bekende So(r)brecht, was de benaming van het eigendom dat aan de Jezuïeten van Antwerpen toebehoorde (Gesch. Ed., 161). Sterrenlaan: Deze naam is op Wilrijks grondgebied gegeven. Bij beslissing van 18-XII-1929 en 23-IV-1930 kende onze Raad de naam van de Wilrijkse Sterrenlaan aan de verlenging daarvan op Edegems gebied toe. Thans vindt men die laan tussen Fort V-Straat en Sterrenlaan (grens Wilr.). Strijdersstraat: De hoofdstraat in het oude dorpscentrum Edegem, tussen Kontichstraat en Oude-Godstraat gelegen. In de jaren 1736-40 werd die weg bestraat, zodat hij met recht de naam Dorpse Steenweg mocht gaan dragen (Gesch. Ed., 549). In de 19de eeuw kwam daarnaast ook de naam Dorpsstraat op, die nog voorkomt in de lijst van 1910. In het kader van het wegwerken van gelijkluidende namen in de Antwerpse agglomeratie werd onze straat op 21 maart 1919 een Generaal Fochstraat, om dan, in dezelfde zegeroes der eerste naoorlogse jaren die laatstgenoemde benaming had geïnspireerd, Strijdersstraat te worden op 11-VIII-1921 (Gem.). Ten Bogaerdeplein: Dat dit plein te situeren is tussen Den Leeuwenberghstraat en Elsenborghlaan, en net als deze twee aangrenzende straten zijn naam op 10-XI-1955 kreeg toegewezen, suggereert reeds dat het andermaal gaat om een oude hoevebenaming. Van 15de tot 18de eeuw ontmoeten we het goed Ten Bogaerde aan de Terelststraat. Ten Boschstraat: Verbindt Ter Voortlaan en Ter Borchtlaan. In zitting van 10-X-1955 kreeg ook een zeer oude hoevenaam als Ten Bosch zijn kans om straatnaam te worden, al werd de situering weer niet precies met die van het naamgevende Ten Bosch in verband gebracht. Sedert 1450 kennen we een Goed ten Bossche bij de grens van Wilrijk, in Timmerdonk. De naam vertelt ons hoe bosachtig het daar moet geweest zijn. Te Nijverdoncklaan: Deze verwijzing naar een oude hoevenaam, in het straatnamennet opgenomen op 10-XI-1955, tovert het hoevencomplex Nijverdonk voor ogen, dat zich op Elsdonk heeft bevonden, vóór die wijk in onze eeuw haar expansie en verkaveling ging beleven. Reeds in de 14de eeuw horen we daar van Nijverdonk; de naam kan als donk, d.i. verhevenheid in een laag terrein geïnterpreteerd worden; in niver schuilt mogelijkerwijze een persoonsnaam niv-hard. Toevallig | |
[pagina 26]
| |
ligt de Te Nijverdoncklaan met haar situering tussen Ter Tommenstraat en Hazeschransstraat, niet al te ver van het primitieve Nijverdonkcomplex verwijderd, hoewel we het toch moeten gaan zoeken aan de overzijde van de Prins Boudewijnlaan, in de buurt van het Fort... Ter Beke: Verbindt Rombaut Keldermansstraat en Gerard de Cremerstraat en kreeg zijn naam op 6-XI-1958 (Gem.). Zinspeelt op de ligging in de wijk ‘In de Beek’. Deze streek kreeg zonder twijfel zelf haar naam van de kleine (naamloze) waterloopjes (ambtelijk genummerd van 4 tot 7) die er het landschap doorkruisten. Ter Borchtlaan: Deze verbindingsweg van Drie Eikenstraat naar Elsenborghlaan ligt werkelijk op zijn topografisch juiste plaats; sedert de invoering van de straatnaam (Gem. 10-XI-1955) vervangt de benaming de naam Borchtweg, geattesteerd sinds midden 14de eeuw. Langs de Borchtweg placht men vanouds naar het omwalde en versterkte Ter Borcht te gaan, dat als vluchtburg uit 10de-11de eeuw een zeer belangrijke rol in onze geschiedenis heeft gespeeld (Gesch. Ed., 36, 166 enz.). Terelststraat: Hier staan we voor een der oudste straten van ons grondgebied, reeds van in het begin der 15de eeuw in de Antwerpse en plaatselijke documenten geattesteerd als Strate ter Elst. De Elst, blijkens zijn naam een laaggelegen gebied waar elzen groeiden, is reeds van in de 14de eeuw in de oorkonden aanwezig. Daar bevonden zich een paar kastelen of huizen van plaisantië, o.m. Elzenborg, daar stond de oude pastorie (thans Hof Ter Elst) enz. Zie Gesch. Ed. passim. In de Lijst van 1910 staat Terelststraat vanzelfsprekend reeds vermeld. Terlindenlaan: Deze bevindt zich tussen Oude-Godstraat en Patronaatstraat en droeg van de 16de eeuw af meestal de naam Leemstraat, dit klaarblijkelijk wegens haar leemachtige bodem. Een enkele keer, in de 18de eeuw, komt ook wel eens de naam Terlindenstraat voor. Het was tijdens wereldoorlog II, op 28-VII-1944 dat het College besloot om het gehele tracé van Oude-Godstraat tot Prins Boudewijnlaan de naam Terlindenlaan te geven (Gem.). Hoewel er na de bevrijding nog een aantal betwistingen omtrent de weg en zijn openbaar karakter oprezen (G. Dos. Straatn.) bleef de benaming toch gehandhaafd, zij het dan voor het tracé tot Patronaatstraat. Het Hof Ter Linden waarnaar de straat refereert, is het dorpskasteel van Edegem bij uitstek, en zijn bestaan kan tot 1277 gevolgd worden (Gesch. Ed., 172 vlg.). Ter Tommenstraat: Het aloude Goed ter Tommen lag aan de Terelststraat naast de oude pastorie, en kan wel naar een primitieve tomme of grafheuvel verwijzen (Zie Gesch. Ed., 28-29 en passim). Al vroeg speelde een familie Van der Tommen ook een rol in ons parochieen dorpsleven. Jammer maar, dat de straat die eraan herinnert, en die Prins Boudewijnlaan met Ten Bogaerdeplein verbindt (naamgeving Gem. 10-XI-1955), vrij ver van het echte Ter Tommen verwijderd ligt. | |
[pagina 27]
| |
Ter Voortlaan: Gelegen tussen Drie Eikenstraat en Den Eeckhofstraat draagt deze laan sedert 10-XI-1955 een bordje, dat zinspeelt op een oude Edegemse hoeve Ter Voort. Laatst genoemde, waarvan we sporen vinden van de 14de eeuw af, lag aan of nabij Oude-Godstraat, en was identisch met Mitterleie. Het heeft dus geen zin aan de Ter Voortlaan te zoeken naar de toponymische naamreden, nl. een voorde of doorwaadbare plaats in een waterloopje; die voort bevond zich immers in een der waterloopjes bij de primitieve hoeve Ter Voort, ter streke In de Beek. Timmerdonckstraat: De Timmerdonk is, ten minste sedert de vroege 15de eeuw, de naam van de hoeve Hazeschrans en van de gehele wijk daarrond; naar de betekenis was het een donk, d.i. hoogte in een laag gebied, in dit geval met hout (timmer) begroeid. Later zal het daar hoofdzakelijk Edegemse Hoek heten. Hoewel de nieuwe straat op Molenveld wel niet zo erg ver van de oude wijk Timmerdonk verwijderd ligt, betekent haar situering tussen Den Eeckhofstraat en Ter Borchtlaan toch nog een topografisch slippertje. Tony Bergmannstraat: Voor deze op 31-VII-1961 gegeven benaming, te situeren tussen A. de Gerlachestr. en Volhardingsstraat verwijzen we naar Ernest Staesstraat. Trooststraat: Deze zijstraat van de Kontichstraat, die naar de Hovestraat zwenkt, droeg in de 19de eeuw de naam Kapelstraat, omdat ze vlakbij het kapelletje ‘Troost-in-Nood’ vertrok. In 1910 stond ze ook nog officieel als Kapelstraat bekend (Lijst). In het raam van de toenmalige rationalisering van de straatnamen en het wegwerken van de homonieme benamingen binnen de Antwerpse agglomeratie, werd onze weg op 21-III-1919 tot Trooststraat omgedoopt; zo bleef het 2de naamkundig element van de in 1681 door de echtelingen J.B. Gerardi-Eliaerts gebouwde kapel ‘O.-L.-Vr.-Troost-in-Nood’ bewaard (Geschied. Ed., 387). Tweebunder: Een perceelsnaam van Buizegemhoeve, in 1727 vermeld en doelend op de oppervlakte van dat stuk land (een Antwerps bunder = 1 ha 31 a 60 ca). Op 31-V-1967 werd de nieuwe straat in de verkaveling Buizegem, die Opstal en Romeinse Put ging verbinden, naar de oude veldnaam benoemd (Gem.). Ullensstraat: Het was de gemeente Wilrijk die op 24-II-1927 deze naam toekende, die herinnerde aan de familie Ullens de Schooten, eigenares van Elsdonkhof (Top. Wilr., 208). Edegem nam de naam over, ter aanduiding van de voortzetting van die Wilrijkse Ullensstraat, in de richting van de Sterrenlaan (Gem. 18-XII-1929 en 23-IV-1930). Valentina Le Delierstraat: De straat tussen E. Pacellilaan en Ing. Haesaertslaan werd op 10 maart 1959 van Edw. Keurvelsstraat tot V. Le Delierstraat omgedoopt. Eerstgenoemde benaming, die slechts sinds 6-XI-1958 bestaan had, werd op wenk van dhr. Gouverneur uit onze straatnamenlijst weggewerkt, omdat hij ook in het naburige Wilrijk voorhanden was. Maar de nieuwe naam was er ook een ‘waar | |
[pagina 28]
| |
muziek instak’. Valentina F.C. Le Delier (Antw., 1846-Edegem 18-II-1912) echtgenote Degive, was een beroemde concertzangeres, die o.m. de werken van P. Benoit in de concertzalen bracht. Zij was lerares aan het Antwerpse Conservatorium. Naar ons plaatselijk blad ‘De Edegemnaar’ op 15-III-1912 schreef, had de eigenaar van de villa (Koning Albertlei 10), waar V. Le Delier verbleef, dat buitengoed te harer ere De Nachtegaal geheten. Van Peborglei: Loopt van onze Beekstraat naar de Van Peborglei te Mortsel. Op het grondgebied van laatstgenoemde buurgemeente werd deze straat in 1911 geopend (H. Dierickx, Geschiedenis van Mortsel, 1961, 204). De benaming, die naar mededeling van het gemeentebestuur van Mortsel op een grondeigenaar aldaar teruggaat, werd door Edegem overgenomen: op 24-XII-1926 vernemen we een eerste geluid over een doortrekken van de Van Peborglei (Gem.). Varenblok: Bevindt zich tussen Jachtlaan en Hendrik Kennisstr., na naamgeving op 29-IX-1970. Het toponiem, waarnaar deze straat is benoemd, betekende een blok of omheind perceel, waarop varens groeiden. Het is op Elsdonk van de 17de eeuw af geattesteerd. Verbindingsstraat: Moet iets voor 1910 getrokken zijn, als ‘verbinding’ tussen Terelststraat en Drie Eikenstraat. In de lijst van gemeld jaar staat de naam alleszins reeds vermeld, en op 13-III-1917 horen we van een toelating tot bouwen in de Verbindingsstraat (Schep.). Vestinglaan: De eerste vermelding van deze straatnaam, die doelt op de vesting Fort V, en misschien onrechtstreeks op de gehele fortengordel die Antwerpen tot een vesting maakte, dateert van 1935 (G. Cor., brief nr. 9510 d.d. 17-IX). Op 28-VII-1944 bracht het College enige verandering aan in het tracé van de Vestinglaan: tot dan was ze de voortzetting van Fort V-straat tot aan Prins Boudewijnlaan; toen evenwel werd ze verlegd of beperkt tot het gedeelte Parklaan-de Burletlaan, terwijl haar westelijk deel door de naam Kerkplein zou worden aangeduid (G. Gem.). Victoriastraat: Op 8-IV-1913 komen we het tracé van deze dan nieuwe straat tegen onder de duidelijke benaming Nieuwstraat (G. Schep.). Af en toe komt ook de benaming Zonstraat voor deze nieuw geopende straat voor. Zoals we reeds schreven voor de Heldenstraat (zie aldaar) kende ons bestuur, in de roes der overwinning na W.O. I een aantal patriotische namen toe, o.m. die van Victoriastraat (11-VIII-1921). Volhardingsstraat: In zitting van 8-X-1934 werd beslist de nieuw ontworpen straat tussen schans 9 en de Beekstraat de naam Volhardingsstraat te geven (Schep.). Ze verbindt sindsdien Omheininglei en Beekstraat. De naam is te rangschikken bij de andere benamingen van nationaal-vaderlandse inspiratie tussen beide wereldoorlogen gegeven. Vrijwilligersstraat: Dit wegtracé, thans begrensd door Doelveldstr. en Dr. Fr. Bernaertsstraat, heeft in de loop der tijden menige naam | |
[pagina 29]
| |
gedragen. Heette het in het Oud Regime gewoon Kerkweg of Landweg, dan kenden de 19de-eeuwse Edegemnaars het als Bessemstraat, benaming die ook in de Lijst van 1910 voorkomt, en die blijkbaar op de familienaam Bessems terugging. In 1931 verzochten de inwoners van de Bessem(s)straat de naam die aan een ‘bessem’ deed denken, in Vrijwilligersstraat te veranderen (Gesch. Ed., 680). Meteen was Edegem weer een ‘vaderlandse’ naam rijker. Wattiezplaats: De ingangen tot dit plein bevinden zich aan de Burletlaan en Vestinglaan. Arthur Wattiez (Beclers, o1872), ingenieur te 's Gravenbrakel, werd door de Duitsers gefusilleerd op Fort V, op 16-III-1918 en kreeg zijn straatnaam, samen met enkele andere oorlogsslachtoffers, op 20-VII-1922 (Gesch. Ed., 675, voetnoot 394). Wenzel Cobergherstraat: Behoort tot de groep nieuwe straten die op 6-XI-1958 benoemd werden naar Vlaamse geleerden met wereldfaam. W. Cobergher (Antwerpen, ca. 1561-Brussel, 1634) was een schilder, oudheidkundige, economist, bouw- en scheikundige. Hij is de vader van de zogenaamde ‘Bergen van Barmhartigheid’ of pandjeshuizen (o.m. te Antwerpen, Venusstraat, 1620). Als bouwmeester vervaardigde hij de koepelkerk van Scherpenheuvel, als ingenieur oogstte hij roem met het droogleggen van de Moeren bij Hondschote enz. Men zoeke de Wenzel Cobergherstraat tussen Te Nijverdoncklaan en Leo Baekelandstraat. Willem Herreynsstraat: Deze ligt tussen Drie Eikenstraat en Willem Kerricxstraat, waar ze de vroegere benaming Aartselaarvoetweg vervangt, die aanleiding gaf tot verwarring met de Aartselaarstraat (Gem. 6-XI-1958). W. Herreyns (Antw., 1743-† 1827) was een schilder van historische taferelen en portretten; hij leidde achtereenvolgens de Antwerpse Academie en de Mechelse Tekenschool. In 1797 redde hij te Antwerpen tal van kunstwerken, die de kern zouden vormen van het Museum voor Schone Kunsten aldaar. Willem Kerricxstraat: Op 6-XI-1958 genoemd naar de beroemde Antwerpse beeldhouwer (1682-1745) die werkte voor de kerken te Antwerpen, Mechelen, Kontich enz. Het tracé van deze straat (Pr. Boudewijnlaan-Willem Herreynsstraat) maakte weleer deel uit van de Heihoefsche Kerkweg. Wilrijkstraat: Loopt van Drie Eikenstraat naar grens Wilrijk, en heette - terecht - Wilrijkse Straat, wat impliceerde dat het een straat was die naar die buurgemeente leidde. Van in het begin van de 19de eeuw komt de straat onder die vorm voor, en ook de Lijst van 1910 geeft de naam aldus aan. Ten onrechte besloot het college op 16-VIII-1941 de benaming van haar suffix -se te ontdoen en er een Wilrijkstraat van te maken. Te noteren dat in 1919 en daaromtrent deze straat ook wel Gelaagstraat werd genoemd, naar de put van de steenbakkerij aldaar (Gesch. Ed., 609). Wilsonstraat: Verbindt Drie Eikenstraat met Wilrijkse Wilsonweg. Nadat op 12-IX-1928 deze parallel met de toenmalige spoorweg | |
[pagina 30]
| |
lopende straat Lodewijk Hellemansstraat was genoemd, naar de man die 40 jaar lang gemeentesecretaris van Edegem was geweest (Schep.), werd de benaming op de 16-VII-1930 vervangen door Wilsonstraat (Schep.). Wilrijk was bij deze naamgeving naar de Amerikaanse president Thomas Woodrow Wilson (1856-1926) voorgegaan. Wilson, die van 1912 tot 1923 president van de V.S. was, werd, mede om zijn ‘Programma van 14 Punten’, in Europa als vredesapostel beschouwd. Zomerlei: Op verzoek van notaris Biemans gaf het schepencollege deze naam op 14-III-1928 aan de straat die de verbinding ging vormen tussen Lentelei en de toenmalige Putlei (thans Herfstlei). Zwaluwenlei: Tussen Kontichstraat en Lentelei. Een officiële datum van naamgeving vonden we niet, zodat we mogen onderstellen dat de benaming door de Immobiliënfirma ‘Edegem Uitbreiding’ werd gekozen, best mogelijk naar analogie met de straatnaam Leeuwerikenlei (zie ald.). Een eerste vermelding van Zwaluwenlei dateert van 10-IX-1920 (Schep.).
Antwerpen. R. van Passen |
|