Naamkunde. Jaargang 9
(1977)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 256]
| |
De familienaam Buta(e)yeButa(e)ye is een familienaam die tegenwoordig vrij verspreid is in westelijk Vlaanderen, meer bepaald in het landelijke gebied tussen Veurne, Ieper, Poperinge en St.-Winoksbergen. Ook in vroegere eeuwen moet dat al het geval geweest zijn, daar de naam sporadisch opduikt in allerlei oude documenten betreffende die streek. Het duidelijkst nog blijkt dat uit een oude genealogie, al in 1898 uitgegeven onder de titel ‘Familie Butaye’Ga naar voetnoot(1). De oudst bekende voorouders zouden ca. 1650 in Poperinge gewoond hebben, iets later in Westvleteren en vanaf omstreeks 1700 schijnen ze zich nogal massaal gevestigd te hebben in Stavele, waar nu nog opvallend veel Butayes wonenGa naar voetnoot(2). Van daaruit zijn ze dan geleidelijk uitgezwermd in de omgeving: Krombeke, Beveren-IJzer, Watou, Oostvleteren, Noordschote, Gijvrinkhove, Pollinkhove, Alveringem, Boeschepe, Rekspoede enz. Volgens de samenstellers van die genealogie schijnt het ‘als eene traditie in de familie te zijn dat de oudste vader een Spanjaard zou geweest zijn die hier tijdens het spaansch beheer zou overgekomen zijn’. Zij voegen er echter, blijkbaar met enige tegenzin, aan toe: ‘De taalgeleerde nogtans willen dat Butaye het zelfde is of Bataille, bijgevolg een fransche naam’Ga naar voetnoot(3). Mij lijkt het ene al even onwaarschijnlijk als het andere. De naam ziet er allesbehalve Spaans uit, terwijl dat eventuele verband met Bataille moeilijk aan te nemen is, althans zolang het niet onomstotelijk bewezen is dat iemand zowel Butaye als Bataille genoemd werd. De uitspraak van de tweeklank is in beide namen immers totaal anders: in Bataille | |
[pagina 257]
| |
is het een korte klank, ongeveer zoals in het Franse appellatief bataille; in Butaye is het een lange, meer gesloten klank, overeenstemmend met de gewone aai- klank in het dialect (bv. taaie, draaien enz.). Er zijn dus redenen om een ‘inheemse’ verklaring van de naam ook plausibel te achten en ik aarzel daarom niet de huidige familienaam Buta(e)ye te beschouwen als een jongere variant van de toenaam Bitaye a. 1449 in St.-Winoksbergen geattesteerdGa naar voetnoot(4). De overgang van i naar u biedt immers niet de minste moeilijkheid. Het is de bekende i/u- wisseling, waarvan in het dialect voorbeelden in beide richtingen voor het grijpen liggen (bv. bliven/bluven, friten/fruten (fra. frire), pipe/pupe, vive/vuve (vijf), wijf/wuuf, familienaam Pype/ uitgesproken Pupe, Germaanse vrouwennaam Isentruud/ familienaam Huysentruyt; druvelare/drivelare, (h)uveren/(h)iveren, kute/kite (kuit), familienamen Debruycker/Debrycker en Debuyser(e)/Debyser(e), toenaam Van den huusackere/ familienaam Vanisacker enz.)Ga naar voetnoot(5). Voorts ligt het voor de hand dat de toenaam Bitaye op zijn beurt teruggaat op het Westvlaamse appellatief bijthaai (biithaeie): ‘een zeevisch van weinig of geen weerde, fra. squale bleu, lat. carcharias glaucus’Ga naar voetnoot(6), als samenstelling goed te vergelijken met het in het ‘Middelnederlandsch Woordenboek’ opgetekende tantha(e)y: ‘naam van een roofvisch’Ga naar voetnoot(7). We hebben hier dus blijkbaar een paar samenstellingen met de bekende visnaam haai (ook al in het ‘Middelnederlandsch Woordenboek’Ga naar voetnoot(8) en door KiliaanGa naar voetnoot(9) opgetekend), de algemene benaming van de haaiachtige vissen. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal zijn het vissen wier vlees, ofschoon smakelijk, meestal niet gegeten wordt en wier huid gebruikt werd voor het polijsten van hout. Ze zijn vlug in hun bewegingen, vraatzuchtig en bijgevolg gevaarlijk. Als mogelijke overdrachtelijke betekenissen, op personen toegepast, vermeldt dat woordenboek: vraatzuchtige persoon; | |
[pagina 258]
| |
hebzuchtige persoon, lastige maner; vinnige of bijdehante persoon; vrolijke, dartele persoon; iemand die woest ongeregeld leeftGa naar voetnoot(10). Er is dus keuze genoeg voor wie wil zoeken naar een mogelijke semantische motivering voor de Westvlaamse familienaam Buta(e)ye, die vermoedelijk ook van Westvlaamse oorsprong is, wat men er ook moge van beweren.
Ieper. W. Beele |
|