Het remonstrantse ‘Ysvogelken’ preekt op het ijs bij Gouda
De hieronder weergegeven tekst is van de hand van Passchier de Fijne. De tekst is afkomstig uit een door hem zelf vervaardigde levensbeschrijving Het leeven en eenige bysondere voorvallen van Passchier de Fyne, [...] Door hem zelve beschreeven. Passchier de Fijne werd op 31 januari 1588 geboren te Leiden; in oktober 1667 overleed hij te Haarlem. Hij was de oudste zoon van Paschier de Fijne en Maeike Couwets, die vanwege hun geloof uit Belle in Frans-Vlaanderen naar Leiden waren gevlucht.
Al zeer jong interesseerde Paschier zich voor de Bijbel en voor verschillende religieuze geschriften. Al snel las hij geschriften van de vrijzinnige theoloog Hendrik Bullinger, maar ook van de streng-calvinistische godsgeleerden Gomarus en Beza. Het lezen van Beza's werk bezorgde Paschier een grote afkeer van het strenge Calvinisme.
Nadat Paschier een opleiding tot lakenwever met succes had voltooid, stuurde zijn vader hem op 22-jarige leeftijd naar de Ouddorpse predikant Cornells Damman voor een verdere opleiding. Van Damman en van een tweede predikant Nikolaas van Dam leerde Passchier niet veel, aangezien deze heren zich vrij conservatief opstelden ten opzichte van godsdienstige kwesties. Daarom ging Passchier al snel over tot zelf-studie.
Terug in Leiden begon hij bij zijn ouders weer te werken als lakenwever. Herhaaldelijk werd hij echter door buurtpredikanten verzocht in de omgeving te preken. Meer en meer voelde Passchier zich aangetrokken tot de leer van de vrijzinnige predikant Adriaan van der Borre, dit tot groot ongenoegen van de streng-calvinistische predikanten uit zijn omgeving.
Op 5 september 1611 werd Passchier als predikant beroepen in Jaarsveld. Aldaar vertoonde hij duidelijk remonstrantse sympathieën en tijdens de latere Nationale Synode in Dordrecht kwam hij openlijk voor zijn remonstrantse gezindheid uit. Eenmaal terug in Jaarsveld kwam daarom op 3 augustus 1619 een bode om hem namens de contra-remonstrantse synode te Leiden te dagvaarden. Door die synode werd hij beschuldigd van anti-