No. XI min zes.
11 mei 1833 en XI.
Gekheid mair neet boete de schroam.
Sagesse des nations.
La publicité est la sauve-garde du peuple.
Flappinus den XI.
Het is het gebruik bij alle geleerde genootschappen, hare betrekkingen zoo veel mogelijk in verre landen uittebreiden, ten einde aldus den tak der wetenschappen welke zij beoeffenen in alle zijne zijden, standen, stellingen, liggingen, positien, afwisselende schijnsels, enz. enz. volmaakt te kunnen bestuderen.
Nu, het is de strekking der Societeit Momus, zich in de hooge wetenschap om op eene goede manier gek te zijn, zoo veel mogelijk te perfectionneren, en het gevolg harer diepzinnige bespiegelingen aan het Heelal mede te deelen, opdat er een oneindig nut voor het voor-, mêe-, en nageslagt van moge voortspruiten.
Om dit edel doel te bereiken, heeft deze bewonderenswaardige Societeit dan ook goed gevonden corresponderende leden te noemen, in alle deelen van de wereld, en in meer andere plaatsen. Het vorig nummer der Annalen heeft reeds een gedeelte der correspondentie aan de geleerde wereld medegedeeld.
Het Hooglustig Comité van Elf heeft steeds gepoogd, om met alle gekken der wereld in aanraking te komen; deze poogingen zal zij blijven aanwenden, en, dit durft het hopen, met altoos hetzelfde goed gevolg voor de wetenschap.
Daar het nu algemeen bekend is, dat er geen grooter gekken zijn dan poëten, heeft het Hooglustig Comité van Elf een der grootste poëten van Belgie met den titel van Momus Poëet vereerd, en hem dientegevolge een Momus Diploma toegestuurd; hetgeen ongetwijfeld het gelukkig gevolg zal hebben, dezen poëet nog elfmaal gekker te maken dan hij inderdaad is.
Hoe grooter dichter, deste grooter gek; en om die rede heeft het Comité niet beter kunnen handelen, dan met den dichter Theodoor van Rijswijk, een Antwerpenaar van zijnen stiel, als corresponderend lid der Momezij te kiezen. Ziet hier de resolutien welke het Comité van Elf ten zijnen opzigte genomen heeft:
De Hooglustige Raad van Elf:
Gezien verscheidene poëtische werken van Theodoor van Rijswijk;
Gezien eene menigte artikels in nieuwsblâren, tijdschriften, revues, jaarboekjes, enz. enz., waarin de bovengemelde werken geprezen, en soms ook wel dapper over den hekel gehaald worden;
Gehoord de declaratie van al degene die de voornoemde dichterlijke werken gelezen hebben;
Aangezien alle dichters gekken zijn;
Overwegende, dat gevolgelijk de meergemelde Theodoor een allergrootste gek moet zijn;
Overwegende dat hij dientegevolgende eene voortreffelijke aanspraak heeft en kan doen gelden, om in de Hooglustige Momus Societeit als lid aangenomen te worden;
Aangezien, daar hij in ons Momus Rijk niet woonachtig is, en aldus de Momus vergaderingen niet door zijne gekke persoon kan verlustigen;
Aangezien hij niettegenstaande, ook uit de verte, gekke streken kan verrigten;
Aangezien het hem niet onmogelijk zal wezen aan het hooglustig Comité eenige dezer streken toe te sturen;
Gezien het artikel 5 van het Momus reglement, hetwelk zegt, dat alles wat de Raad van Elf doet goed gedaan is;