De ‘wonderwerken’ van de Sint, naar het rijk der fabelen verwezen door Simeon Ruytinck (1612/1623)
Het hierna weergegeven gedicht is van de hand van Simeon Ruytinck. Simeon Ruytinck werd geboren te Norwich in Engeland. Zijn geboortedatum is niet bekend. Op 3 januari 1621 stierf hij te Londen. Vanwege de godsdienstvervolging vluchtten zijn ouders in 1573 van Gent naar Norwich; aldaar werd zijn vader (die voorheen de secretaris van Gent was geweest) ouderling bij de Nederlandse vluchtelingenkerk. Daarnaast was hij het hoofd van een school waaraan onder andere Frans werd gedoceerd.
Simeons ouders waren aanvankelijk niet van plan om hun zoon te laten studeren. Daarom stuurden zij hem in 1593 naar Rotterdam om in de leer te gaan bij een koopman. In Rotterdam echter bemerkte Josia Wybo, de schoonzoon van Simeons vader en net als zijn schoonvader schoolhoofd, dat Simeon over een goede intelligentie beschikte. Hij zorgde er daarom voor dat Simeon in Leiden terecht kwam. Daar studeerde Simeon van 1594 tot 1599; in dat jaar vertrok hij naar Genève. Op 29 november 1601 werd hij tenslotte als predikant beroepen in Londen. Aldaar heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting van de bibliotheek van de Nederlandse vluchtelingenkerk. Hij is tot aan zijn dood in Londen gebleven.
Ruytinck schreef veel geschriften met een religieuze inhoud. In 1612 verscheen van zijn hand het werk Gulden legende van de Roomsche kercke: mitsgaders hare Heylichdommen ende Aflaten aan den Toetssteen der Waerheyt beproeft. In 1623 verscheen hetzelfde werk onder een andere titel en bewerkt door Johannes Gysius, een predikant uit Streefkerk. Nu luidde de titel: Monster der Roomschen Afgoderije [...], door Simeon Ruytinck, nu voor het tweede mael tot dienst dezer Nederlanden uytgegeven, vermeerdert, ende verbetert door J.G. [Johannes Gysius]. Het hieronder weergegeven gedicht is afkomstig uit dit werk.
Het gedicht behandelt verschillende aspecten van de legende van St. Nicolaas. Pas helemaal aan het eind van het gedicht blijkt dat de auteur absoluut geen geloof hecht aan al die ‘fabels van oude vrouwen’ over de goedheiligman...