Naamkunde. Jaargang 5
(1973)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 406]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naamkundig repertoriumVerslag over het dienstjaar 1972-1973 over het Researchprojekt F.K.F.O. Nr. 10.119 ‘Naamkundig Repertorium - Machinale bewerking van de onuitgegeven toponymische dokumentatie uit Nederlandstalig België’. Het projekt nr. 10.119, dat het toponymisch materiaal, vervat in de doctorale dissertaties en licentiaatsverhandelingen, afgewerkt in de instituten voor naamkunde en dialektologie van de vier Belgische universiteiten, overzichtelijk en bruikbaar wil maken voor verder wetenschappelijk onderzoek, werd aangevat op 1 oktober 1971Ga naar voetnoot(1). Vooruitlopend op wat volgt, kunnen wij meedelen dat op 1 oktober 1973 het grootste gedeelte van de toponymische dokumentatie op 37 magneetbanden was overgebracht, zodat waarschijnlijk de nodige tijd zal overblijven voor de korrektie van de input, de uitwerking van het programma en de printing van het hele korpus. 1. Dank zij de bereidwilligheid van de co-promotoren van het projekt, de professoren A. van Loey (Univ. Brussel), J. Moors (Univ. Luik), Willem Pée en diens opvolger V.F. Vanacker (Gent), heeft het Instituut voor Naamkunde te Leuven, waar de uitvoering van het projekt gebeurt, de naamkundige verhandelingen die aan de genoemde universiteiten werden afgewerkt, tijdelijk in bruikleen ontvangen, zodat de volledig beschikbare dokumentatie in het korpus zal opgenomen worden. Deze samenwerking, waarover wij ons dankbaar verheugen, komt het projekt ongetwijfeld ten goede, want op die wijze werd het Leuvens materiaal aanzienlijk aangevuld. In de kodering van het projekt worden deze verhandelingen aangeduid met een nummer bestaande uit drie cijfers, voorafgegaan door de letters B, G en L (afkortingen van de respektieve bewaarplaatsen Brussel, Gent en Luik): | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 407]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 408]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Bewerkte gemeenten.
2.1. Op het einde van het dienstjaar 1972-73 was de dokumentatie voor nagenoeg de 2/3 van de naamkundig onderzochte gemeenten op magneetbanden overgebracht. Het betreft de gemeenten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 409]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 410]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2. De volgende licentiaatsverhandelingen moeten nog worden bewerkt voor de input:
2.2.1. Monografieën.:
2.2.2. Regionale verhandelingen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 411]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.3. Enkele statistische vaststellingen over het toponymisch materiaal dat in het projekt verwerkt werd of dat nog moet opgenomen worden, kunnen hier worden medegedeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 412]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.3.1. De plaatsnamen van de 137 vooralsnog bewerkte steden en gemeenten zijn geregistreerd op 37 magneetbanden van elk 600 voet. Indien we rekenen met een gemiddelde van 8.000 records per band en drie records per toponiem (1 lemma + 2 varianten), dan bedraagt het aantal naamkundige attestaties 8.000 × 37 = 296.000. Op grond van deze raming kan men het gemiddelde aantal toponiemen per gemeente schatten op 296.000: (3 × 137) = 720. Dit aantal is lager dan onze vorige schatting, toen wij het aantal toponiemen per gemeente raamden op 938Ga naar voetnoot(3). Nu is een gemiddelde van 720 toponiemen per gemeente op het eerste gezicht bevredigend. In de meeste monografieën wordt dit aantal niet of nauwelijks bereikt en slechts in een kleine reeks verhandelingen, waarin de plaatsnamenvoorraad van een stad of gemeente volledig werd samengebracht, vindt men in het glossarium 2.000, 3.000 en soms zelfs 4.000 trefwoorden.
2.3.2. Het hierboven berekende gemiddelde van 720 plaatsnamen per gemeente zou ongetwijfeld nog sterk naar beneden worden gehaald, indien wij de zogenaamde regionale verhandelingen (cfr. 2.2.2) op dezelfde lijn plaatsen als de monografieën. In sommige van deze verhandelingen worden plaatsnamen uit talrijke gemeenten - soms meer dan honderd - opgenomen. Het aantal trefwoorden verschilt van gemeente tot gemeente: voor enkele gemeenten zijn meer dan 300 toponiemen voorhanden, voor de meeste echter schommelt het aantal tussen 1 en de 100Ga naar voetnoot(4). In deze verhandelingen treffen wij enerzijds plaatsnamen aan voor talrijke gemeenten die toponymisch nog niet behandeld zijn. Het materiaal is echter zo fragmentarisch - soms één enkele vermelding per lokaliteit - dat wij deze gemeenten niet als bewerkt kunnen voorstellen, want dit zou een vals beeld geven van de stand van het naamkundig onderzoek. Anderzijds konstateren wij talrijke overlappingen, resp. aanvullingen. Zo worden bijv. in de studie over de bezittingen van de Abdij van 't Park (cfr. 2.2.2.A) plaatsnamen geciteerd voor de volgende steden of gemeenten die reeds monografisch bewerkt zijn: Attenhoven, Betekom, Brussel, Deurne, Duisburg, Ganshoren, Gingelom, Herent, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 413]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heverlee, Huldenberg, Kampenhout, Landen, Leuven, Loonbeek, Lubbeek, Sint-Agatha-Rode, Sint-Joris-Weert, Sint-Stevens-Woluwe, Tienen, Vilvoorde, Waasmont, Zichem en Zittert-Lummen. Vrij talrijk én omvangrijk zijn ook de overlappingen tussen het plaatsnamenmateriaal uit Lindemans' nagelaten werk (cfr. 2.2.2.C) en licentiaatsverhandelingen over Brabantse gemeenten, bijv.:
2.3.3. Daarnaast hebben wij te maken met overlappingen, die wij minder storend willen noemen en die te danken zijn aan het voortschrijdend toponymisch onderzoek. In de uitvoerige doctorale dissertatie van K. Roelandts over het land van BoomGa naar voetnoot(5) wordt de plaatsnamenvoorraad van niet minder dan 30 gemeenten behandeld, doch vanzelfsprekend heeft de auteur niet de volledige inventaris van ieder dezer gemeenten kunnen opmaken. We stellen in de eerste plaats vast, dat Roelandts o.m. ook de gemeenten Boom, Rumst en Terhagen bij zijn onderzoek betrekt, die vroeger in het doctoraal proefschrift van NagelsGa naar voetnoot(6) werden behandeld. In beide studies is er niet enkel verschil in het aantal plaatsnamen - Nagels heeft voor Boom en Rumst-Terhagen 735 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 414]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en 664 trefwoorden, Roelandts resp. 398 en 219 -, maar tevens in de aard van de opgenomen toponiemen; dit laatste is te verklaren door de diversiteit van de geraadpleegde bronnen. Wij hebben het nuttig geacht het toponymisch materiaal uit beide studies in hun geheel op te nemen, al leidt dit tot overlappingen. De afzonderlijke kodetekens verwijzen naar de dissertaties. De omvangrijke streekstudie van Roelandts dateert uit 1943. Nadien werden enkele van de door hem behandelde gemeenten in afzonderlijke monografieën aan een nieuw en diepgaander toponymisch onderzoek onderworpen, nl. Deurne-BorgerhoutGa naar voetnoot(7), DuffelGa naar voetnoot(8), Kontich-LintGa naar voetnoot(9) en WilrijkGa naar voetnoot(10). Hoewel de glossaria van deze laatste monografieën meer trefwoorden tellen dan in Roelandts' dissertatie voorkomen, hebben wij toch gemeend de dokumentatie van Roelandts volledig te moeten opnemen, ook al leidt dit opnieuw tot overlappingen. Indien men dit als een bezwaar zou beschouwen, menen wij toch te kunnen stellen dat in het andere geval twee fundamentele bezwaren naar voren kunnen gebracht worden, nl. het maken van een keuze die subjektief en vaak willekeurig is, en het verminken van een werk dat een totaalbeeld wil geven.
3. Bij uitvoering van het projekt kon ook gedurende het dienstjaar 1972-73 een beroep gedaan worden op de technische medewerking van Lic. D. Geens, medewerker aan het Instituut voor Toegepaste Linguïstiek van de K.U.L. Hij werkte het computer-programma uit op het materiaal van de gemeenten Hoogstraten, Retie en Schilde. Aan de deelnemers van het symposium ‘Naamkunde en Milieustudie’ (29-30 september 1973) konden aldus, bij wijze van proef, getoond worden: 1. een alfabetisch register op de gemoderniseerde lemmata van de toponiemen der drie Antwerpse gemeenten, 2. een retrograad register daarop, en 3. een alfabetische konkordantielijst op de samenstellende bestanddelen van de lemmata. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 415]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de benoeming van de eerste ondergetekende tot Aangesteld Navorser van het N.F.W.O. moest, vanaf 1-10-1973, de heer Lic. A. Thiry als wetenschappelijk medewerker worden aangesteld.
4. Samenvattend kan worden gekonkludeerd, dat de uitvoering van het projekt gunstig verloopt. Ofschoon nog belangrijke onderdelen moeten worden afgewerkt (o.m. de kontrole van de ingebrachte gegevens en de uitvoering van het programma op het omvangrijke materiaal) mag nu reeds worden voorzien dat een nuttig hulpmiddel voor de studie van Zuidnederlandse toponymie zal worden tot stand gebracht.
Leuven. J. Molemans - H. Draye |
|